download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
248 <strong>de</strong> won<strong>de</strong>rlijke on<strong>de</strong>rwaterwereld van adriaen coenen<br />
Coenen nam toch ook afbeeldingen op van aperte zeemonsters? Egmond: ‘Hij teken<strong>de</strong><br />
zeemonsters over uit an<strong>de</strong>re boeken en pamfletten omdat ze hem intrigeer<strong>de</strong>n, en omdat hij<br />
zo volledig mogelijk wil<strong>de</strong> zijn. Tegelijkertijd schreef hij steeds “ik heb nooit iemand ontmoet<br />
die dit gezien heeft”. Hij <strong>de</strong>ed dus wel navraag, hij <strong>de</strong>ed pogingen tot verificatie. Maar<br />
hij kon het bestaan van zeemonsters niet uitsluiten, want als je daaraan begon te twijfelen,<br />
puur op grond van het ontbreken van eigen ervaring, dan twijfel<strong>de</strong> je aan het theoretische<br />
vermogen van God om dit soort wezens op <strong>de</strong> wereld te zetten. En daaraan twijfel<strong>de</strong> Coenen<br />
helemaal niet.’<br />
Zelf maakte Coenen <strong>de</strong> massale walvissenstranding van 1577 mee. Hechtte hij geloof aan<br />
<strong>de</strong> bovennatuurlijke betekenis die hieraan <strong>de</strong>stijds werd toegeschreven? Egmond: ‘In feite<br />
niet, al zegt hij dat zeker niet expliciet. Hij citeert wel allemaal geleer<strong>de</strong> predikanten die wezen<br />
op <strong>de</strong> voorspellen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van bijzon<strong>de</strong>re natuurverschijnselen. En hij schrijft ook dat<br />
er in dat jaar nog an<strong>de</strong>re rare dingen voorvielen, zoals een muizenplaag. Coenen stel<strong>de</strong> nooit<br />
dat het onmogelijk is dat <strong>de</strong> voorspellingen zou<strong>de</strong>n uitkomen. Maar hij constateer<strong>de</strong> wel dat<br />
er na dat rare jaar eigenlijk niets bijzon<strong>de</strong>rs was gebeurd.’<br />
‘Dat er al zoveel won<strong>de</strong>rbaarlijks op het land is te vin<strong>de</strong>n, maakte<br />
het volgens Coenen wel logisch dat er nog veel won<strong>de</strong>rbaarlijker<br />
wezens on<strong>de</strong>r water zitten, daar waar je min<strong>de</strong>r eenvoudig bij<br />
komt. Daar zit ook wel wat in. En Coenen <strong>de</strong>finieer<strong>de</strong> vis nu eenmaal<br />
an<strong>de</strong>rs dan wij nu doen. In feite bestempel<strong>de</strong> hij alles wat in<br />
of op het water leef<strong>de</strong> als vis. Die classificatie reflecteer<strong>de</strong> echter<br />
niet <strong>de</strong> wetenschappelijke kennis. Coenen ken<strong>de</strong> wel <strong>de</strong>gelijk het<br />
verschil tussen zeevissen en riviervissen, tussen vissen en zoogdieren.<br />
Toch kon het leven in zee kennelijk wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rgebracht<br />
in één allesomvatten<strong>de</strong> categorie. Het heeft te maken met i<strong>de</strong>eën<br />
in <strong>de</strong> toenmalige volkscultuur over het bestaan van een parallele<br />
on<strong>de</strong>rwaterwereld. Alles wat op aar<strong>de</strong> leef<strong>de</strong>, zou ook on<strong>de</strong>r water<br />
leven. De ou<strong>de</strong> naamgeving wijst daar vaak op: zeehon<strong>de</strong>n, zee-<br />
Afb. 49 Zie kleurkatern. katten, zeemuizen. In Coenens werk schemert dat i<strong>de</strong>e een beetje<br />
door. Kijk maar naar zijn tekening van <strong>de</strong> zeemonnik. Die vis, die<br />
hij waarschijnlijk niet zelf heeft gezien, beeldt hij dan toch af als een op een monnik lijken<strong>de</strong><br />
vis’ (afb. 49).<br />
Roggedraakjes als relatiegeschenk<br />
Het huis en <strong>de</strong> tuin van Adriaen Coenen moeten voor tijdgenoten een natuurhistorische bezienswaardigheid<br />
zijn geweest, weet Egmond. ‘Hij had van alles. In zijn tuin hing een grote<br />
gedroog<strong>de</strong> haai, aan <strong>de</strong> gevel hing <strong>de</strong> zaag van een zaagvis, hij bewaar<strong>de</strong> het zwaard van een<br />
zwaardvis, een bijzon<strong>de</strong>re krab, schelpen. Enige tijd hield hij ook<br />
‘In zijn tuin<br />
hing een<br />
gedroog<strong>de</strong><br />
haai’<br />
een leven<strong>de</strong> grote schildpad en een zeehond als huisdier. Coenen<br />
was naast groothan<strong>de</strong>laar in vis en veilingafslager ook han<strong>de</strong>laar<br />
in naturalia. Aan rijke verzamelaars verkocht hij spullen, zoals opgezette<br />
visjes, roggedraakjes die mensen aan hun kroonluchter<br />
hingen, gedroog<strong>de</strong> vogeltjes, een schildpad. Dat kon<strong>de</strong>n leveranties<br />
in puur commerciële zin zijn, of een soort relatiegeschenken<br />
waarvoor hij iets terugwil<strong>de</strong>. In hoeverre hij in contact stond met<br />
A