download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
154 <strong>Holland</strong>se Nieuwe<br />
vrien<strong>de</strong>n. Op verzoek van zijn weduwe wer<strong>de</strong>n ze in 1950 als ‘beschaaf<strong>de</strong> genietbare geestigheid’<br />
alsnog gebun<strong>de</strong>ld en uitgegeven, voorzien van vertalingen door J.C. Bloem van <strong>de</strong><br />
Latijnse citaten. 18 Een van <strong>de</strong> prenten toont het eureka-moment van Beukelszoon die – zo te<br />
zien – tij<strong>de</strong>ns het berei<strong>de</strong>n van een maaltijd met drank, brood, haring en een uitje on<strong>de</strong>r het<br />
toeziend oog van zijn kat het haringkaken uitvindt (afb. 7). De prent hoort bij een citaat over<br />
dit verhaal uit Guicciardini’s beschrijving van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n. 19<br />
In <strong>de</strong> jaren vijftig van <strong>de</strong> 20ste eeuw is er een uitvoerige discussie gevoerd over <strong>de</strong> uitvin<strong>de</strong>r<br />
van het haringkaken. De twee opponenten waren Doorman en Degrijse. De Ne<strong>de</strong>rlandse historicus<br />
Doorman was een vurig pleitbezorger van <strong>de</strong> persoon Willem Beukels uit Biervliet die<br />
het kaken tussen 1315 en 1330 zou hebben geïntroduceerd. 20 De Belgische historicus Degrijse<br />
zette daar vraagtekens bij. Hij betwijfel<strong>de</strong> dat met het in bronnen genoem<strong>de</strong> ‘kaken’ wel<br />
overal het bovengenoem<strong>de</strong> procédé werd bedoeld, zette vraagtekens bij <strong>de</strong> figuur van <strong>de</strong> Biervlietse<br />
Beukelszoon, en kwam op grond van historisch materiaal bovendien met een alternatief<br />
in <strong>de</strong> vorm van Willem Beukel uit Hughevliet. 21 We gaan hier echter niet na<strong>de</strong>r in op <strong>de</strong><br />
oorsprong van het verhaal rond Beukelszoon. Want kijken we naar <strong>de</strong> archeologische bronnen,<br />
dan blijkt <strong>de</strong>ze ooit zo verwoe<strong>de</strong> discussie compleet achterhaald.<br />
Gekaakte haring en het Biddinghuizer Colfschip<br />
Archeologisch is het verschil tussen gekaakte en niet-gekaakte haring goed herkenbaar. 22<br />
Bij het kaken wor<strong>de</strong>n namelijk behalve <strong>de</strong> ingewan<strong>de</strong>n met één haal van het mes ook enkele<br />
botjes van <strong>de</strong> kop en van <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>rgor<strong>de</strong>l net achter <strong>de</strong> kieuwen weggesne<strong>de</strong>n (afb. 8).<br />
Vooral het relatief grote cleithrum verdwijnt op <strong>de</strong>ze manier, hoewel soms nog een klein aangesne<strong>de</strong>n<br />
stukje in <strong>de</strong> vis achterblijft. Ook het wat kleinere urohyale en het coracoi<strong>de</strong>um wor<strong>de</strong>n<br />
meestal weggesne<strong>de</strong>n. An<strong>de</strong>re botjes, zoals het epihyale, het keratohyale en het supracleithrale,<br />
wor<strong>de</strong>n bij het kaken soms wel, soms niet verwij<strong>de</strong>rd. Dit patroon, het wegsnij<strong>de</strong>n van<br />
een aantal specifieke skeleton<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, herkennen we wanneer we bij opgravingen van bijvoorbeeld<br />
een beerput met het afval van een huishou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> daarin teruggevon<strong>de</strong>n minuscule<br />
resten van vis on<strong>de</strong>rzoeken. Als het afval is van gekaakte haring vin<strong>de</strong>n we allerlei<br />
<strong>de</strong>len van het skelet terug, maar het cleithrum bijvoorbeeld, ontbreekt vrijwel geheel. Voorwaar<strong>de</strong><br />
om dit vast te kunnen stellen is wel dat er bij <strong>de</strong> opgraving zeer zorgvuldig verzameld<br />
wordt met behulp van een fijnmazige zeef. Als er gewoon met <strong>de</strong> hand wordt verzameld,<br />
vind je hooguit resten van grote vissoorten als kabeljauwen en steuren. De kleine botjes van<br />
<strong>de</strong> haring zullen dan zeker onopgemerkt blijven en verloren gaan.<br />
Illustratief zijn <strong>de</strong> onlangs on<strong>de</strong>rzochte visresten van het ‘Biddinghuizer Colfschip’. Dit<br />
vroeg-16<strong>de</strong>-eeuwse schip werd in 1992 even ten westen van Biddinghuizen in Flevoland opgegraven.<br />
23 De twintig meter lange kustvaar<strong>de</strong>r dankt zijn bijnaam aan <strong>de</strong> zestien <strong>de</strong>els com-<br />
18 C.T. van Valkenburg, ‘Inleiding’ in: Ibi<strong>de</strong>m, 5-7.<br />
19 M.L. Guicciardijn, Beschriyvinghe van alle <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r-lan<strong>de</strong>n; an<strong>de</strong>rssins ghenoemt Ne<strong>de</strong>r-Duytslandt (Amsterdam 1612) 311.<br />
20 G. Doorman, ‘Het haringkaken en Willem Beukels’, <strong>Tijdschrift</strong> voor Geschie<strong>de</strong>nis 69 (1956) 371-386.<br />
21 R. Degrijse ‘Schonense en Vlaamse kaakharing in <strong>de</strong> 14<strong>de</strong> eeuw’, Bijdragen voor <strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n 12 (1957) 100-<br />
107.<br />
22 M. Seeman, ‘Fish remains from Smeerenburg, a 17th century Dutch whaling station on the westcoast of Spitsbergen’ in:<br />
D.C. Brinkhuizen en A.T. Clason (red.), Fish and archaeology. Studies in osteometry, taphonomy, seasonality and fishing methods<br />
(BAR International Series 294) (Oxford 1986) 129-139.<br />
23 Locatie kavel M11. J.M.A.M. Morel, ‘Het “Biddinghuizer Colfschip” in: A.K. Bootsma et al. (red.), Drooggelegd land – blootgelegd<br />
verle<strong>de</strong>n (Cultuur <strong>Historisch</strong> Jaarboek voor Flevoland) (Lelystad 1993) 25-38.