richtlijn Vroegtijdige opsporing aangeboren hartafwijkingen
richtlijn Vroegtijdige opsporing aangeboren hartafwijkingen
richtlijn Vroegtijdige opsporing aangeboren hartafwijkingen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
JGZ-standaard / <strong>Vroegtijdige</strong> <strong>opsporing</strong> van <strong>aangeboren</strong> <strong>hartafwijkingen</strong> 0-19 jaar<br />
50<br />
lend gespleten zijn bij (diepe) ademhaling, toenemend bij inspiratie en afnemend bij<br />
expiratie. Afwijkend is een constante wijde splijting (m.n. bij ASD).<br />
Wanneer andere geluiden hoorbaar zijn, duidt dit meestal op pathologie. Derde of<br />
vierde harttonen zijn moeilijk te horen en kunnen als een galopritme imponeren (bij<br />
hartfalen of tachycardie). De ejectieklik (ten gevolge van vernauwde aorta- of pulmonaliskleppen)<br />
en de openingssnap (bij mitralisstenose) wijzen altijd op pathologie.<br />
4.6.3 De interpretatie van hartgeruisen<br />
Hartgeruisen komen zeer veel voor bij kinderen vooral tussen 3 en 14 jaar (Hess,1994;<br />
Van Oort,1994; Ottenkamp & Harms,1994). 50-90% van de kinderen tot 14 jaar hebben<br />
op enig moment een vorm van hartgeruis. Bij schoolkinderen (4 - 12 jaar) wordt in 10-<br />
15% een onschuldig geruis gehoord, terwijl slechts 0,4% van de schoolkinderen een<br />
hartafwijking heeft (Ottenkamp & Harms,1994). Om onnodige verwijzingen te voorkomen<br />
wordt hier extra aandacht geschonken aan de verschillen tussen onschuldige<br />
hartgeruisen en pathologische geruisen (Hall,1996; Juttmann,1999; Ottenkamp &<br />
Harms,1994; Rudolf & Levene,2003).<br />
Onschuldige (‘functionele’ of ‘muzikale’) hartgeruisen<br />
In het algemeen geldt dat alle onschuldige hartgeruisen in een toestand van verhoogde<br />
cardiale output, met name bij koorts, versterkt worden of dan pas te horen<br />
zijn. De ECG- en radiodiagnostische bevindingen zijn altijd normaal bij onschuldige<br />
geruisen. Hieronder worden enkele onschuldige geruisen beschreven. De karakteristieken<br />
van onschuldige en afwijkende hartgeruisen zijn samengevat in tabel 4.6.<br />
1. Geruis van Still<br />
Het meest voorkomende onschuldige geruis is het zogenaamde geruis van Still. Hoe<br />
het wordt veroorzaakt is niet zeker. Aangenomen wordt dat een hoognormale snelheid<br />
van de bloedstroom door een laagnormale doorsnede van het uitstroomtraject<br />
van de linkerventrikel het geruis veroorzaakt. Het is een muzikaal systolisch ejectiegeruis<br />
graad 1-2, dat toeneemt bij inspanning en liggende houding en afneemt bij zitten<br />
en staan. Het is te horen tussen apex en linker sternumrand in de vierde intercostaalruimte<br />
en het heeft weinig uitstraling.<br />
2. Carotide of brachiocefale arteriële geruisen<br />
Carotide of brachiocefale arteriële geruisen zijn vaak als graad 1-3 systolisch ejectiegeruis<br />
te horen in het supraclaviculaire gebied bij kinderen van 2-10 jaar. Zij kunnen<br />
echter op alle leeftijden voorkomen en stralen soms naar de nek uit (rechts meer dan<br />
links). Deze geruisen onstaan door een standsverandering van het hoofd waardoor de<br />
bloedstroom in de halsarteriën wijzigt en turbulenties kunnen ontstaan. Zij nemen af<br />
bij hyperextensie van de schouders naar achter waarbij de kin wordt geheven. Het<br />
geruis neemt toe bij inspanning en bij koorts.