1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ECHINOCEREUS SCHEERI<br />
VAR. OBSCURIENSIS<br />
Ton Pullen<br />
De plant op de foto is door mij gezaaid<br />
onder het veldnummer Lau 091 (Sierra Obscura).<br />
Deze plant is al omstreeks 1975<br />
door Alfred Lau ontdekt. Pas veel later<br />
is de nieuwbeschrijving verschenen (Lau,<br />
1989). Lau stelde deze plant als variëteit<br />
onder E. scheeri, hoewel hij opmerkt, dat er<br />
aanmerkelijke verschillen tussen E scheeri<br />
en var. obscuriensis zijn. Deze verschillen<br />
zitten vooral in de grootte van de stammetjes,<br />
de bloemkleur, -vorm en -grootte.<br />
Hij merkt tevens op, dat de variëteit aanmerkelijk<br />
later bloeit dan de soort, hoewel<br />
dat ook veroorzaakt kan worden door de<br />
grotere hoogte. In cultuur blijken zij tegelijkertijd<br />
te bloeien. Lau merkt bovendien<br />
op, dat deze plant een zekere verwantschap<br />
vertoont met E. salmdyckianus, maar aangezien<br />
deze door Taylor (1985) tot synoniem<br />
onder E. scheeri gesteld is kiest hij<br />
voor een variëteitsnaam onder E. scheeri.<br />
Blum (1994) noemt deze plant Echinocereus<br />
salmdyckianus ssp. obscuriensis. Merk<br />
op, dat de status veranderd is van variëteit<br />
naar ondersoort! Di Martino (1998) handhaaft<br />
de naam, zoals door Lau voorgesteld.<br />
Hunt (1999) brengt deze naam als synoniem<br />
onder bij E. scheeri ssp. scheeri. Blijkbaar<br />
vindt hij de ‘aanmerkelijke verschillen’<br />
van Lau niet voldoende om deze variëteit<br />
als eigen taxon te laten voortbestaan.<br />
Beschrijving<br />
Plantenlichaam spruitend, veelkoppige<br />
zoden vormend. Afzonderlijke leden 5 -15<br />
cm lang, 3-5 cm dik. Er zijn ongeveer 7<br />
ribben. De areolen dragen 1 middendoorn,<br />
die tot 4 cm lang kan worden en geel tot<br />
bruin van kleur is in de nieuwgroei, later<br />
vergrijzend. Daaromheen staan stervormig<br />
10-12 randdorens ingeplant van dezelfde<br />
kleur, die 5 - 10 mm lang worden.<br />
De bloem kan een lengte van 9 cm bereiken,<br />
bij een diameter van 8 cm. De bloembuis<br />
is voorzien van witte borstelharen en<br />
groenige schubjes. Er zijn ongeveer 25<br />
bloemblaadjes, die tot 4 cm lang kunnen<br />
worden, oranje van kleur. De meeldraden<br />
zijn 25 mm lang, geel, helmhokjes abrikooskleurig,<br />
stuifmeelkorrels paarsrood.<br />
De stamper is wit, de stempellobben zijn<br />
zoals altijd bij planten van dit geslacht,<br />
groen. De bedoornde vruchten zijn groen,<br />
de zaden zwart. De typevindplaats ligt in<br />
de Sierra Obscura, op de grens tussen de<br />
deelstaten Sonora en Chihuahua, <strong>2000</strong> m<br />
boven zeeniveau.<br />
Cultuur<br />
Zoals voor de meeste soorten van dit<br />
geslacht geldt, en zeker de ‘groene’ soorten,<br />
is de cultuur probleemloos. Veel<br />
licht en zoveel mogelijk warmte in de zomer.<br />
Een koele en droge overwintering is<br />
noodzakelijk, deze soort kan waarschijnlijk<br />
zelfs vorst verdragen. Niet te vroeg<br />
in het voorjaar water geven. De planten<br />
gaan dan groeien en ‘vergeten’ te bloeien.<br />
In mijn verzameling bloeit deze plant eind<br />
mei/begin juni. Zoals al mijn cactusplanten<br />
groeit ook deze soort in lava, uiteraard<br />
met bevredigend resultaat. Vanwege de<br />
uitstoelende, zodevormende groei kweek<br />
ik deze en soortgelijke soorten in lage,<br />
brede schalen, hetgeen goed voldoet.<br />
150 Succulenta <strong>jaargang</strong> <strong>79</strong> (4) <strong>2000</strong>