Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bijlagen<br />
wordt uitgezuiverd, doen ze het nog steeds beter dan andere wetenschapsclusters, maar<br />
de kloof is aanzienlijk kle<strong>in</strong>er geworden. De <strong>in</strong>teractie-effecten met statuut komen aan<br />
bod <strong>in</strong> Hoofdstuk 8. De verschillen tussen statuten na controle van de andere factoren<br />
blijven erg groot. Zo doctoreert slechts 17,3% van de junior onderzoekers die enkel gef<strong>in</strong>ancierd<br />
worden met middelen uit niet-fundamentele onderzoeksprojecten. Ook assistenten<br />
en junior onderzoekers (wetenschappelijke medewerkers veel meer dan bursalen)<br />
op een FWO, BOF of IUAP-project, hebben vrij lage slaagpercentages. Alle competitief<br />
verworven statuten doen het dan weer zeer goed, niet alleen junior onderzoekers<br />
met een IWT-specialisatiebeurs, maar ook FWO-aspiranten (76,3%) en BOF-mandaathouders<br />
(68,6%).<br />
Tot slot werden nog een aantal andere factoren <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g gebracht, zoals ook bij de<br />
survival analyses het geval was: nationaliteit, <strong>in</strong>stroomcohorte en leeftijd. Deze laatste<br />
blijkt ook een niet-onbelangrijke voorspeller te zijn: onderzoekers die reeds boven de<br />
40 jaar zijn als ze met onderzoek starten, hebben lagere slaagkansen dan diegene die 40<br />
jaar zijn of jonger en zeker tegenover diegene die starten op een leeftijd jonger dan 25.<br />
Daarnaast blijkt dat de geobserveerde cijfers voor nationaliteit een aantal zaken verborgen<br />
houden: zo doen buitenlanders uit de Europese Unie het m<strong>in</strong>der goed dan Belgen<br />
en veel m<strong>in</strong>der goed dan niet-EU onderzoekers, maar na controle doen ze het ongeveer<br />
even goed als de Belgen (het verschil <strong>in</strong> percentages tussen Belgen en buitenlanders uit<br />
de EU fluctueert naargelang het aantal jaren dat <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g wordt gebracht tot doctoreren,<br />
namelijk vier, zes of acht jaar). Hier wordt dieper op <strong>in</strong>gegaan <strong>in</strong> het Hoofdstuk<br />
10. De tweede <strong>in</strong>stroomcohorte (1997-2004) doet het beter dan de eerste <strong>in</strong>stroomcohorte<br />
(1990-1997) zoals we al uit Hoofdstuk 5 konden opmaken.<br />
Tabel 8.4.1: Percentage gedoctoreerden 1 en sterkte van de belangrijkste factoren<br />
(N: 14461) 2<br />
Factoren Gemiddeld slaagpercentage Sterkte factor<br />
N Geobserveerd% Aangepast a % Èta Bèta b<br />
Geslacht*** Man 8361 47,0 45,5 0,083 0,047<br />
Vrouw zonder zwangerschap<br />
Vrouw met zwangerschap<br />
5481 39,2 40,7<br />
619 34,9 41,3<br />
Dom<strong>in</strong>ante wetenschapscluster***<br />
Medische 3173 47,7 48,4 0,244 0,167<br />
Humane 2253 31,0 33,2<br />
Sociale 2545 25,6 31,9<br />
Toegepaste 3179 45,4 44,8<br />
Exacte 3311 60,0 53,5<br />
Dom<strong>in</strong>ant statuut*** Assistent 3907 34,8 38,8 0,469 0,425<br />
IWT/FWO 3056 81,7 77,3<br />
BOF 492 71,5 68,7<br />
FWO-, BOF-, IUAPproject<br />
Project andere<br />
f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />
3291 44,8 43,4<br />
3715 16,5 17,4<br />
231