01.01.2015 Views

Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent

Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent

Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 5. Basisgegevens omtrent junior onderzoekers, doctoraten en mobiliteit<br />

Figuur 5.11: Aandeel behaalde doctoraten per academiejaar naar geslacht<br />

70%<br />

65%<br />

60%<br />

55%<br />

50%<br />

45%<br />

40%<br />

35%<br />

30%<br />

Man<br />

Vrouw<br />

1995-1996<br />

1996-1997<br />

1997-1998<br />

1998-1999<br />

1999-2000<br />

2000-2001<br />

2001-2002<br />

2002-2003<br />

2003-2004<br />

2004-2005<br />

2005-2006<br />

2006-2007<br />

2007-2008<br />

2008-2009<br />

Bron: HRRF 2<br />

5.4. Succesgraden<br />

42,1% van alle onderzoekers die tussen 1990-1991 en 2000-2001 <strong>in</strong>gestroomd zijn aan<br />

een Vlaamse universiteit, of ze nu enige doctoraatsambitie hadden of niet, hebben<br />

gemiddeld b<strong>in</strong>nen een termijn van 8 jaar een doctoraat behaald (niet <strong>in</strong> figuur). Daartoe<br />

behoren echter ook onderzoekers die werkzaam zijn b<strong>in</strong>nen statuten waarvan niet<br />

kan worden verwacht dat ze doctoreren: dit zijn onderzoekers uit categorie 7, 8 en R,<br />

maar ook de ‘wetenschappelijke medewerkers’ uit categorie 6b die tewerkgesteld zijn<br />

op projecten van strategisch basisonderzoek of toegepast onderzoek, en plaatsvervangende<br />

assistenten.<br />

Als we de analyses van succesratio enkel toepassen op diegenen van wie we redelijkerwijs<br />

kunnen verwachten dat ze aan een doctoraat werken (onderzoekers <strong>in</strong> categorieën<br />

1a, 2, 3, 4, 5, 6a), ligt de globale succesgraad voor dezelfde periode op 51,6% (niet <strong>in</strong><br />

figuur). Alle assistenten (1a), mandaathouders van een doctoraatsbeurs (2, 3, 4) en bursalen<br />

op projecten (5a, 6a) hebben een doctoraatsverplicht<strong>in</strong>g, en van de meeste wetenschappelijke<br />

medewerkers tewerkgesteld <strong>in</strong> het kader van fundamentele onderzoeksprojecten<br />

kunnen we verwachten dat ze academische ambities hebben. In de vroegere<br />

periode die de HRRF-databank bestrijkt, is het verschil tussen bursalen en<br />

wetenschappelijke medewerkers tewerkgesteld op projecten irrelevant aangezien het<br />

bursaalstatuut voor de universiteiten pas medio de jaren ‘90 zijn <strong>in</strong>gang vond. Voor<br />

onderzoekers die later zijn <strong>in</strong>gestroomd, wel (zie verder).<br />

Als we vergelijken met de succesratio’s die <strong>in</strong> de vorige doctoraatsstudies <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong><br />

werden berekend (Visser & Moed, 2006) stellen we hogere succesratio’s vast <strong>in</strong> de huidige<br />

bereken<strong>in</strong>gen. De gemiddelde slaagpercentages van 34% <strong>in</strong> de studie van Visser &<br />

Moed waren het resultaat van een analyse van doctoraatstrajecten van onderzoekers<br />

<strong>in</strong>gestroomd <strong>in</strong> de periode 1991-1997; de gemiddelde succesgraad van 42,1% <strong>in</strong> deze<br />

61

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!