1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
NOL BREDEROO, EEN BIJZONDERE LIEFHEBBER<br />
Johan Pot<br />
In kringen van verzamelaars van Zuid-<br />
Amerikaanse cactussen was de naam Brederoo<br />
een begrip. Toch kwam het geregeld<br />
voor dat de man niet herkend werd in een<br />
gezelschap. Dit was tekenend voor zijn persoon.<br />
Arnold Brederoo had al van jongs af<br />
aan een grote belangstelling voor de natuur.<br />
Zijn ouders hadden gehoopt, dat hij<br />
zich zou bekwamen op economisch gebied,<br />
maar voor Nol stond de keuze vast.<br />
Na de MULO volgde hij de middelbare<br />
tuinbouwschool.<br />
Toen Nol in 1946 Tiny, zijn vrouw, ontmoette,<br />
had hij al een bakje met cactussen.<br />
Zij vond de plantjes gelukkig ook wel<br />
leuk. De verzameling bestond hoofdzakelijk<br />
uit dwergcactussen, die rebutia’s bleken<br />
te zijn.<br />
Nadat Tiny en Nol getrouwd waren, verhuisde<br />
het bakje naar het platje. Hier was<br />
Nol elke zondag te vinden. Urenlang kon<br />
hij zijn troetelkinderen bekijken.<br />
Tijdens zijn opleiding had hij al geleerd,<br />
dat men door tekenen het best kan waarnemen.<br />
Hij bleek een uitzonderlijk talent te<br />
hebben zijn observaties aan het papier toe<br />
te vertrouwen. In de zestiger jaren schafte<br />
hij zich een microscoop aan. Nu kon hij<br />
zich helemaal uitleven. ‘s Avonds in de<br />
huiskamer kon hij geconcentreerd zaadjes,<br />
areolen of bloemdoorsneden bekijken,<br />
waarna de ene na de andere fraaie tekening<br />
volgde.<br />
In die tijd ontmoette Nol de heer A.F.H.<br />
Buining. Deze was zeer geïmponeerd door<br />
de prachtige illustraties. Er ontstond een<br />
hechte vriendschap. Ze deelden de belangstelling<br />
voor rebutia’s en konden er<br />
urenlang over bomen. Juist in die tijd was<br />
Friedrich Ritter actief als veldonderzoeker,<br />
1917-1999<br />
waardoor allerlei nieuw materiaal beschikbaar<br />
kwam.<br />
Buining bestudeerde ook het geslacht<br />
Discocactus en vond in Nol natuurlijk<br />
een goede partner. Ze kwamen tot een<br />
groot aantal nieuwbeschrijvingen, waarbij<br />
de tekst van Buining ondersteund werd<br />
door illustraties van Nol. Veel van dit werk<br />
is te vinden in het boek “Discocactus” van<br />
Buining.<br />
Een ontmoeting met John Donald kon<br />
niet uitblijven. Donald was een specialist<br />
op het gebied van Rebutia en Sulcorebutia.<br />
Sulco’s waren in de zeventiger jaren nog<br />
weinig in omloop en ze spraken Nol sterk<br />
aan, misschien wel omdat het geslacht<br />
overzichtelijk leek.<br />
In Oberhausen werd de studiegroep<br />
“Freundenkreis Sulcorebutia” opgericht en<br />
Nol werd uitgenodigd toe te treden. De<br />
groep beschikte over authentiek materiaal<br />
van zowel Walter Rausch als van Alfred<br />
Lau. Iedere cactusliefhebber weet, dat het<br />
vaak onmogelijk is een onbekende plant te<br />
determineren. Het was voor Nol dan ook<br />
een geweldige impuls onderzoek te kunnen<br />
verrichten aan natuurzuivere planten.<br />
De leden van de studiegroep voorzagen<br />
hem van honderden zaadbessen en bloemen<br />
op alcohol. Er volgden publicaties van<br />
Brederoo en Donald.<br />
Belangwekkend was de bijdrage van Nol<br />
in 1985. Na intensieve studie onderscheidde<br />
hij de sulcorebutia’s in drie groepen op<br />
grond van zaadkenmerken. Talloze zaden<br />
had hij daarvoor doorgesneden met een<br />
scheermesje en door de microscoop bekeken.<br />
Met een ongelofelijke accuratesse<br />
legde hij zijn waarnemingen vast op het<br />
papier.<br />
Succulenta <strong>jaargang</strong> <strong>79</strong> (3) <strong>2000</strong> 115