Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
Doctoraatstrajecten in Vlaanderen - Universiteit Gent
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 3. Methodologie<br />
Personeelsstatuut<br />
In de adm<strong>in</strong>istratieve databanken van de personeelsdiensten van de Vlaamse universiteiten<br />
worden diverse personeelscategorieën gehanteerd, de ene al <strong>in</strong> meer detail gedifferentieerd<br />
dan de andere. Om de gegevens van de vijf universiteiten vergelijkbaar te<br />
maken, werd de grootst gemene deler gezocht tussen de diverse personeelscategorieën<br />
die voldoende differentiatie mogelijk maakte voor analyses naar doctoraatsproductie.<br />
In de opdel<strong>in</strong>g die wordt gehanteerd, zijn <strong>in</strong> feite vier grote groepen te onderscheiden.<br />
Ook <strong>in</strong> de analyses b<strong>in</strong>nen deze studie worden statuten vaak gegroepeerd volgens deze<br />
bredere groepen.<br />
Een eerste groep onderzoekers zijn de assistenten (categorie 1a en 1c). Zij hebben doorgaans<br />
een deeltijdse onderzoeksopdracht en deeltijdse onderwijsopdracht – de verhoud<strong>in</strong>g<br />
tussen de componenten kan variëren al naargelang de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g, of al naargelang<br />
de onderwijslast <strong>in</strong> een specifiek semester. Deze mandaten worden doorgaans voor een<br />
periode van zes jaar (drie maal twee jaren) toegekend en gef<strong>in</strong>ancierd uit de werk<strong>in</strong>gstoelagen<br />
van de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Een verleng<strong>in</strong>g met een zevende jaar is <strong>in</strong> uitzonderlijke<br />
gevallen mogelijk. De praktijkassistenten worden <strong>in</strong> categorie 7 opgenomen aangezien<br />
zij uitsluitend een onderwijsopdracht hebben.<br />
Een tweede groep bestaat uit doctoraatsonderzoekers die via competitieve doctoraatsf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong> een persoonsgebonden mandaat hebben verworven. Dit<br />
kan enerzijds vanuit de middelen van een ‘externe’ f<strong>in</strong>ancier zoals het FWO-<strong>Vlaanderen</strong><br />
(vroeger NFWO) of het IWT (vroeger IWONL) – (respectievelijk categorie 2 en 3), hetzij<br />
vanuit de eigen <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g met BOF-middelen (categorieën 4a en 4b). De eerste deelgroep<br />
die door het FWO of IWT wordt gef<strong>in</strong>ancierd, krijgt <strong>in</strong> de huidige situatie een fiscaal<br />
vrijgestelde doctoraatsbeurs rechtstreeks van deze f<strong>in</strong>ancier, voor een maximale<br />
duur van vier jaar. De onderzoekers die via de BOF-middelen van de eigen <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g een<br />
competitief verworven doctoraatsmandaat genieten, kunnen hetzij als ‘doctoraatsbursaal’,<br />
hetzij als ‘wetenschappelijk medewerker’zijn aangeworven.<br />
Ook andere <strong>in</strong>stanties, bijvoorbeeld uit het buitenland, kunnen via competitieve f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />
steun aan doctoraatsonderzoek verlenen. Aangezien niet al deze fondsen <strong>in</strong> de<br />
adm<strong>in</strong>istratie van de Vlaamse universiteiten systematisch worden geregistreerd, zijn<br />
deze junior onderzoekers ook niet b<strong>in</strong>nen deze categorie opgenomen <strong>in</strong> de HRRF-databank.<br />
Zij vallen onder de groep ‘‘doctoraatsstudenten met uitsluitend een <strong>in</strong>schrijv<strong>in</strong>g<br />
voor het doctoraat’’ van wie de adm<strong>in</strong>istratieve universitaire gegevens pas s<strong>in</strong>ds de laatste<br />
jaren voldoende volledig en betrouwbaar zijn voor analysedoele<strong>in</strong>den.<br />
Een derde groep betreft aanstell<strong>in</strong>gen als wetenschappelijk personeel of als doctoraatsbursaal<br />
gef<strong>in</strong>ancierd met projectmiddelen. Uit eerdere studies (Visser & Moed, 2006)<br />
weten we dat onderzoekers tewerkgesteld op projectmiddelen ten behoeve van fundamenteel<br />
onderzoek een ander doctoraatspatroon vertonen dan onderzoekers actief<br />
b<strong>in</strong>nen projecten van strategisch basisonderzoek of toegepast onderzoek. Categorie 5<br />
betreft dus projecten gef<strong>in</strong>ancierd door het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek –<br />
<strong>Vlaanderen</strong>, het Bijzonder Onderzoeksfonds van de universiteiten, en het IUAP – het<br />
Programma Interuniversitaire Attractiepolen van de Belgische federale overheid,<br />
waarop zowel bursalen (5a) als wetenschappelijke medewerkers (5b) tewerkgesteld<br />
27