03.05.2013 Views

Vorm-actieve constructies. Vrije Universiteit Brussel, Afdeling ...

Vorm-actieve constructies. Vrije Universiteit Brussel, Afdeling ...

Vorm-actieve constructies. Vrije Universiteit Brussel, Afdeling ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Vrije</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Brussel</strong> <strong>Vorm</strong>-<strong>actieve</strong> <strong>constructies</strong>. 03/01/09<br />

1.3.4.1 BS 476: Part 4<br />

Deze proefmethode is gelijkaardig aan de ISO 1182-proefmethode.<br />

1.3.4.2 BS 476: Part 6<br />

Deze methode evalueert de bijdrage van een materiaal aan de warmte-afgifte in<br />

een brand.<br />

1.3.5 Brandklassen in Duitsland.<br />

Bouwmaterialen worden volgens de DIN 4102 deel 1 in vijf klassen<br />

ingedeeld: A1, A2, B1, B2, B3.<br />

De klassen A1 en A2 zijn de niet-brandbare materialen, terwijl de<br />

klassen B1, B2 en B3 de brandbare materialen zijn.<br />

Tot klasse B3 behoren alle materialen die tot geen enkele andere<br />

klasse behoren, ze zijn uitgesloten voor gebruik als bouw-materiaal.<br />

1.3.5.1 Klasse B2 bouwmaterialen<br />

Alle bouwmaterialen worden getest of zij wel minstens tot de klasse B2 behoren.<br />

Het proefstuk wordt verticaal geplaatst en wordt gedurende 15 seconden<br />

onderworpen aan een bunsenbrandervlam onder een hoek van 45° en dit zowel<br />

bij rand- als oppervlaktebevlamming. Indien randbevlamming wordt toegepast<br />

zijn de proefstukken 90 mm x 190 mm met een referentie lijn op 150 mm van de<br />

onderste rand. Indien oppervlaktebevlamming wordt toegepast, zijn de<br />

proefstukken 90 mm x 230 mm met een referentielijn op 40 mm (waar de tip van<br />

de bunsenbrandervlam contact maakt met het proefstuk) en op 190 mm van de<br />

onderste rand.<br />

Het materiaal slaagt voor de test indien de tip van de vlam de referentielijn niet<br />

bereikt binnen 20 seconden na het begin van de bevlamming.<br />

1.3.5.2 Klasse B1 bouwmaterialen<br />

Brandbare bouwmaterialen verkrijgen een klasse B1 indien zij slagen voor de<br />

Brandschachttest volgens DIN 4102 deel 16.<br />

Vier proefstukken van 90 mm x 1000 mm x originele dikte worden verticaal<br />

geplaatst waarbij ze een soort schoorsteen of schacht vormen. Onderaan de<br />

proefstukken binnen de schacht bevindt zich een ringbrander waarvan de<br />

vlammen gedurende 10 min. contact maken met de vier proefstukken. Het<br />

materiaal slaagt indien:<br />

- de gemiddelde waarde van de restlengtes, dit zijn de niet verbrande delen van<br />

de proefstukken groter is dan 150 mm; de restlengte mag voor geen enkel<br />

proefstuk 0 mm zijn;<br />

- de gemiddelde rookgastemperatuur mag niet meer dan 200°C bedragen.<br />

1.3.5.3 Klasse A2 bouwmaterialen<br />

De criteria m.b.t. de brandschachttest zijn hier strenger dan voor het behalen van<br />

de B1 klasse.<br />

- De gemiddelde waarde van de restlengtes (niet verbrande deel van het<br />

proefstuk) is groter dan 350 mm; de restlengte mag voor geen enkel proefstuk<br />

kleiner zijn dan 200 mm.<br />

- De gemiddelde rookgastemperatuur mag niet meer dan 125°C bedragen.<br />

- Geen enkel proefstuk mag vlammen vertonen langs de rugzijde.<br />

Er is een opaciteitstest, waarbij beperkingen opgelegd zijn aan de rookafgifte en<br />

een toxiciteitstest, waarbij de giftigheid van de rookgassen wordt nagagaan.<br />

De calorische potentiaal, gemeten met een isotherme bom-calorimeter dient<br />

kleiner te zijn dan 4200 kJ/kg. De vrijgestelde warmte volgens DIN 4102 - deel 8<br />

mag niet hoger zijn dan 16.800 kJ/kg.<br />

1.3.5.4 Klasse A1 bouwmaterialen<br />

Deze materialen dienen te voldoen aan dezelfde criteria voor het behalen van een<br />

klasse A2 waarbij de eisen voor de oventest strenger zijn.<br />

1.3.5.5 Duitse proef voor dakbedekkingsmaterialen DIN 4102<br />

deel 7<br />

Op deze proef is de nieuwe Europese norm prEN1187-1 en tevens Belgische<br />

ontwerpnorm gebaseerd.<br />

De Europese norm en de Belgische norm eisen vier proefstukken van 0,8 m x 1,8<br />

m waarbij een korf per proefstuk ontstoken wordt.<br />

De criteria voor slagen van de proef zijn identiek aan deze beschreven in de<br />

Belgische norm.<br />

Prof. M. Mollaert 13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!