Hartfalen: epidemiologie, risicofactoren en toekomst
Hartfalen: epidemiologie, risicofactoren en toekomst
Hartfalen: epidemiologie, risicofactoren en toekomst
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
RIVM Rapport 260401006<br />
Gemet<strong>en</strong> naar ‘population attributable risk’ (PAR), nam<strong>en</strong> in de data van het<br />
Framingham-cohort hypert<strong>en</strong>sie <strong>en</strong> ischemische hartziekt<strong>en</strong> (hartinfarct <strong>en</strong><br />
angina pectoris) sam<strong>en</strong> ongeveer driekwart van het totale aantal gevall<strong>en</strong> van<br />
hartfal<strong>en</strong> voor hun rek<strong>en</strong>ing (Levy et al., 1996). In de Cardiovascular Health<br />
Study nam<strong>en</strong> hypert<strong>en</strong>sie <strong>en</strong> coronaire hartziekt<strong>en</strong> met ieder 13% e<strong>en</strong><br />
aanzi<strong>en</strong>lijk lager aandeel voor hun rek<strong>en</strong>ing. Ook uit e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te analyse van de<br />
Olmsted-gegev<strong>en</strong>s werd tot kleinere PARs geconcludeerd dan in Framingham,<br />
met elk 20% (Dunlay et al., 2009). In de NHANES-studie, t<strong>en</strong> slotte, werd 62%<br />
aan coronaire hartziekte toegewez<strong>en</strong>, <strong>en</strong> 13% aan hypert<strong>en</strong>sie (He et al., 2001).<br />
Verder berek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> Dunlay et al. (2009) dat de bek<strong>en</strong>de <strong>risicofactor<strong>en</strong></strong> alles bij<br />
elkaar niet veel meer dan de helft van de hartfal<strong>en</strong>incid<strong>en</strong>tie kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>.<br />
Hierbov<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we rok<strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>oemd. De red<strong>en</strong> is dat er nauwelijks iets<br />
bek<strong>en</strong>d is over e<strong>en</strong> direct effect van rok<strong>en</strong> op de kans van hartfal<strong>en</strong>. Omdat<br />
coronaire hartziekt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke risicofactor vorm<strong>en</strong>, <strong>en</strong> rok<strong>en</strong> de kans<br />
daarop vergroot, is er zeker wel e<strong>en</strong> indirect effect. Iets vergelijkbaars geldt<br />
voor cholesterol. Vanwege de relaties tuss<strong>en</strong> de <strong>risicofactor<strong>en</strong></strong> onderling kunn<strong>en</strong><br />
analyses vanuit alternatieve gezichtspunt<strong>en</strong> uitgevoerd word<strong>en</strong>. Zo<br />
onderzocht<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>telijk Folsom et al. (2009) de ARIC-gegev<strong>en</strong>s waarbij<br />
coronaire hartziekt<strong>en</strong> niet werd<strong>en</strong> ‘meegerek<strong>en</strong>d’, maar juist wel rok<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
cholesterol, naast bloeddruk, diabetes <strong>en</strong> BMI. De onderzoekers berek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dat<br />
die vijf factor<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> bijna 90% van de hartfal<strong>en</strong>gevall<strong>en</strong> verklaard<strong>en</strong><br />
Ook lichamelijk inactiviteit ontbreekt in de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde lijst van<br />
belangrijkste <strong>risicofactor<strong>en</strong></strong>. Helaas is er over de rol van lichamelijke activiteit in<br />
de kans om hartfal<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong> nog vrij weinig bek<strong>en</strong>d. We gaan daar hieronder<br />
verder op in.<br />
In het volg<strong>en</strong>de zull<strong>en</strong> we één voor één sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong> wat bek<strong>en</strong>d is over de<br />
<strong>risicofactor<strong>en</strong></strong> voor hartfal<strong>en</strong>.<br />
5.2 Coronaire hartziekt<strong>en</strong><br />
E<strong>en</strong> hartinfarct als gevolg van atherosclerose van de kransslagaders (coronair<br />
lijd<strong>en</strong>) is volg<strong>en</strong>s alle epidemiologische studies e<strong>en</strong> van de belangrijkste<br />
oorzak<strong>en</strong> van hartfal<strong>en</strong>. <strong>Hartfal<strong>en</strong></strong> kan optred<strong>en</strong> in de acute fase na het begin<br />
van e<strong>en</strong> hartinfarct, tijd<strong>en</strong>s of rond de opname. Ongeveer 30% van de patiënt<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> hartinfarct heeft (e<strong>en</strong> episode van) hartfal<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de<br />
ziek<strong>en</strong>huisopname (Sp<strong>en</strong>cer et al., 2002; Velazquez et al., 2004; Hasdai et al.,<br />
2003). Dat kan blijv<strong>en</strong>d zijn, of voorbijgaand, waarna de hartfunctie zich<br />
grot<strong>en</strong>deels herstelt. Het optred<strong>en</strong> van hartfal<strong>en</strong> in deze fase vergroot de kans<br />
op overlijd<strong>en</strong> in het ziek<strong>en</strong>huis. Bij de meerderheid van de patiënt<strong>en</strong> is er in de<br />
acute fase ge<strong>en</strong> hartfal<strong>en</strong>. Maar de schade die ontstaat door e<strong>en</strong> hartinfarct<br />
verhoogt wel de kans dat iemand op de lange termijn hartfal<strong>en</strong> krijgt.<br />
In cohortstudies is getracht de kans op hartfal<strong>en</strong> te schatt<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong> met<br />
aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de kransslagaders vergelek<strong>en</strong> met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die daar vrij van<br />
zijn. E<strong>en</strong> voorbeeld is de NHANES I-studie, waarbij meer dan 13.000 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
werd<strong>en</strong> gevolgd over e<strong>en</strong> periode van 19 jaar (He et al., 2001). M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met<br />
coronaire hartziekt<strong>en</strong> blek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> 8 keer zo grote kans te hebb<strong>en</strong> (relatief risico<br />
(RR) van 8). Schatting<strong>en</strong> over het verhoogde risico na e<strong>en</strong> hartinfarct lop<strong>en</strong><br />
echter sterk uite<strong>en</strong>, van e<strong>en</strong> lichte verhoging (Cost, 2000; Ingelsson et al.,<br />
2005) tot e<strong>en</strong> 20 keer zo hoog risico (Ch<strong>en</strong> et al., 1999). Ander<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> tot<br />
schatting<strong>en</strong> daar tuss<strong>en</strong> in (Levy et al., 1996). Voor e<strong>en</strong> deel kom<strong>en</strong> die<br />
verschill<strong>en</strong> doordat verschill<strong>en</strong>de studies ‘corriger<strong>en</strong>’ voor verschill<strong>en</strong>de<br />
Pagina 48 van 122