Hoofdstuk 10. Doctoreren bij buitenlandse onderzoekers <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong> doctoraatsduur tussen de wetenschapscluster ‘wetenschappen’ en alle andere wetenschapsclusters m<strong>in</strong>der groot of verschillen ze niet significant. Dit wijst erop dat de wetenschapscluster waartoe deze junior onderzoekers behoren een m<strong>in</strong>der grote rol speelt <strong>in</strong> de tijd die ze nodig hebben om een doctoraat te behalen, dan dat dit het geval is voor Belgische en andere EU-onderzoekers. Wanneer we de prestaties van junior onderzoekers vergelijken <strong>in</strong> de verschillende <strong>in</strong>stroomcohortes zien we dat de buitenlandse onderzoekers die <strong>in</strong>gestroomd zijn <strong>in</strong> de academiejaren 2004-2005 tot en met 2008-2009 er significant langer over gedaan hebben dan hun collega’s die <strong>in</strong>stroomden <strong>in</strong> de eerste <strong>in</strong>stroomcohorte. Bij de Belgen behalen junior onderzoekers <strong>in</strong>gestroomd <strong>in</strong> de tweede cohorte significant sneller hun doctoraat dan junior onderzoekers uit de eerste <strong>in</strong>stroomcohorte. Naar leeftijd zien we algemeen dat bij Belgen en bij buitenlandse onderzoekers van andere EU-landen de doctoraatsduur toeneemt naarmate de leeftijd op het moment van <strong>in</strong>stroom bij de junior onderzoekers hoger is terwijl bij de onderzoekers uit niet-EU landen deze doctoraatsduur juist afneemt naarmate ze ouder worden. Tot slot zien we <strong>in</strong> Tabel 10.4 dat mannen sneller hun doctoraat behalen bij Belgische junior onderzoekers en vooral bij junior onderzoekers van buiten de EU. Het effect van gender is bij beide nationaliteitsgroepen wel het kle<strong>in</strong>st van alle variabelen (niet <strong>in</strong> tabel). Bij junior onderzoekers van andere EU-landen scoren mannen niet significant beter dan vrouwen. Tabel 10.5: Resultaten voor de gebeurtenissenanalyse (tijd tot uitval) naar nationaliteitsgroep Belgische onderzoekers Buitenlandse EU-onderzoekers Niet-EU onderzoekers Hazard 95% Hazard 95% Hazard 95% ratio <strong>in</strong>terval a p ratio <strong>in</strong>terval a p ratio <strong>in</strong>terval a p Geslacht Man 1,000 1,000 1,000 Vrouw 1,146 1,094 1,201 *** 0,955 0,835 1,092 0,984 0,826 1,173 Instroomcohorte 1990-1996 1,000 1,000 1,000 1997-2003 0,748 0,713 0,786 *** 0,915 0,790 1,061 0,616 0,505 0,751 *** 2004-2008 0,247 0,226 0,270 *** 0,216 0,172 0,272 *** 0,103 0,077 0,140 *** Wetenschapscluster Exacte 1,000 1,000 1,000 Medische 1,221 1,127 1,323 *** 0,946 0,788 1,136 0,641 0,502 0,819 *** Humane 1,611 1,484 1,749 *** 0,899 0,717 1,126 0,890 0,661 1,197 Sociale 1,699 1,574 1,834 *** 0,810 0,647 1,015 1,403 1,047 1,879 * Toegepaste 1,271 1,174 1,377 *** 0,728 0,607 0,874 *** 0,778 0,633 0,957 * Statuut Project andere f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g 1,000 1,000 1,000 Assistent 0,343 0,324 0,363 *** 0,340 0,260 0,443 *** 0,273 0,175 0,425 *** 173
<strong>Doctoraatstrajecten</strong> <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong> Belgische onderzoekers Buitenlandse EU-onderzoekers Niet-EU onderzoekers Hazard 95% Hazard 95% Hazard 95% ratio <strong>in</strong>terval a p ratio <strong>in</strong>terval a p ratio <strong>in</strong>terval a p Competitief mandaat (FWO, IWT) Competitief mandaat (BOF) FWO-, BOF-, IUAP- project 0,117 0,106 0,128 *** 0,157 0,088 0,280 *** 0,000 - - - 0,197 0,163 0,238 *** 0,246 0,170 0,356 *** 0,130 0,094 0,179 *** 0,338 0,318 0,360 *** 0,437 0,378 0,505 *** 0,484 0,409 0,574 *** Leeftijd < 26 jaar 1,000 1,000 1,000 26-30 jaar 1,232 1,158 1,311 *** 1,586 1,342 1,873 *** 1,275 0,993 1,637 31-35 jaar 1,195 1,067 1,338 ** 1,933 1,585 2,358 *** 1,868 1,437 2,429 *** 36-40 jaar 1,147 0,968 1,359 2,247 1,694 2,979 ** 1,698 1,239 2,326 *** > 40 jaar 1,193 1,007 1,413 * 3,110 2,359 4,099 * 3,674 2,731 4,942 ** *: p