1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Een grote en zwaar bestekelde Euphorbia aggregata<br />
van meer dan een meter doorsnee.<br />
we die dag niet bereikt, omdat we onderweg<br />
zo vaak stopten, dat er eenvoudigweg<br />
niet genoeg tijd beschikbaar was. En tijdens<br />
iedere stop vonden we iets van onze<br />
gading. Een deel van wat wij die dag vonden<br />
staat in eerdere bijdragen aan dit blad<br />
over Euphorbia polygona en E. inermis. Nu<br />
zult u misschien vinden dat het onfortuinlijk<br />
is om je doel niet te bereiken, maar uw<br />
schrijver is er achteraf zeer content mee,<br />
want dit feit was een goede aanleiding om<br />
het in 1999 nog eens te proberen. En deze<br />
keer wel met succes en zelfs op meerdere<br />
plaatsen vonden we Euphorbia aggregata.<br />
Gelukkig hebben we ook in 1999 enkele<br />
soorten Euphorbia’s niet kunnen vinden,<br />
die elk op zich een valide reden zijn om dit<br />
prachtige land opnieuw te bezoeken.<br />
Het is niet bekend wie Euphorbia aggregata<br />
heeft ontdekt en wanneer. Berger is<br />
degene die notie nam van haar aanwezigheid<br />
in cultuur in 1902. Eerst nam hij<br />
aan dat het de lang verloren Euphorbia<br />
enneagona van Haworth was. Uiteindelijk<br />
voldeed deze identificatie niet en beschreef<br />
hij in 1907 deze planten als een nieuwe<br />
soort, Euphorbia aggregata. Tot de dag van<br />
vandaag blijft de identiteit van E. enneagona<br />
onduidelijk, maar White, Dyer & Sloane<br />
namen aan dat ze identiek is aan de door<br />
hun beschreven Euphorbia heptagona var.<br />
viridis.<br />
Euphorbia aggregata is een zeer variabele<br />
soort. De populatie ten westen van<br />
Carlisle Bridge bestond uit ongeveer 150<br />
planten, groeiend op ongeveer 1 hectare.<br />
Soms groeien enkele planten bij elkaar,<br />
maar meestal op ongeveer 10 meter van<br />
elkaar verwijderd. In deze populatie waren<br />
geen twee planten hetzelfde. De variatie<br />
zit vooral in lichaamskleur, kleur en lengte<br />
van de stekels, kleur en grootte van de<br />
honingklieren die de cyathia omhullen en<br />
het aantal stekels op een plant. Ook waren<br />
er planten met enkele cristaatvormende zijtakken,<br />
dichtverpakt tussen normale takken.<br />
In de literatuur is ook nog een variegatavorm<br />
beschreven uit de omgeving van<br />
Cradock als Euphorbia aggregata var. alternicolor.<br />
White, Dyer & Sloane brachten<br />
deze soort van N. E. Brown terug naar<br />
een variëteit, maar ook dat is niet juist,<br />
daar het slechts een forma kan zijn van<br />
E. aggregata. Helaas ken ik deze variegata<br />
niet in cultuur. Planten met een niet effen<br />
groene lichaamskleur hebben wij bij alle<br />
drie de genoemde soorten aangetroffen,<br />
maar niet met wit-groene strepen, zoals genoemd<br />
bij de beschrijving van de variëteit<br />
alternicolor.<br />
Euphorbia aggregata heeft haar verspreidingsgebied<br />
ten noorden van Grahamstown,<br />
rond Carlisle Bridge en vandaar uit<br />
naar het noordwesten, naar Somerset East<br />
en verder naar Graaff-Reinet. De vormen<br />
in het zuidoosten schijnen het zwaarst bestekeld<br />
te zijn en ten noorden van Graaff-<br />
Reinet zijn ze groener en lichter bestekeld.<br />
Deze laatste vertonen veel overeenkomst<br />
met Euphorbia pulvinata. White, Dyer &<br />
Sloane noemen Willowmore, midden in<br />
het verspreidingsgebied van E. ferox en<br />
Fauresmith in de Vrij Staat, in het verspreidingsgebied<br />
van E. pulvinata, ook als<br />
groeiplaatsen. Dit lijkt niet erg waarschijnlijk<br />
en dit zijn wellicht tussenvormen van<br />
de genoemde soorten. Op de groeiplaatsen<br />
van E. aggregata, die wij bezochten bij<br />
262 Succulenta <strong>jaargang</strong> <strong>79</strong> (6) <strong>2000</strong>