1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
AGAVEN: WHAT’S IN A NAME?<br />
DEEL 5: CARIBISCHE GEBIED/ZUID-AMERIKA<br />
Peter J.K. Kuppen<br />
In dit deel komen de agaven aan bod<br />
die te vinden zijn in het Caribische gebied<br />
en Zuid-Amerika. Dit zijn uitsluitend soorten<br />
van het subgenus Agave. Naar hedendaagse<br />
maatstaven is de naamgeving van<br />
deze agaven nog grotendeels een onontgonnen<br />
gebied. Het laatste goede overzicht<br />
van deze groep stamt uit het begin van de<br />
vorige eeuw.<br />
Agave, de overige soorten<br />
Helaas heeft Gentry in zijn overzicht van<br />
de agaven (Gentry, 1982) niet die van het<br />
Caribische gebied en Zuid-Amerika meegenomen.<br />
Die lagen mogelijk teveel uit de<br />
route voor zijn veldonderzoek. De meest<br />
recente overzichtswerken van deze agaven<br />
stammen al van heel lang terug. Het meest<br />
compleet, voor wat betreft dit gebied, is<br />
nog steeds het boek van Trelease uit 1913<br />
(Agaves in the West Indies) en het boek<br />
van Berger uit 1915 (Die Agaven). Het<br />
boek van Berger is mede gebaseerd op<br />
het genoemde boek van Trelease en is<br />
daarom hier als uitgangspunt genomen. Na<br />
dit boek zijn nog een aantal publicaties met<br />
nieuwe gegevens over de agaven van dit<br />
gebied verschenen. Het boek van Berger<br />
is overigens in 1988 heruitgegeven, uitgebreid<br />
met een vergelijking van de naamgeving<br />
volgens Berger en Gentry en een serie<br />
kleurenfoto’s.<br />
Veranderingen in het post-Bergertijdperk<br />
Qua naamgeving staan de agaven van<br />
het Caribische gebied en Zuid-Amerika los<br />
van de overige agaven, als beschreven<br />
door Gentry. Dat is niet omdat het een<br />
afzonderlijke groep zou zijn, maar omdat<br />
nog niemand de agaven uit dit gebied en<br />
die van het vasteland recentelijk als een<br />
groep bestudeerd en ingedeeld heeft. Echter<br />
sinds het boek van Wijnands (1983),<br />
besproken in het vorige deel van deze serie,<br />
is er een link. Hij beargumenteert in<br />
dat boek dat A. angustifolia in feite A. vivipara<br />
genoemd moet worden, welke laatste<br />
naam daarmee niet alleen voorkomt in de<br />
lijst van de agaven van het hier besproken<br />
gebied, maar ook in die van het vasteland.<br />
Het is misschien nog wel de vraag of we<br />
het daarbij over dezelfde agavesoort hebben.<br />
Gezien het zeer grote verspreidingsgebied<br />
van deze soort (Gentry, 1982)<br />
hebben we hier mogelijk te maken met een<br />
soort met vele lokale variëteiten (Wagenaar<br />
Hummelinck, 1984).<br />
De naamgeving van de agaven in het<br />
Caribische gebied is een stuk lastiger dan<br />
die van het vasteland. Dit komt o.a. omdat<br />
er veel minder onderzoek verricht is in dit<br />
gebied. Elke locatie kent door het natuurlijke<br />
isolement van de eilanden zo’n beetje<br />
zijn eigen typische populatie. Vele soorten<br />
zullen echter nauw verwant zijn aan elkaar,<br />
maar hebben door verschillen in lokale omstandigheden<br />
een iets andere ontwikkeling<br />
doorgemaakt.<br />
Diegene die na Trelease veruit het meeste<br />
onderzoek gedaan heeft naar de agaven<br />
uit dit gebied is de Nederlander P. Wagenaar<br />
Hummelinck. Hij heeft de agaven<br />
die voorkomen op de Caymaneilanden,<br />
de Nederlandse Antillen en een gedeelte<br />
van Zuid-Amerika nauwkeurig bestudeerd.<br />
O.a. in Succulenta zijn daarover verschillende<br />
series van publicaties verschenen<br />
(Wagenaar Hummelinck, 1984/1985;<br />
1986/1987; 1993).<br />
Trelease beschouwde de agavenpopulatie<br />
op elk afzonderlijk eiland of eilandengroep<br />
als één sectie (Trelease, 1913). Dit<br />
138 Succulenta <strong>jaargang</strong> <strong>79</strong> (3) <strong>2000</strong>