1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
poeder, dat ware wonderen verricht om rotting<br />
te voorkomen.<br />
Aan de zijkanten van de takken bevinden<br />
zich de areolen in een aantal insnoeringen.<br />
Plant de stek zo diep dat ten minste 4<br />
– 7 areolen onder de grond zitten. Wel<br />
nevelen, maar pas na 2-3 weken, als te<br />
merken is dat de stekken beworteld zijn,<br />
voorzichtig gieten. Uit de areolen onder<br />
de grond komen na 5-8 weken de nieuwe<br />
zijscheuten bovengronds. Zijscheuten, die<br />
bovengronds ontstaan moet u verwijderen,<br />
want die blijven dun en klein. Ze nemen<br />
voedsel weg van de ondergrondse uitlopers,<br />
die al snel zelf wortels maken en<br />
verder uitgroeien tot een plant met 3 tot 6<br />
takken.<br />
Nieuwe planten zijn natuurlijk ook in vele<br />
variaties verkrijgbaar bij specifieke handelaren<br />
in epiphyllums, onder andere op<br />
de cactusbeurzen die door afdelingen van<br />
Succulenta georganiseerd worden. Maar<br />
ook via Internet is inmiddels veel informatie<br />
beschikbaar en zijn planten verkrijgbaar.<br />
Hoewel de Nopalxochia ackermannii een<br />
der meest gekweekte cactussen is, is de<br />
herkomst nog altijd raadselachtig. Deze<br />
plant werd volgens Barthlott reeds in de<br />
16e eeuw in oude Spaans-Mexicaanse literatuur<br />
genoemd en afgebeeld, en kort na<br />
de invoer in Londen in 1829 wetenschappelijk<br />
beschreven door Adrian Hardy Haworth<br />
(volgens Pizetti overigens al in1812).<br />
De soortnaam herinnert aan George Ackermann<br />
die deze plant in 1824 invoerde.<br />
De soort die Haworth als ackermannii beschreef<br />
is moeilijk te kweken en vermoedelijk<br />
niet identiek met de tegenwoordig<br />
onder die naam gekweekte planten. Als<br />
Nopalxochtli was deze plant al bij de Azteken<br />
bekend. Nopal is een indiaanse naam<br />
voor alle opuntioiden. Gordon Rowley kon<br />
in 1970 aantonen dat het hierbij naar<br />
alle waarschijnlijkheid gaat om een in de<br />
laatste eeuw ontstane kruising van de<br />
blauw-rood bloeiende Heliocereus speciosus<br />
(Cavanilles) Britton en Rose en de<br />
wit-roze Nopalxochia phyllanthoides (de<br />
Candolle) Britton en Rose. Omdat het hier<br />
een hybride betreft, draagt de plant tegenwoordig<br />
een nieuwe naam, waaronder hij<br />
evenwel nog nauwelijks bekend is: x Heliochia<br />
vandesii (Hort.) Rowley. Backeberg<br />
(1976) geeft als oorsprong van de ackermannii<br />
aan: Mexico (Chiapas, Oaxaca).<br />
In de literatuur worden ook andere namen<br />
nog gebruikt, bijvoorbeeld bladstengelcactus,<br />
Phyllocactus en Epiphyllum.<br />
Een beschrijving uit 1854 laat zien dat<br />
cactusliefhebbers toen al enthousiast waren<br />
over deze planten en dat in bloemrijke<br />
taal wisten te uiten (zie Krook, 1854). Ook<br />
was men toen in staat prachtige pentekeningen<br />
te maken van cactussen (zie figuur).<br />
Krook, 1854<br />
“De wapenen, waarvan de meeste andere<br />
<strong>Cactus</strong>-soorten zijn voorzien, missen<br />
deze planten geheel en al; slechts in de<br />
vroegste jeugd, zijn de in de kerven der<br />
takken staande areolen, met eenige zeer<br />
kleine, nauwelijks te bemerken haarborsteltjes<br />
bezet, die zij echter zeer spoedig weder<br />
verliezen.<br />
De bloemen van bijna alle soorten zijn<br />
groot en prachtvol, doch slechts bij eenige,<br />
die in den nacht bloeijen, welriekend; zij<br />
komen steeds uit de zijdelingsche kerven<br />
der takken te voorschijn; haar duur is ongelijk,<br />
eenige duren maar éénen dag of,<br />
bij de nachtbloeijers, maar éénen nacht, als<br />
wanneer zij voor altijd reeds weder verwelken;<br />
andere daarentegen bloeijen 3 à 4<br />
dagen achter elkander onafgebroken door.<br />
De kleur der bloemen is veelal witachtig,<br />
bij eenigen echter ook wel rozerood en bij<br />
anderen scharlakenrood. De meeste soorten<br />
bloeijen zeer mild.”<br />
Succulenta <strong>jaargang</strong> <strong>79</strong> (5) <strong>2000</strong> 203