1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
planten schijnen wel te spruiten, maar dat<br />
heb ik nog niet waargenomen. Men kan<br />
M. guelzowiana ook zaaien, maar het is<br />
volgens Den Boef (1977) niet zo eenvoudig<br />
om de plantjes de eerste winter door te<br />
krijgen.<br />
De naam guelzowiana is volgens Korevaar<br />
afkomstig van de Duitser R. Gülzow,<br />
die als eerste deze plant uit Mexico importeerde.<br />
De naam Mammillaria is afgeleid<br />
van het Latijnse woord voor tepeltjes.<br />
M. guelzowiana werd beschreven door E.<br />
Werdermann, die in Duitsland leefde van<br />
1892-1952. In oudere literatuur komt ook<br />
de naam Krainzia guelzowiana voor, die<br />
Backeberg aan deze soort gaf omdat de<br />
zaadbessen zich terugtrekken in het plantenlichaam.<br />
Mammillaria guelzowiana is een plat-bolvormige,<br />
groene cactus die enkelvoudig<br />
is; oudere planten kunnen ook onderaan<br />
uitstoelen en een pol vormen (Haustein,<br />
1990). De plant heeft een diameter tot<br />
8 cm en wordt 4-6 cm hoog. De tepels<br />
zijn vrijwel cilindrisch, 12-13 mm lang en<br />
onderaan 4-5 mm dik. De axillen (tussen<br />
de tepels liggende verdieping, de oksels)<br />
zijn kaal. De areolen hebben zeer talrijke<br />
(60-80), stralend afstaande, naar boven<br />
haarvormige, lange witte randdoorns (tot<br />
1,5 cm lang); daarnaast is er een opvallende,<br />
recht vooruitstekende, haakvormige<br />
middendoorn, die meestal geel- tot roodbruin<br />
en 8-10 mm lang is. De bloemen<br />
ontstaan in oudere axillen bij de kruin; ze<br />
zijn voor een mammillaria erg groot, zo’n<br />
5 cm lang en 6 cm breed. De kleur wordt<br />
omschreven als paarsrood, rozeachtig magenta<br />
of helder karmijnrood. De meeldraden<br />
zijn oranjegeel, de stamper groengeel.<br />
De vrucht is bijna rolrond, 8 mm dik en<br />
geel of roodachtig en scheurt opzij open.<br />
De zaden zijn bijna zwart met een kleine<br />
witte arillus (het uitgroeisel van de navelstreng).<br />
Literatuur<br />
Backeberg, C. (1976) Das Kakteenlexikon.<br />
Gustav Fischer Verlag, Stuttgart.<br />
Boef, J.L. den (1977) Het geslacht Krainzia<br />
Backg. Succulenta 56, 3, 66-67.<br />
Haustein, E. (1990) <strong>Cactus</strong>sen. Thieme,<br />
Baarn.<br />
Korevaar, L.C. (1983) Wat betekent die<br />
naam? Succulenta.<br />
Neutelings, Th. (1978) Van maand tot<br />
maand. Succulenta 57, 1, 8-14.<br />
Berkenlaan 13, 3707 BA Zeist<br />
a.pilot@ivlos.uu.nl<br />
156 Succulenta <strong>jaargang</strong> <strong>79</strong> (4) <strong>2000</strong>