richtlijn Vroegtijdige opsporing aangeboren hartafwijkingen
richtlijn Vroegtijdige opsporing aangeboren hartafwijkingen
richtlijn Vroegtijdige opsporing aangeboren hartafwijkingen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
JGZ-standaard / <strong>Vroegtijdige</strong> <strong>opsporing</strong> van <strong>aangeboren</strong> <strong>hartafwijkingen</strong> 0-19 jaar<br />
19<br />
circulatie. Door het afnavelen treedt een herverdeling van de bloedstroom op. Diverse<br />
veranderingen treden direct bij de eerste ademhaling op. Een hoge druk is nodig voor<br />
de uitzetting van de longen. Deels komt dit tot stand doordat de thorax ineengedrukt<br />
wordt tijdens de uitdrijving via het baringskanaal. Maar het meeste vocht in de longen<br />
wordt verwijderd doordat de rechter ventrikeloutput voor een sterk toegenomen<br />
pulmonale circulatie zorgt. De zuurstof, aangevoerd tijdens de ademhaling, bewerkstelligt<br />
de verwijding van het longvaatbed, waardoor de pulmonale bloedstroom toeneemt.<br />
Het gevolg hiervan is, dat de bloedstroom in de venae pulmonales hoger<br />
wordt, evenals de output van de linker ventrikel.<br />
Overige hemodynamische veranderingen na de geboorte<br />
De sluiting van de ductus venosus<br />
Enkele minuten na de geboorte wordt de ductus venosus dichtgeknepen door het<br />
stoppen van de bloedstroom door de navelvene. Bij het merendeel van de zuigelingen<br />
is deze ductus na 14 dagen verschrompeld. Bij prematuren gebeurt dit iets later.<br />
De sluiting van het foramen ovale<br />
De druk in het linker atrium neemt toe onder invloed van de veranderingen in de<br />
vaatweerstand. De weerstand in de grote circulatie wordt lager terwijl de pulmonale<br />
veneuze stroom naar het hart toeneemt. De klep van het foramen ovale sluit de opening<br />
functioneel af waardoor twee gescheiden atria ontstaan. Het foramen ovale sluit<br />
definitief rondom de negende maand, maar bij sommigen blijft gedurende het hele<br />
leven de functionele sluiting door middel van de klep bestaan.<br />
De sluiting van de ductus arteriosus (Botalli)<br />
Bij de gezonde neonaat treedt de functionele sluiting van de ductus arteriosus 10 - 15<br />
uur na de bevalling op. De belangrijkste factor voor het sluiten is de hogere zuurstofdruk<br />
van het passerende bloed waardoor spierweefsel samentrekt en de ductus arteriosus<br />
zich sluit. De anatomische sluiting van de ductus arteriosus treedt later op. Bij<br />
een aantal <strong>aangeboren</strong> <strong>hartafwijkingen</strong>, bijvoorbeeld een complete transpositie van<br />
de grote vaten, is het juist van belang dat de ductus openblijft om het lichaam van<br />
voldoende zuurstofrijk bloed te kunnen voorzien.<br />
Afname van de weerstand in de longcirculatie<br />
In de normale neonatale circulatie neemt de bloedstroom in het longvaatbed acht tot<br />
tien keer toe, waardoor de weerstand in de pulmonale vaten daalt, evenals de druk in<br />
de arteriae pulmonales en de rechter ventrikel. In de eerste twee tot zeven dagen<br />
neemt de hoge foetale druk in de longcirculatie af tot een normale neonatale waarde.