Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Doctoraatstrajecten</strong> <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong><br />
studie neemt een vergelijkbare groep junior onderzoekers <strong>in</strong> beschouw<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> de<br />
periode 1990-1991 tot en met 2000-2001 aan een Vlaamse universiteit zijn begonnen.<br />
Dit verschil heeft voor een deel te maken met een positieve evolutie <strong>in</strong> doctoraatssucces<br />
over de voorbije drie decennia (zie verder), maar ook met een andere, meer correcte<br />
bereken<strong>in</strong>gswijze en mogelijks strengere clean<strong>in</strong>g van de aangeleverde data. In de<br />
HRRF is het bovendien mogelijk fijnmaziger filters toe te passen om junior onderzoekers<br />
te identificeren die zich met grote zekerheid <strong>in</strong> een doctoraatstraject bev<strong>in</strong>den, en<br />
junior onderzoekers uit te sluiten van wie we onvoldoende gegevens hebben om een<br />
betrouwbare startdatum voor het doctoraat te bepalen of een echt engagement om te<br />
doctoreren af te leiden.<br />
De succesgraden <strong>in</strong> deze studie worden standaard berekend voor alle junior onderzoekers<br />
met een wetenschappelijk statuut of een bursaalstatuut aan de Vlaamse universiteiten,<br />
b<strong>in</strong>nen een periode van acht jaar na startdatum, overeenstemmend met een<br />
gemiddelde van 42,1%. De gemiddelde succesgraad van 51,6%, daarentegen, een bereken<strong>in</strong>g<br />
waar<strong>in</strong> bovenvermelde filters worden toegepast, is echter een meer realistische<br />
<strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g <strong>in</strong> doctoraatsonderzoek.<br />
Succesgraad naar <strong>in</strong>stroomcohorte<br />
Wanneer we de evolutie van de succesgraad b<strong>in</strong>nen een termijn van acht jaar bekijken<br />
(zie Figuur 5.12), zien we over de jaren heen een stijg<strong>in</strong>g van de slaagkans van 36,5%<br />
voor onderzoekers <strong>in</strong>gestroomd tijdens het academiejaar 1990-1991 tot 50,5% tijdens<br />
het academiejaar 2000-2001. Deze slaagkansen moeten we modifiëren naar respectievelijk<br />
43,6% voor het <strong>in</strong>stroomjaar 1990-1991 en 62,4% voor het <strong>in</strong>stroomjaar 2000-<br />
2001 <strong>in</strong>dien enkel reken<strong>in</strong>g wordt gehouden met onderzoekers die een doctoraatsverplicht<strong>in</strong>g<br />
hebben, of van wie we op zijn m<strong>in</strong>st kunnen verwachten dat ze doctoraatsambities<br />
hebben. Hoewel de daaropvolgende cohorten nog geen volledige acht jaar kunnen<br />
worden gevolgd, kan uit de reeds merkbare hoge succesratio’s op kortere termijn<br />
worden verwacht dat de stijgende slaagpercentages zich verder zetten (niet <strong>in</strong> figuur).<br />
Hoewel een <strong>in</strong>ternationale vergelijk<strong>in</strong>g nooit volledig reken<strong>in</strong>g kan houden met de<br />
diverse beïnvloedende factoren <strong>in</strong> doctoraatsonderzoek liggen deze rendementscijfers<br />
volledig <strong>in</strong> de lijn van Nederlandse promovendi die een arbeidsovereenkomst en een<br />
doctoraatsverplicht<strong>in</strong>g hebben: 63% van de onderzoekers die <strong>in</strong> 2003 <strong>in</strong> een doctoraatstraject<br />
stapte aan een Nederlandse universiteit, behaalde b<strong>in</strong>nen een termijn van zeven<br />
jaar de doctorstitel (VSNU, 2009).<br />
62