1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
van de mesems in de tachtiger jaren ook<br />
bij de plant stilgestaan.<br />
Tot dat moment had ik in mijn verzameling<br />
een Titanopsis calcarea en een T. luckhoffii<br />
staan. Die laatste naam kwam in de<br />
clichéfondslijst niet voor en dus besloot ik<br />
in een opwelling van veranderingsdrang nu<br />
maar een vetplantengeslacht compleet te<br />
krijgen. Na enig zoekwerk blijkt achteraf<br />
overigens dat Titanopsis luckhoffii in<br />
feite helemaal geen Titanopsis is, maar<br />
een Aloinopsis luckhoffii. Het meegeleverde<br />
steeketiketje heeft me verkeerd<br />
geïnformeerd. (Beste kweker, wilt u de<br />
naambordjes corrigeren.) Bij nadere beschouwing<br />
van de bladtoppen is er bij A.<br />
luckhoffii ook geen sprake van wratjes op<br />
de bladeren, maar meer van kleine witte<br />
puntjes. Opmerkelijk is - nu ik nog even<br />
de zaadlijst van het clichéfonds van 1999<br />
nakijk - dat onder Titanopsis vermeld staat<br />
dat het op Aloinopsis lijkende succulenten<br />
zijn. De overeenkomst wordt dus vaker gesignaleerd.<br />
In het fraai uitgevoerde recente boek Mesems<br />
of the World van het National Botanical<br />
Institute of South Africa uit 1998, dat ik<br />
van onze bibliothecaris kreeg toegestuurd,<br />
is te zien dat Titanopsis en Aloinopsis in<br />
de zelfde groep ruwbladige mesems worden<br />
ondergebracht, samen met Nananthus,<br />
Deilanthe, de kleine Neohenricia en Rhinephyllum.<br />
Voor de ondeskundige waarvoor<br />
ik me nu nog houd, rijst gelijk enige<br />
twijfel wat nu zo ruwbladig is aan deze<br />
groep ten opzichte van vele andere mesemsoorten.<br />
Bij de kruidachtige mesems is<br />
ook een groot aantal ruwbladige planten<br />
te vinden, neem nu het alom bekende ijsbloempje<br />
en mesems zoals M. cristallinum<br />
en Stomatium suaveolens.<br />
Ik bestelde zaden van T. fulleri, T. primosii,<br />
T.luederitzii en T. schwantesii en zaaide<br />
in juni 1997. Het kleine zaad kiemt gemakkelijk<br />
en de zeer kleine kiemplantjes<br />
zwellen snel op en krijgen in korte tijd al<br />
nieuwe bladparen met de karakteristieke<br />
wratjes. In een zandig grondmengsel groei-<br />
en ze voorspoedig. In het begin vormen de<br />
planten een bladrozet, maar in het tweede<br />
of derde jaar spruiten ze zijdelings uit en<br />
vormen compacte groepjes. In de volle zon<br />
blijven ze goed gedrongen groeien, een<br />
voorwaarde om hun karakteristieke steenslagachtige<br />
structuur te behouden. Ook<br />
krijgen ze dan mooie kleuren. In de schaduw<br />
worden ze al gauw groenig, maar in<br />
het volle licht werd T. fulleri blauw met<br />
zandkleurige wratjes, T. schwantesii cremekleurig<br />
met vrijwel witte wratten en T.<br />
luederitzii beige. Goed is te zien dat T.<br />
calcarea en T. primosii qua vorm enige<br />
verwantschap vertonen met hun brede lepelvormige<br />
bladeren. “Mesems” vermeldt<br />
ook dat T. fulleri wordt beschouwd als een<br />
westelijke vorm van T.calcarea.<br />
Anderzijds vertonen T. schwantesii,<br />
T.primosii en T. luederitzii een overeenkomstige<br />
knotsvormige bladvorm. In “Mesems”<br />
staat beschreven dat T. primosii een zuidelijke<br />
vorm is van T. schwantesii en T. luederitzii<br />
een westelijke vorm ervan, groeiend<br />
nabij de westkust van Zuid Afrika. Door<br />
“Mesems” wordt ook T. hugo-schlechterii<br />
tot dit complex gerekend, maar die heb ik<br />
nog niet in mijn verzameling.<br />
Aan het einde van het tweede groeiseizoen<br />
bloeiden de eerste exemplaren van T.<br />
luederitzii en T, primosii. Met een penseel<br />
kunnen de bloemen - die meerdere dagen<br />
bloeien - eenvoudig bestoven worden. Om<br />
hybridisering te voorkomen, dienen natuurlijk<br />
de nodige voorzorgen te worden genomen<br />
teneinde de bijen en zweefvliegen<br />
ervan te weerhouden dat zij als dollen in<br />
de meeldraden tekeer gaan. In het geval<br />
van bovengenoemde twee soorten was dat<br />
gemakkelijk want ze bloeiden niet tegelijk.<br />
De bloemen zijn geel van kleur en openen<br />
bij mij in de kas pas in de middag,<br />
wat overeenkomt met de beschrijving in<br />
Mesems of the World. De bloemen zouden<br />
een honinggeur verspreiden en dit heb ik<br />
duidelijk geroken bij T. luederitzii.<br />
Na een half jaar rijpen de vruchten uit<br />
tot houtige doosjes met de voor mesems<br />
Succulenta <strong>jaargang</strong> <strong>79</strong> (6) <strong>2000</strong> 253