Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
upsen: het is allemaal gelijk voor ze; het is allemaal: eten. De producten<br />
van het oerwoud, hoe bitter en onsmakelijk ook, verzwelgen<br />
ze gretig.<br />
Pater Steltenpool vertelde me van de kat van een van zijn collega's.<br />
De man wilde graag gezelschap in zijn eenzaamheid en het beestje<br />
was in een mand van de kust naar het binnenland gekomen. Maar<br />
nu was er een groot probleem. Een kat vindt het prettig om rond<br />
te zwerven. De eigenaar vond het idee van een nieuwe plechtigheid,<br />
een kattenfeest, niet erg aantrekkelijk. Hij riep dus zijn mensen<br />
bijeen en vertelde ze dat dit wonderbaarlijke nieuwe dier erg knap<br />
was in het vangen van ratten en muizen. En poes had heel gewillig<br />
meteen een demonstratie gegeven, toen er een kleine rat voorbijfloepte.<br />
Van die dag af was er veel vraag naar de kat. De Kapaukoe's<br />
kwamen haar lenen om ratten en muizen voor ze te vangen en ze<br />
betaalden, lang niet gek, met een deel van de buit. De missionaris<br />
kon zich nu de eigenaar van een heel tevreden poesje noemen.<br />
Toen we bij een open plek aan de Zuidzijde van de Iadimi-berg<br />
kwamen, zagen we neer op de Kamoe-vlakte; „een eindeloze modderwoestenij",<br />
zoals pater Steltenpool het uitdrukte.<br />
Er stonden groepjes hutten, steeds zo'n vijf of tien bij elkaar, met<br />
de gebruikelijke omheinde tuinen erachter. Aan alle kanten rezen<br />
de bergen omhoog; in het Noorden, Zuiden en Oosten waren ze zeer<br />
dichtbij, in het Westen ver weg.<br />
„Dit land is mijn parochie," zei de missionaris. Hij was uit Noord-<br />
Holland afkomstig en met zekere trots vertelde hij me dat hij nu<br />
in Nieuw-Guinea hetzelfde probeerde te doen als zijn voorouders<br />
in West-Friesland hadden gedaan.<br />
Als jongen had hij altijd schik gehad in de verhalen die in zijn geschiedenisboek<br />
stonden over de Cistercienser monniken, die in de<br />
Middeleeuwen hun nederzettingen hadden in moerassige streken,<br />
die ze droog legden en waar ze hun abdijen bouwden. „Zo zijn grote<br />
delen van ons land ontstaan," zei hij. Maar ofschoon hij altijd missionaris<br />
had willen worden, had hij nooit gedroomd dat hij in de<br />
voetsporen van de middeleeuwse monnik-pioniers zou treden.<br />
„Nu, en hier ben ik dan," zei hij. „Er moeten nog heel wat moerassen<br />
worden drooggelegd. Alleen al die hele vlakte! Maar een abdij komt<br />
er nooit en voorlopig zal ik de enige priester zijn. De Kapaukoe's<br />
zijn wel handig met onze werktuigen, maar ik zie ze nog niet in een<br />
Franciscaner pij."<br />
80