Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 8. Vrouwen <strong>in</strong> de academische wereld. Op naar meer gendergelijkheid <strong>in</strong> het doctoraatstraject<br />
alleen tijdens het doctoraatstraject maar meer nog <strong>in</strong> de aanloopfase naar een vaste<br />
benoem<strong>in</strong>g (Etzkowitz et al., 1994).<br />
In <strong>in</strong>ternationaal onderzoek wordt vaak een positief beeld geschetst als zou de genderongelijkheid<br />
ook <strong>in</strong> derde cyclus van het hoger onderwijs zijn uitgewist. Hierbij wordt<br />
echter vaak de <strong>in</strong>teractie met het wetenschapsgebied over het hoofd gezien (Mastekaasa,<br />
2005). Zo vond Siegel (2005) geen verschillen naar geslacht per se, maar wel b<strong>in</strong>nen<br />
sommige wetenschapsgebieden. Hoewel er <strong>in</strong> de sociale, humane en medische<br />
wetenschappen gendergelijkheid heerst of vrouwen zelfs vaker doctoreren dan mannen,<br />
blijven ze <strong>in</strong> de m<strong>in</strong>derheid bij de exacte wetenschappen (41% – EU27 gemiddelde)<br />
en zeker bij de <strong>in</strong>genieurswetenschappen (25% – EU27 gemiddelde) (European Commission,<br />
2009). Hoewel de genderongelijkheid <strong>in</strong> deze richt<strong>in</strong>gen vandaag de dag heel<br />
wat m<strong>in</strong>der uitgesproken is dan vroeger, is de kloof nog niet gedicht. Veel heeft te<br />
maken met de cultuur die b<strong>in</strong>nen deze wetenschapsgebieden heerst en overwegend<br />
‘mannelijk gedom<strong>in</strong>eerd’ wordt (Etzkowitz, Kemelgor & Uzzi, 2000). Dit verklaart vaak<br />
de ongelijke verdel<strong>in</strong>g bij de <strong>in</strong>stroom van een doctoraat. Het probleem wordt vaak<br />
voorgesteld aan de hand van de ‘leaky pipel<strong>in</strong>e’ metafoor (Sonnert, 1999): het aandeel<br />
vrouwen daalt gradueel naarmate men hoger op de carrièreladder kijkt. Het is een fenomeen<br />
dat mogelijk <strong>in</strong> alle wetenschapsgebieden van kracht is, maar extra voelbaar is <strong>in</strong><br />
de exacte en toegepaste wetenschappen omdat de ondervertegenwoordig<strong>in</strong>g van vrouwen<br />
daar al start tijdens de middelbare school. De pijpleid<strong>in</strong>g lekt dus op verschillende<br />
cruciale momenten <strong>in</strong> de (onderwijs)carrière van vrouwen. Als remedie wordt gepoogd<br />
om zowel meer (vrouwelijke) jongeren <strong>in</strong> deze richt<strong>in</strong>gen te krijgen, als de uitval te<br />
beperken en de terugkeer te bevorderen. Zolang de structurele en culturele factoren<br />
niet worden aangepakt, blijft de leid<strong>in</strong>g lekken (Sonnert, 1999).<br />
In Figuur 8.5 worden de verschillen voorgesteld van het aandeel mannen en vrouwen<br />
dat <strong>in</strong> de ‘harde wetenschappen’ start tegenover de totale studentenbevolk<strong>in</strong>g van<br />
zowel master- als doctoraatsniveau. Gemiddeld over 27 Europese landen kiest 38,6%<br />
van alle mannen b<strong>in</strong>nen het hoger onderwijs voor een studiericht<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen de exacte<br />
of toegepaste wetenschappen, tegenover slechts 13,5% van alle vrouwen. <strong>Vlaanderen</strong><br />
doet het net iets beter dan Wallonië, maar blijft onder het Europees gemiddelde met<br />
31,5% mannen en 8,8% vrouwen die kiezen voor de exacte of toegepaste wetenschappen.<br />
Het verschil tussen het aandeel mannen en vrouwen blijft <strong>in</strong> al deze landen hoog<br />
(Eurostat, 2010). De kloof <strong>in</strong> dergelijke richt<strong>in</strong>gen blijkt dus heel wat moeilijker te<br />
dichten dan de algemenere kloof die aanwezig is b<strong>in</strong>nen het hoger onderwijs.<br />
131