Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
nier om het geweten van de priester te kwellen. Hij dacht dat de<br />
„uskop" schelpen had meegebracht, en vond dat de patora nu snel<br />
moest betalen.<br />
„Waarom stuur je je vrouwen niet naar de kerk?" vroeg pater<br />
Boersma om een tegenoffensief te beginnen.<br />
„Zij willen niet gaan," zei de Kapaukoe en in zijn toon wist hij aan<br />
te duiden dat de dames geen hoge dunk hadden van een patora, die<br />
zijn schulden niet betaalt.<br />
Toen Abepiwode hoorde dat wij een bezoek aan Diaj zouden brengen,<br />
bood hij aan te roeien, waarschijnlijk omdat hij er bij wilde<br />
zijn als de „uskop" Gerardus Ohoiwutun, de goeroe van Diaj, zou<br />
betalen.<br />
Wij gingen op stap voordat de zon boven de bergen was gerezen.<br />
Dunne sluiers mist hingen over het meer. Vogels, opgejaagd door<br />
het geluid van onze roeiriemen in het water, vlogen laag over de<br />
boot. Hier en daar waren Kapaukoe-vrouwen reeds bezig het ontbijt<br />
klaar te maken boven vuren in hun kano's, die tussen het riet<br />
aan de oever lagen.<br />
Toen was de zon er plotseling. Nu zagen wij het landschap in zijn<br />
grootsheid. Rechts van ons rezen de bergen omhoog, die wij gisteren<br />
waren overgetrokken, hoog en woest. Naar het Zuiden keken we op<br />
lange, zachtglooiende heuvels, waarop hier en daar een wit dorpje<br />
lag. En daarachter weer steile bergen.<br />
Achter ons kwamen de kano's van de vrouwen in beweging. Haar<br />
werkdag was begonnen. De stilte werd slechts onderbroken door de<br />
roeiriemen en een motor in de verte. Twee Amerikaanse zendelingen<br />
waren met een sloep op weg naar een dorp op de noordelijke<br />
oever. Zij wuifden naar ons, toen wij elkander passeerden.<br />
Ofschoon het me nu langzamerhand duidelijk was geworden hoeveel<br />
wreedheid, menselijke wreedheid, in dit rustige landschap lag<br />
verscholen, kon men op zo'n mooie morgen nog altijd geloven dat<br />
de mensen hier in een paradijs wonen, een Shangri-La, in een gelukkige<br />
natuurstaat, bezig met hun tuinen en wat visserij. Men zegt<br />
dat er niet al te ver naar het Oosten, in Australisch Nieuw-Guinea,<br />
werkelijk zulke plaatsen zijn. Hier aan het Tigimeer had de politie<br />
haar handen vol werk, ondanks de poëzie van ochtenden zoals deze.<br />
Maar ergens in het andere, dat idyllische deel, was er eens een<br />
politieman, een Papoea, naar een gelukkig dorp gezonden. Hij was<br />
jong en enthousiast en brandde van verlangen om zelfs elk spoor<br />
van misdadigheid uit te roeien. Maar hij zocht vergeefs, want de<br />
115