01.01.2015 Views

Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent

Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent

Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 4. Hoe meet je succes<br />

vóór ze aan een Vlaamse universiteit verbonden waren. Hun doctoraatsduur is <strong>in</strong> de<br />

bereken<strong>in</strong>gen van deze studie een onderschatt<strong>in</strong>g van de werkelijkheid. Ook bij onderzoekers<br />

zonder een academisch personeelsstatuut of bursaalstatuut – die bijvoorbeeld<br />

<strong>in</strong> hun vrije tijd, met eigen middelen of <strong>in</strong> het kader van een tewerkstell<strong>in</strong>g buiten de<br />

universiteit aan doctoraatsonderzoek werken – is de bepal<strong>in</strong>g van een startdatum moeilijk,<br />

zeker omdat <strong>in</strong> het verleden de start van hun doctoraatsonderzoek veelal niet (of<br />

niet correct) <strong>in</strong> universitaire databanken werd geregistreerd. De doctoraatsduur van<br />

wetenschappelijke medewerkers, daarentegen, kan dan weer een overschatt<strong>in</strong>g van hun<br />

werkelijke doctoraatsduur zijn. Mogelijks ontwikkelde de <strong>in</strong>tentie om een doctorstitel<br />

te behalen, zich pas na enkele jaren onderzoekstijd. De betere registratie <strong>in</strong> de laatste<br />

jaren via de (aan de meeste <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen verplichte) <strong>in</strong>schrijv<strong>in</strong>g voor het doctoraat als<br />

student, zal het berekenen van tijdsvariabelen voor de meest recent gestarte cohorte<br />

doctoraatstudenten zeker vergemakkelijken. Toch zal het nodig blijven om bij het<br />

aspect ‘duurtijd’ het adm<strong>in</strong>istratieve registratiemoment af te toetsen aan de werkelijke<br />

context van het onderzoeksgebeuren.<br />

Een andere kantteken<strong>in</strong>g moet worden geplaatst bij de diverse <strong>in</strong>terpretaties van ‘duurtijd’.<br />

Beschouwen we enkel de kalendertijd die verloopt tussen start- en e<strong>in</strong>ddatum, en<br />

gaan we ervan uit dat de startdatum goed gedef<strong>in</strong>ieerd kan worden, dan is de tijd-totdoctoreren<br />

bereken<strong>in</strong>g eenduidig. In geval van afwezigheid wegens ziekte, moederschapsrust,<br />

een andere vorm van verlof of een periode van tijdelijke werkloosheid tussen<br />

contracten, geeft de kalendergebaseerde ‘duurtijd’ echter een vertekend beeld. Om<br />

daaraan tegemoet te komen wordt <strong>in</strong> sommige hoofdstukken <strong>in</strong> deze studie waar dit<br />

relevant is, afgeweken van de standaard def<strong>in</strong>itie voor ‘tijd tot doctoreren’ en worden<br />

afwezigheden wel <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g gebracht. Op die manier wordt de efficiëntie van de werkelijk<br />

gef<strong>in</strong>ancierde onderzoekstijd berekend, naast de <strong>in</strong>ternationaal meer gangbare<br />

def<strong>in</strong>itie die enkel het verschil tussen e<strong>in</strong>d- en startdatum verrekent.<br />

Om de evolutie <strong>in</strong> het doctoraatsrendement over de tijd te kunnen volgen, moet de<br />

periode waarover ‘succes’ gemeten wordt, dezelfde zijn voor alle cohortes. De methodologie<br />

die <strong>in</strong> de eerdere doctoraatsstudies werd gehanteerd, gaf een vertekend beeld van<br />

de evolutie <strong>in</strong> doctoraatssucces over de tijd omdat de observatietijd voor een junior<br />

onderzoeker die gestart was <strong>in</strong> 1990-1991 veel groter was dan voor een junior onderzoeker<br />

die <strong>in</strong> 1999-2000 was gestart (Visser & Moed, 2000; Deschrijver et al., 2001). Op<br />

basis van de analyses op de HRRF-databank stellen we vast dat het grootste deel van de<br />

junior onderzoekers dat een doctoraat behaalt, dit <strong>in</strong> de periode van vier tot zes jaar na<br />

startdatum doet. Na zes jaar blijft de kans dat iemand nog doctoreert, toenemen, maar<br />

vanaf acht jaar na startdatum wordt het aandeel onderzoekers dat alsnog een doctoraat<br />

behaalt, zeer kle<strong>in</strong>. Om die reden werd <strong>in</strong> deze studie als standaard een tijdsframe van<br />

acht jaar opgesteld om doctoraatssucces te kunnen meten voor verschillende <strong>in</strong>stroomcohortes.<br />

Iemand die na acht jaar doctoreert is weliswaar succesvol voor wat het behalen<br />

van de doctorstitel betreft, maar als het de bedoel<strong>in</strong>g is om het rendement van de<br />

(tijds)<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g te kunnen meten is het ‘afsluiten’ van de meettijd na acht jaar perfect<br />

verantwoordbaar. Deze methode biedt immers de mogelijkheid om met dezelfde ijkpunten<br />

trends over de tijd te monitoren en om verschillen tussen diverse cohorten,<br />

geslachten, nationaliteiten en f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gssituaties van doctoraatsonderzoekers te<br />

43

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!