03.09.2013 Views

Hartfalen: epidemiologie, risicofactoren en toekomst

Hartfalen: epidemiologie, risicofactoren en toekomst

Hartfalen: epidemiologie, risicofactoren en toekomst

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

RIVM Rapport 260401006<br />

internationale studies ligt de gerapporteerde ziek<strong>en</strong>huismortaliteit op ongeveer<br />

5%. Hier zull<strong>en</strong> we ons echter verder niet bezighoud<strong>en</strong> met de sterfte binn<strong>en</strong><br />

het ziek<strong>en</strong>huis, maar slechts met de sterfte binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde tijd vanaf de<br />

dag van opname in het ziek<strong>en</strong>huis. Ziek<strong>en</strong>huissterfte is op die manier wel<br />

inbegrep<strong>en</strong> in de totale sterfte, zoals de sterfte binn<strong>en</strong> 30 dag<strong>en</strong>, of 1 jaar.<br />

Overig<strong>en</strong>s is ook de periode tot 30 dag<strong>en</strong> na ontslag e<strong>en</strong> hoogrisicoperiode<br />

(Solomon et al., 2007).<br />

E<strong>en</strong> spraakmak<strong>en</strong>de studie naar de sterfte bij hartfal<strong>en</strong> was de Schotse studie<br />

hierbov<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, waarin die sterfte werd vergelek<strong>en</strong> met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die war<strong>en</strong><br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> hartinfarct of kanker (Stewart et al., 2001b). De 5-jaars<br />

sterfte voor hartfal<strong>en</strong> was rond de 75% met e<strong>en</strong> mediane overleving van<br />

16 maand<strong>en</strong>, <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> longkanker had e<strong>en</strong> slechtere overleving. Gecorrigeerd<br />

voor leeftijd, was de overleving voor hartfal<strong>en</strong> slechter dan die bij colonkanker<br />

bij mann<strong>en</strong>, <strong>en</strong> borstkanker bij vrouw<strong>en</strong>. Ook e<strong>en</strong> eerdere Schotse studie die<br />

betrekking had op de jar<strong>en</strong> 1986-1995 had al lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat de sterfte erg hoog<br />

was: na 5 jaar was nog slechts 23% van de patiënt<strong>en</strong> in lev<strong>en</strong> (MacIntyre et al.,<br />

2000). De overleving na 5 <strong>en</strong> 10 jaar was slechts 23%, respectievelijk 12%,<br />

waarbij er nauwelijks verschil was tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>. Mediane leeftijd<br />

bij eerste opname was 72 jaar bij mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> 78 jaar bij vrouw<strong>en</strong>.<br />

In veel van de hierbov<strong>en</strong> al beschrev<strong>en</strong> bronn<strong>en</strong> is naast incid<strong>en</strong>tie <strong>en</strong><br />

preval<strong>en</strong>tie ook gekek<strong>en</strong> naar de sterfte. Dat geldt ook voor de Kaiser<br />

Perman<strong>en</strong>te-bestand<strong>en</strong> uit Oregon (Barker et al., 2006). Uit de ARIC-studie<br />

bleek de mortaliteit onder Afro-Amerikan<strong>en</strong> met hartfal<strong>en</strong> groter dan onder witte<br />

Amerikan<strong>en</strong> (Loehr et al., 2008).<br />

We zull<strong>en</strong> verder niet in detail alle studies besprek<strong>en</strong>, maar verwijz<strong>en</strong> verder<br />

naar Figuur 7 hieronder waarin de belangrijkste studies grafisch zijn<br />

sam<strong>en</strong>gevat. Wel vestig<strong>en</strong> we hier nog de aandacht op e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te grote<br />

Nederlandse studie naar de sterfte in e<strong>en</strong> periode 5 jaar vanaf e<strong>en</strong> eerste<br />

opname voor hartfal<strong>en</strong> (Vaartjes et al., 2010). Hiervoor werd gebruikgemaakt<br />

van de mogelijkheid de nationale gegev<strong>en</strong>s over ziek<strong>en</strong>huisopnames van de<br />

Landelijke Medische Registratie (LMR) te koppel<strong>en</strong> aan die van de Geme<strong>en</strong>telijke<br />

basisadministratie (GBA). Daarmee werd<strong>en</strong> alle eerste ziek<strong>en</strong>huisopnames in<br />

Nederland in 1997 respectievelijk 2000 met hartfal<strong>en</strong> als hoofddiagnose<br />

opgespoord <strong>en</strong> werd via de koppeling onderzocht welke m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> 5 jaar<br />

war<strong>en</strong> overled<strong>en</strong>. In totaal werd<strong>en</strong> bijna 30.000 opnames met e<strong>en</strong> eerste<br />

diagnose hartfal<strong>en</strong> opgespoord, met e<strong>en</strong> gemiddelde leeftijd van 76 jaar. Dit<br />

‘cohort’ patiënt<strong>en</strong> is gevolgd tot eind 2003. De kans op sterv<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

maand (28 dag<strong>en</strong>) na e<strong>en</strong> eerste ziek<strong>en</strong>huisopname bleek 18% te zijn. De<br />

1-jaars sterfte was 38% bij mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> 36% bij vrouw<strong>en</strong>. De 5-jaars sterfte was<br />

67% voor mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> 66% voor vrouw<strong>en</strong>.<br />

3.6.2.3 Verschil in prognose HFbEF <strong>en</strong> HFvEF?<br />

Gezi<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de opvatting<strong>en</strong> over het al dan niet bestaan van twee<br />

onderscheid<strong>en</strong> types hartfal<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> belangrijke vraag of er verschil in prognose<br />

is tuss<strong>en</strong> de twee vorm<strong>en</strong> van hartfal<strong>en</strong>. Er is vanuit die vraag onderzoek<br />

gedaan naar ev<strong>en</strong>tuele verschill<strong>en</strong> in sterfte. Uit de meeste van die onderzoek<strong>en</strong><br />

blijkt dat de sterftekans na diagnose min of meer gelijk is (Tribouilly et al.,<br />

2008).<br />

Pagina 38 van 122

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!