richtlijn Vroegtijdige opsporing aangeboren hartafwijkingen
richtlijn Vroegtijdige opsporing aangeboren hartafwijkingen
richtlijn Vroegtijdige opsporing aangeboren hartafwijkingen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
JGZ-standaard / <strong>Vroegtijdige</strong> <strong>opsporing</strong> van <strong>aangeboren</strong> <strong>hartafwijkingen</strong> 0-19 jaar<br />
4.6.4. Hartritme<br />
Het hartritme bij pasgeborenen heeft een hoge frequentie en is sterk variabel zowel in<br />
rust als bij activiteit. Gemiddeld is de frequentie 110 tot 150 slagen per minuut, bij<br />
slapen 70 tot 90 en bij huilen kan de frequentie oplopen tot 170 slagen per minuut.<br />
Naarmate het kind ouder wordt, neemt het aantal slagen per minuut af (zie tabel 2.2).<br />
Als afwijkend worden de volgende ritmestoornissen beschouwd:<br />
■ Persisterende tachycardie (neonaten > 200 slagen per minuut, zuigelingen >150<br />
slagen per minuut, oudere kinderen >120 slagen per minuut)<br />
■ Bradycardie (neonaat < 90 slagen per minuut, zuigeling < 60 slagen per minuut,<br />
waarbij de snelheid bij inspanning niet toeneemt.)<br />
■ Irregulaire hartslag (zie hoofdstuk 2.3)<br />
Over het algemeen geldt dat persisteren van de irregulariteit of het frequenter voorkomen<br />
ervan met eventueel bijkomende verschijnselen (bijvoorbeeld syncope) kunnen<br />
duiden op pathologische aritmie. Indien er twijfel bestaat over het hartritme tijdens<br />
auscultatie, kan palpatie van de radialispols extra informatie geven.<br />
(Nuyten,2003)<br />
4.7 Palpatie<br />
52<br />
Na inspectie en auscultatie volgt de palpatie door de arts. Een deel van dit onderzoek<br />
zal op indicatie worden uitgevoerd (zie het Stappenplan, hoofdstuk 4.2).<br />
De pols<br />
De femoralispolsen worden gevoeld om AS of CoA uit te sluiten. Indien er sprake is<br />
van een afsluiting in het traject van de aorta is de kwaliteit van de beenpulsaties<br />
afwijkend: de femoralispols is afwezig of beduidend minder voelbaar. In dat geval<br />
moeten de arteria radialis en arteria femoralis tegelijkertijd worden gepalpeerd. Bij<br />
een CoA voelt men de slag van de arteria femoralis ná de radialispols (Bernstein,2003)<br />
wanneer een collaterale circulatie is gevormd. Bij gezonde kinderen wordt de slag van<br />
de arteria femoralis even vóór de arteria radialispols gevoeld. Bij een vermoeden op<br />
CoA kan het tegelijkertijd voelen van beide radialispulsaties extra informatie geven.<br />
Bij een coarctatie met een vernauwing boven de oorsprong van de arteria subclavia is<br />
namelijk wel een normale pulsatie aan de rechter arm voelbaar, maar niet aan de linker<br />
arm (Moss,1992).<br />
Vooralsnog is het bij het onderzoek van de zuigeling op het consultatiebureau niet<br />
gebruikelijk de radialispols te voelen. Daarnaast blijkt uit de praktijk dat de femoralispols<br />
bij 4 weken vaak moeilijk te onderzoeken is. Daarom moet het onderzoek in elk<br />
geval bij het 3 maanden consult door de arts worden gedaan. Over het herhalen van<br />
palpatie van de femoralispolsen zijn de meningen binnen de werkgroep en bij de<br />
externe experts verdeeld. De werkgroep adviseert dat de femoralispolsen zeker