Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Dwars doorheen twee decennia doctoraatstrajecten <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong><br />
kwart van alle nieuwe doctorstitels. Het resterende kwart van de doctorstitels<br />
wordt verdeeld tussen de sociale en humane wetenschappen.<br />
• Een stijgende succesgraad: Van de onderzoekers die tussen 1990-1991 en 2000-<br />
2001 aan een doctoraatstraject begonnen, behaalde de helft (51,6%) een doctoraat<br />
b<strong>in</strong>nen een periode van acht jaar na startdatum. Achter dit globale cijfer voor de<br />
volledige cohorte schuilt een sterk stijgende trend: van 43,6% naar 62,4%. Met<br />
andere woorden: twee op de drie doctoraatsonderzoekers behalen tegenwoordig<br />
de doctorstitel b<strong>in</strong>nen een redelijke termijn van acht jaar. Breiden we de bereken<strong>in</strong>g<br />
van succesgraden uit naar alle junior onderzoekers aan een Vlaamse universiteit<br />
– dus ook diegenen die niet <strong>in</strong> een specifiek doctoraatstraject zitten – dan is<br />
de succesgraad voor de meest recente cohorte (<strong>in</strong>stromers uit het academiejaar<br />
2000-2001) 50,5%. Hoewel dit laatste cijfer m<strong>in</strong>der representatief is voor het meten<br />
van ‘doctoraatsrendement’, worden de verdere bereken<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> deze studie wel<br />
voor deze volledige junior onderzoekspopulatie gemaakt, precies met de bedoel<strong>in</strong>g<br />
om de differentiatie tussen diverse aanstell<strong>in</strong>gsstatuten te kunnen illustreren.<br />
• Naar wetenschapscluster. De succesgraad ligt over de hele periode berekend het<br />
hoogst bij onderzoekers <strong>in</strong> de exacte wetenschappen, maar de medische en de toegepaste<br />
wetenschappen beg<strong>in</strong>nen deze sterke score te benaderen. Onderzoekers uit<br />
de humane en de sociale wetenschappen behalen de laagste succesgraden, maar<br />
ook bij hen vertonen de slaagkansen een stijgend patroon. De algemene toename<br />
van de succesgraad manifesteert zich niet <strong>in</strong> de exacte wetenschappen.<br />
• Het statuut waarop onderzoekers werkzaam zijn, heeft een zeer sterke <strong>in</strong>vloed op<br />
de doctoraatskansen van junior onderzoekers. De succesgraad ligt <strong>in</strong> het algemeen<br />
het hoogst bij onderzoekers die vroeg of laat <strong>in</strong> hun predoctorale carrière een competitief<br />
mandaat hebben verworven bij het FWO of IWT: het percentage behaalde<br />
doctoraten bij deze onderzoekers fluctueert over de jaren heen tussen 74,8% en<br />
84,5%. Zij worden gevolgd door onderzoekers met een competitief verworven mandaat<br />
van de eigen universiteit. Bij assistenten stellen we een lichte stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> succesgraad<br />
vast, maar voor hen is een periode van acht jaar onvoldoende om het rendement<br />
van de <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g echt te kunnen meten. Onderzoekers die zijn aangesteld<br />
b<strong>in</strong>nen een project voor fundamenteel onderzoek, zijn nu ook veel meer dan vroeger<br />
gericht op het behalen van de doctorstitel. De laagste succesgraden v<strong>in</strong>den we<br />
terug bij onderzoekers die tijdens hun loopbaan enkel werden tewerkgesteld op<br />
‘andere’ projecten (zoals beleidsgericht onderzoek, onderzoek op vraag van bedrijven):<br />
hun doctoraatskans fluctueert over de jaren heen tussen de 10% en 20%, maar<br />
dit betreft dan ook onderzoekers die meestal geen ambitie noch enige verplicht<strong>in</strong>g<br />
hebben om te doctoreren.<br />
• Naar gender. Het percentage onderzoekers dat een doctoraat behaalt, ligt steeds<br />
hoger bij mannelijke onderzoekers dan bij hun vrouwelijke collega’s. Bij de onderzoekers<br />
die zijn gestart <strong>in</strong> 2000-2001, behaalde 57,0% van de mannen een doctoraat<br />
en 42,4% van de vrouwen. De kans op succes steeg de voorbije tien jaar sterker bij<br />
mannen dan bij vrouwen – een m<strong>in</strong>der goed signaal voor het verhoopte genderevenwicht.<br />
3