richtlijn Vroegtijdige opsporing aangeboren hartafwijkingen
richtlijn Vroegtijdige opsporing aangeboren hartafwijkingen
richtlijn Vroegtijdige opsporing aangeboren hartafwijkingen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
JGZ-standaard / <strong>Vroegtijdige</strong> <strong>opsporing</strong> van <strong>aangeboren</strong> <strong>hartafwijkingen</strong> 0-19 jaar<br />
51<br />
3. Veneus geruis (‘venous hum’)<br />
De ‘venous hum’ wordt veroorzaakt door bloedstroom in de venae jugularis. Men kan<br />
het vaak bij kinderen van 3-8 jaar beluisteren. Het is een zachtblazend graad 1-3, vaak<br />
continu geruis, dat in de diastole iets luider klinkt. Het geruis is te horen in de supraen<br />
subclaviculaire regio met uitstraling naar de hals. Het is zeer gevoelig voor houdingsverandering;<br />
het wordt minder luid wanneer het kind ligt of als men zachte druk<br />
op de vena jugularis uitoefent in de fossa supraclavicularis.<br />
4. Pulmonaal uitstroomgeruis<br />
Het pulmonale uitstroomgeruis wordt veroorzaakt door vibraties in het uitstroomgebied<br />
van de rechterventrikel. Het komt voor bij kinderen in de leeftijd van 8-16 jaar.<br />
Het is een graad 1-2 systolisch ‘blazend’ ejectiegeruis aan de 2e intercostaalruimte<br />
links naast het sternum zonder noemenswaardige uitstraling. Het is duidelijker bij<br />
inspanning en in liggende houding en wordt vaker waargenomen bij een mager kind<br />
met een smalle borstkas. Er is ook een pulmonaal uitstroomgeruis bekend dat bij pasgeboren<br />
zuigelingen te horen kan zijn. Dit systolische graad 1-2 geruis is maximaal<br />
hoorbaar over de vierde intercostaalruimte links, straalt uit naar links en rechts over<br />
de axillae en rug. Het geruis verdwijnt meestal tussen de 3e en 6e levensmaand.<br />
Tabel 4.6. Auscultatie: onderscheid onschuldige en pathologische geruisen<br />
Kenmerk Kenmerken, die meestal Kenmerken, die vrijwel altijd<br />
wijzen op een onschuldig wijzen op een pathologisch<br />
geruis geruis<br />
Intensiteit Zacht muzikaal geruis Luid geruis<br />
(graad 1-2) (graad 3 en luider)<br />
Timing: Systolisch ejectiegeruis (met Diastolisch, holosystolisch of continu<br />
systolisch vs diastolisch uitzondering van continu veneus geruis<br />
geruis)<br />
Vorm Ejectiefase (crescendo-decrescendo) Holosystolisch<br />
Lokalisatie (punctum Te horen in de tweede of vierde Tweede intercostaalruimte rechts<br />
maximum) intercostaalruimte links<br />
Voortgeleiding Geen voortgeleiding Voortgeleiding naar rug, oksels<br />
en/of hals<br />
Houdingsafhankelijkheid Wisselende intensiteit bij Niet houdingsafhankelijk<br />
verandering van houding (van zitten/ (verdwijnt zelden)<br />
staan naar liggen en andersom) en/of<br />
bij ademhaling<br />
Luider bij inspanning<br />
Aanwezigheid andere Geen 3e harttoon; 4e harttoon. Kan vergeluiden<br />
gezeld gaan van klik of galopritme