download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Holland</strong>se Nieuwe 159<br />
Ook op enkele an<strong>de</strong>re plaatsen kon op <strong>de</strong> boven beschreven wijze door kaken verduurzaam<strong>de</strong><br />
vis archeologisch wor<strong>de</strong>n aangetoond. We zien het terug in het 17<strong>de</strong>-eeuwse keukenen<br />
maaltijdafval van <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke bewoners van het walvisvaartstation Amsterdameiland op<br />
Spitsbergen 30 en – wat dichterbij – van een huishou<strong>de</strong>n in Delft. 31 Buiten <strong>de</strong> <strong>Holland</strong>se sfeer<br />
vin<strong>de</strong>n we resten van gekaakte haring bij <strong>de</strong> welvaren<strong>de</strong> 15<strong>de</strong>-eeuwse bewoners van het huis<br />
‘In <strong>de</strong>n Struys’ in Veere 32 en in het 15<strong>de</strong>-16<strong>de</strong>-eeuwse keukenafval van <strong>de</strong> Sint-Salvatorsabdij<br />
in Ename. 33<br />
De 12<strong>de</strong>-eeuwse Deense haringindustrie<br />
Terug naar Willem Beukelszoon. In 1994 wer<strong>de</strong>n bij Selsø-Vestby aan het Roskil<strong>de</strong>-fjord in<br />
Denemarken on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re 12<strong>de</strong>-eeuwse resten van een vissersdorp opgegraven. Hierbij<br />
wer<strong>de</strong>n monsters genomen uit kuilen met grote concentraties visbot. Een van <strong>de</strong>ze monsters<br />
is na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzocht en bleek <strong>de</strong> resten te bevatten van ongeveer 1150 haringen. 34 Analyse<br />
van <strong>de</strong> skeletelementen op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier als boven beschreven, toon<strong>de</strong> dat slechts<br />
een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> typen botten aanwezig was. Alleen het beeld was precies omgekeerd<br />
ten opzichte van dat van <strong>de</strong> schepen uit Biddinghuizen en Spitsbergen of het huis<br />
te Veere. Misten op <strong>de</strong>ze Ne<strong>de</strong>rlandse vindplaatsten botten van <strong>de</strong> achterkant van <strong>de</strong> kop, in<br />
Selsø waren juist alleen <strong>de</strong>ze botten aanwezig. Hieruit werd geconclu<strong>de</strong>erd dat in het dorp<br />
op semi-industriële wijze grote hoeveelhe<strong>de</strong>n haring wer<strong>de</strong>n geconserveerd door ze te kaken<br />
en te zouten. Wat is teruggevon<strong>de</strong>n is het afval van <strong>de</strong>ze activiteit; <strong>de</strong> gekaakte haring<br />
werd blijkbaar naar el<strong>de</strong>rs verhan<strong>de</strong>ld.<br />
Dui<strong>de</strong>lijk is dat <strong>de</strong> 12<strong>de</strong>-eeuwse bewoners van Selsø <strong>de</strong> techniek van het haringkaken eer<strong>de</strong>r<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> knie had<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> vermeen<strong>de</strong> 14<strong>de</strong>-eeuwse uitvin<strong>de</strong>r uit Biervliet. De on<strong>de</strong>rzoekers<br />
van het Centrum voor Maritieme Archeologie van het Deens Nationaal Museum verwijzen<br />
<strong>de</strong>ze Ne<strong>de</strong>rlandse ‘claim’ dan ook in nette bewoordingen naar het land <strong>de</strong>r fabelen. 35<br />
We gaan er tegenwoordig van uit dat <strong>de</strong>ze techniek waarschijnlijk van <strong>de</strong> Scandinaviërs is<br />
overgenomen. In ie<strong>de</strong>r geval in <strong>de</strong> 14<strong>de</strong> eeuw was er immers een aanzienlijke import van gekaakte<br />
haring uit on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re Schonen naar Vlaan<strong>de</strong>ren. 36 Dat men daardoor in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n<br />
kennismaakte met <strong>de</strong>ze in wezen simpele en effectieve techniek ligt voor <strong>de</strong> hand,<br />
hoewel een zelfstandige ontwikkeling niet echt is uit te sluiten. Overigens merken <strong>de</strong> Deense<br />
on<strong>de</strong>rzoekers nog op dat tegenwoordig het kaken van haring in Denemarken alleen nog<br />
wordt toegepast in <strong>de</strong> vissersstad Skagen, exclusief voor <strong>de</strong> export naar Ne<strong>de</strong>rland.<br />
30 M. Seeman, ‘Fish remains from Smeerenburg, a 17th century Dutch whaling station on the westcoast of Spitsbergen’ in:<br />
D.C. Brinkhuizen en A.T. Clason (red.), Fish and archaeology. Studies in osteometry, taphonomy, seasonality and fishing methods<br />
(BAR International Series 294) (Oxford 1986) 129-139; M. Seeman, ‘Vis op <strong>de</strong> dis van <strong>de</strong> 17<strong>de</strong>-eeuwse walvisvaar<strong>de</strong>rs’,<br />
Westerheem 35/4 (1986) 203-210.<br />
31 E. Esser en B. Beerenhout, De waterput van Sint-Hiëronymusdal in Delft; on<strong>de</strong>rzoek aan een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> dierlijke resten (Rapport Archeoplan<br />
Eco: Ossicle 51) (Delft 2002).<br />
32 F. Laarman en R. Lauwerier, ‘Vlees, vis en gevogelte’ in: E. Vreenegoor en J. Kuipers (red.), Vondsten in Veere. Mid<strong>de</strong>leeuwse<br />
voorwerpen uit een beerput van huis ‘In <strong>de</strong>n Struys’ (Abcou<strong>de</strong> / Amersfoort 1996) 91-99.<br />
33 A. Ervynck en W. Van Neer, ‘De voedselvoorziening in <strong>de</strong> Sint-Salvatorsabdij te Ename (stad Ou<strong>de</strong>naar<strong>de</strong>, prov. Oost-<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren) Been<strong>de</strong>ren on<strong>de</strong>r een keukenvloer (1450-1550 A.D.)’, Archeologie in Vlaan<strong>de</strong>ren 2 (Asse 1992) 419-434.<br />
34 I. Bødker Enghoff, ‘A medieval herring industry in Denmark and the importance of herring in eastern Denmark’, Archaeofauna<br />
5 (1996) 43-47.<br />
35 Ibi<strong>de</strong>m, 45; O. Crumlin-Pe<strong>de</strong>rsen, Archaeology and the sea (Amsterdam 1996) 24.<br />
36 Degrijse, ‘Schonense en Vlaamse kaakharingen’, 100-107.