Hartfalen: epidemiologie, risicofactoren en toekomst
Hartfalen: epidemiologie, risicofactoren en toekomst
Hartfalen: epidemiologie, risicofactoren en toekomst
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
RIVM Rapport 260401006<br />
geselecteerde groep was (Djoussé et al., 2009). Verder bleek ook uit die studie<br />
dat het risico constant blijft tot 80-jarige leeftijd, <strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk hoger is bij<br />
ongunstige leefstijlfactor<strong>en</strong>.<br />
3.4 Preval<strong>en</strong>tie<br />
Voor het vaststell<strong>en</strong> van de preval<strong>en</strong>tie zou e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef uit<br />
de bevolking g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, waarbij alle geselecteerde individu<strong>en</strong><br />
systematisch onderzocht zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op de aanwezigheid van<br />
hartfal<strong>en</strong> (inclusief echocardiografie). Het is duidelijk dat dit op praktische<br />
onuitvoerbaarheid stuit. In plaats daarvan zijn we aangewez<strong>en</strong> op dezelfde<br />
soort<strong>en</strong> bronn<strong>en</strong> als hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Bij de cohortstudies kan bijvoorbeeld<br />
op ieder ‘meetmom<strong>en</strong>t’ de preval<strong>en</strong>tie binn<strong>en</strong> het cohort bepaald word<strong>en</strong>. De<br />
vraag is dan natuurlijk wel hoe repres<strong>en</strong>tatief het cohort is voor de bevolking<br />
waarvan het onderdeel uitmaakt. In Nederland kan ook weer voor de preval<strong>en</strong>tie<br />
gebruik word<strong>en</strong> gemaakt van de huisarts<strong>en</strong>registraties.<br />
3.4.1 Enkele beperking<strong>en</strong><br />
Mede door de verschill<strong>en</strong> in criteria <strong>en</strong> onderzoeksmethodes variër<strong>en</strong> de getall<strong>en</strong><br />
in de literatuur sterk. In e<strong>en</strong> overzicht uit 1997 vond<strong>en</strong> Cowie <strong>en</strong> collega’s<br />
bijvoorbeeld dat de gerapporteerde preval<strong>en</strong>ties uite<strong>en</strong>liep<strong>en</strong> van 3 tot 20 per<br />
1000 (Cowie et al., 1997). Er is vaak op gewez<strong>en</strong> dat in land<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> goed<br />
ontwikkelde eerstelijnsg<strong>en</strong>eeskunde e<strong>en</strong> deel van de patiënt<strong>en</strong> door de huisarts<br />
wordt behandeld <strong>en</strong> dat er aanzi<strong>en</strong>lijke verschill<strong>en</strong> bestaan in de karakteristiek<strong>en</strong><br />
van de patiënt<strong>en</strong> die door de huisarts behandeld word<strong>en</strong> <strong>en</strong> de patiënt<strong>en</strong> voor<br />
wie de cardioloog de verantwoordelijkheid van de behandeling heeft (Rutt<strong>en</strong> et<br />
al., 2003). Onderzoek naar de preval<strong>en</strong>tie zal uiteraard beide groep<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> bestrijk<strong>en</strong>.<br />
Preval<strong>en</strong>tie-onderzoek<strong>en</strong> waarbij gebruik is gemaakt van e<strong>en</strong> volledige<br />
beoordeling van de v<strong>en</strong>trikelfunctie (systolisch <strong>en</strong> diastolisch) zijn vrijwel niet<br />
verricht. Zelfs wanneer wel echocardiografie is verricht is dat vaak onvolledig<br />
gebeurd <strong>en</strong> wordt bijvoorbeeld alle<strong>en</strong> de ejectiefractie gerapporteerd. HFbEF is<br />
dan niet goed gedocum<strong>en</strong>teerd. Er doet zich dus de volg<strong>en</strong>de onduidelijkheid<br />
voor: studies zonder resultat<strong>en</strong> van echocardiografie kunn<strong>en</strong> zowel HFbEF als<br />
HFvEF betreff<strong>en</strong>, maar zijn veel minder betrouwbaar vanwege het ontbrek<strong>en</strong> van<br />
objectieve vaststelling<strong>en</strong>; van de studies met echo tell<strong>en</strong> sommige HFbEF wel<br />
mee <strong>en</strong> andere niet.<br />
E<strong>en</strong> aantal studies heeft (mede) betrekking op asymptomatische<br />
linkerv<strong>en</strong>trikeldisfunctie: er werd e<strong>en</strong> verminderde ejectiefractie bij<br />
echocardiografie gevond<strong>en</strong>, maar er war<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> klacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> verdere<br />
verschijnsel<strong>en</strong> van hartfal<strong>en</strong>. Asymptomatische linkerv<strong>en</strong>trikeldisfunctie voldoet<br />
dus niet aan de definitie van hartfal<strong>en</strong>. We zull<strong>en</strong> uitgebreider ingaan op zulke<br />
studies in hoofdstuk 6, omdat aymptomatische echoafwijking<strong>en</strong> relevant zijn<br />
voor mogelijkhed<strong>en</strong> tot vroege opsporing <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tie.<br />
T<strong>en</strong> slotte merk<strong>en</strong> we op dat de preval<strong>en</strong>tie natuurlijk afhangt van de<br />
leeftijdsopbouw van de bevolking die onderzocht wordt. Verwarr<strong>en</strong>d is dat soms<br />
de preval<strong>en</strong>tie de gehele (volwass<strong>en</strong>) bevolking betreft <strong>en</strong> soms alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
subgroep, zoals 65-plussers, of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de leeftijdsgroep 70-79 jaar. Dit<br />
wordt niet altijd duidelijk aangegev<strong>en</strong>.<br />
Pagina 30 van 122