Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 7.<br />
Statuuthoppen<br />
7.1. Introductie<br />
Het statuut waar<strong>in</strong> een onderzoeker een academische loopbaan beg<strong>in</strong>t is niet noodzakelijk<br />
ook dit waar<strong>in</strong> hij of zij die beë<strong>in</strong>digt. Tussen de eerste aanstell<strong>in</strong>g en de laatste<br />
aanstell<strong>in</strong>g als junior onderzoeker of het doctoraat kan er meerdere malen van statuut<br />
veranderd worden, afhankelijk van de beschikbare f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g. Zo kan iemand bijvoorbeeld<br />
de loopbaan beg<strong>in</strong>nen als projectmedewerker, vervolgens meed<strong>in</strong>gen naar<br />
competitieve doctoraatsf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van het FWO en, <strong>in</strong>dien succesvol, overstappen<br />
naar het statuut van FWO-aspirant. Onderzoekers die doctoreren <strong>in</strong> de context van een<br />
specifiek project kunnen, na afloop van het ene project, hun onderzoekswerk mogelijk<br />
verder zetten <strong>in</strong> het kader van een ander project, of misschien een aanstell<strong>in</strong>g krijgen<br />
als assistent. Een FWO-aspirant kan na afloop van zijn mandaat nog enige tijd aangeworven<br />
worden als projectmedewerker om het doctoraat af te werken. Dit zijn slechts<br />
enkele voorbeelden van hoe het statuut van één persoon over de tijd kan veranderen. In<br />
alle analyses <strong>in</strong> dit boek wordt echter geen reken<strong>in</strong>g gehouden met deze variatie, maar<br />
wordt gekozen voor de bereken<strong>in</strong>g van het dom<strong>in</strong>ant statuut over de gehele loopbaan<br />
(of waar nodig, per academiejaar). Dit is een praktisch noodzakelijke oploss<strong>in</strong>g om tot<br />
overzichtelijke monitor<strong>in</strong>g te komen, maar een aantal aspecten van de onderzoekscarrière<br />
blijven op deze manier onderbelicht. Dit hoofdstuk breekt met de andere hoofdstukken,<br />
door te kijken naar wat er gebeurt met de analyses <strong>in</strong>dien we de verander<strong>in</strong>g<br />
van statuut wel <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g zouden brengen. Beïnvloedt de besliss<strong>in</strong>gsregel om enkel<br />
naar dom<strong>in</strong>ant statuut over de gehele loopbaan te kijken, de resultaten Kunnen er<br />
meer genuanceerde conclusies gemaakt worden op basis van een andere <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g dan<br />
die van dom<strong>in</strong>ant statuut Er wordt nagegaan hoe vaak en bij wie statuuthoppen voorkomt<br />
en of het ‘statuuthoppen’ <strong>in</strong>vloed heeft op de slaagkansen voor het behalen van<br />
een doctoraat.<br />
Om <strong>in</strong>zicht te krijgen op deze trends vertrekken we vanuit de variabelen betreffende het<br />
(personeels)statuut die opgenomen zijn <strong>in</strong> de databank. De variabele ‘dom<strong>in</strong>ant statuut’<br />
wordt telkens over de gehele loopbaan van de junior onderzoeker aangemaakt,<br />
maar is niet per se hetzelfde statuut waarop een junior onderzoeker <strong>in</strong>stroomt. Om het<br />
verschil aan te tonen tussen het dom<strong>in</strong>ant statuut en het statuut waarop er wordt <strong>in</strong>gestroomd<br />
<strong>in</strong> de HRRF-data, wordt een kruistabel tussen beide gemaakt (Tabel 7.1). Dit<br />
geeft ons al een eerste zicht op hoeveel en bij welke statuten er wordt veranderd. De<br />
startpositie bepaalt <strong>in</strong> belangrijke mate of er wordt veranderd of niet. Zo blijft 97,3%<br />
van diegene die starten <strong>in</strong> een competitief verworven mandaat (IWT, FWO of BOF) ook<br />
de langste periode van hun doctoraatstraject <strong>in</strong> dit statuut. Een heel kle<strong>in</strong> percentage<br />
stapt over van een dergelijk mandaat naar een assistentschap (1,6%) of naar een FWO ,<br />
IUAP- of BOF-project (1,1%). Opvallend is dat één derde van de onderzoekers weliswaar<br />
een FWO, IWT of BOF-mandaat als dom<strong>in</strong>ant statuut heeft maar er niet <strong>in</strong> is gestart:<br />
deze onderzoekers stroomden vooral door uit FWO-, IUAP- of BOF-projecten (11,8%)<br />
of uit projecten met andere f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g (16,9%). Projecten met ‘andere’ f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />
zijn ook de spr<strong>in</strong>gplank-statuten bij uitstek: slechts 58,6% van diegenen die er<strong>in</strong> star-<br />
93