01.01.2015 Views

Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent

Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent

Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 10. Doctoreren bij buitenlandse onderzoekers <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong><br />

De algemene succesgraad naar nationaliteit toont aan dat onderzoekers van buiten de<br />

EU het vaakst hun doctoraatstraject succesvol afronden. Buitenlanders van andere EUlanden<br />

doen het hier het slechtst.<br />

Naar leeftijd bij <strong>in</strong>stroom zien we bij Belgen en buitenlanders van andere Europese landen<br />

een duidelijke dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de doctoraatskans bij het ouder worden, terwijl deze bij<br />

niet-EU doctoraatsstudenten tot de leeftijd van 40 jaar zeer hoog blijft.<br />

De doctoraatskans van assistenten en van onderzoekers met een competitief verworven<br />

mandaat van het IWT of FWO kan moeilijk vergeleken worden tussen de verschillende<br />

nationaliteitsgroepen aangezien het aantal buitenlanders (vooral van buiten de EU)<br />

zeer laag ligt <strong>in</strong> deze categorieën. Opvallend is wel dat het doctoraatssucces van onderzoekers<br />

met een competitief verworven mandaten van Vlaamse universiteiten en met<br />

een aanstell<strong>in</strong>g op projecten (zowel langdurige fundamentele projecten als ‘andere’<br />

projecten) bij niet-EU onderzoekers een heel stuk hoger ligt dan bij Belgen en bij onderzoekers<br />

van b<strong>in</strong>nen de EU. De hoge slaagkans van niet-EU onderzoekers op ‘andere’<br />

projectf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g kan betekenen dat deze projectmiddelen vaak flexibeler kunnen<br />

worden aangewend om buitenlandse onderzoekers enige tijd naar hier te halen om hun<br />

doctoraat af te werken.<br />

Bij junior onderzoekers uit alle nationaliteitsgroepen ligt de doctoraatskans <strong>in</strong> de<br />

tweede, meer recente cohorte een stuk hoger dan <strong>in</strong> de eerste cohorte. Het verschil tussen<br />

beide cohorten is het grootst bij junior onderzoekers van buiten de EU en het<br />

kle<strong>in</strong>st bij buitenlandse onderzoekers van b<strong>in</strong>nen de EU.<br />

Terwijl de slaagkans bij Belgische onderzoekers <strong>in</strong> de exacte wetenschappen het hoogst<br />

ligt, ligt de doctoraatskans <strong>in</strong> deze wetenschapscluster bij de buitenlandse onderzoekers,<br />

vooral EU-onderzoekers, een heel stuk lager. Het feit dat het aandeel competitief<br />

verworven mandaten van FWO en IWT <strong>in</strong> deze wetenschapsclusters groter is, en dat<br />

deze vaker aan Belgische onderzoekers dan aan buitenlanders werd/wordt toegewezen,<br />

kan dit grotendeels verklaren. Opvallend is dat de succesgraden <strong>in</strong> alle andere wetenschapsclusters<br />

veel hoger liggen bij onderzoekers van buiten de EU dan bij Belgische en<br />

EU-onderzoekers.<br />

Wanneer we kijken naar de genderverschillen zien we dat bij de Belgische junior onderzoekers<br />

mannen vaker een doctoraat behalen dan hun vrouwelijke collega’s. Bij de buitenlandse<br />

onderzoekers zagen we een ondervertegenwoordig<strong>in</strong>g van vrouwen bij de<br />

<strong>in</strong>stroom van het doctoraatstraject, maar van zodra ze deze horde overwonnen hebben<br />

is hun slaagkans even groot als die van hun mannelijke collega’s.<br />

Tot slot kunnen we ons de vraag stellen of de algemeen lagere doctoraatskansen van<br />

buitenlandse onderzoekers enkel door hun nationaliteit worden bepaald of dat deze<br />

verschillen ook verklaard kunnen worden door hun verschillen <strong>in</strong> aanstell<strong>in</strong>gssituatie.<br />

Tabel 10.1 toonde immers aan dat het profiel van een Belgische en buitenlandse junior<br />

onderzoekers sterk van elkaar verschilt, met name voor de variabele ‘statuut’. Buitenlandse<br />

junior onderzoekers v<strong>in</strong>den we m<strong>in</strong>der vaak terug <strong>in</strong> de statuten met de hoogste<br />

doctoraatskans (competitief verworven mandaten) en vaker <strong>in</strong> de statuten met de laagste<br />

doctoraatskans (‘andere’ projecten). Bovendien is de situatie van EU-onderzoekers<br />

nog m<strong>in</strong>der gunstig dan deze van niet-EU onderzoekers.<br />

169

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!