19.09.2013 Views

kerkpostillen iii, jezus en zijn werk.

kerkpostillen iii, jezus en zijn werk.

kerkpostillen iii, jezus en zijn werk.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

35. FARIZEEËR EN TOLLENAAR 32<br />

114<br />

"En Hij zei tot sommig<strong>en</strong>, die zich overtuigd hield<strong>en</strong>, dat zij vroom war<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

ander<strong>en</strong> veracht<strong>en</strong>, deze gelijk<strong>en</strong>is. Twee m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> opwaarts in de tempel om<br />

te bidd<strong>en</strong>: de één was e<strong>en</strong> farizeeër, de ander e<strong>en</strong> toll<strong>en</strong>aar. De farizeeër stond, <strong>en</strong><br />

bad bij zichzelf aldus: Ik dank u God, dat ik niet b<strong>en</strong> gelijk de andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>,<br />

rovers, onrechtvaardig<strong>en</strong>, overspelers, noch ook gelijk deze toll<strong>en</strong>aar; ik vast<br />

tweemaal in de week <strong>en</strong> geef de ti<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van al wat ik heb. En de toll<strong>en</strong>aar stond van<br />

verre, <strong>en</strong> wilde zelfs <strong>zijn</strong> og<strong>en</strong> niet opheff<strong>en</strong> t<strong>en</strong> hemel, maar sloeg op <strong>zijn</strong> borst,<br />

zegg<strong>en</strong>de: God wees mij zondaar g<strong>en</strong>adig. Ik zeg u, deze ging af gerechtvaardigd<br />

naar <strong>zijn</strong> huis meer dan die; want wie zichzelf verhoogt, die zal vernederd word<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> wie zichzelf vernedert, die zal verhoogd word<strong>en</strong>."<br />

Lucas 18 vs. 9 - 14.<br />

Hier hebb<strong>en</strong> wij nu e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> tafereel <strong>en</strong> voorbeeld van het goddelijk gericht over de<br />

heilig<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrom<strong>en</strong>; het stelt ons twee person<strong>en</strong> voor og<strong>en</strong>; de e<strong>en</strong> is inderdaad vroom,<br />

de ander slechts schijnbaar vroom. Maar vóórdat wij dit voorbeeld in het oog vatt<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> handel<strong>en</strong> over het ontzett<strong>en</strong>d oordeel, moet<strong>en</strong> wij eerst er op lett<strong>en</strong>, dat Lucas zich<br />

laat hor<strong>en</strong>, alsof de gerechtigheid door de <strong>werk</strong><strong>en</strong> komt. Hij is echter gewoon daarover<br />

het meest te schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> wel om red<strong>en</strong>, dat in die tijd, gelijk het ook nu plaats vindt,<br />

wanneer m<strong>en</strong> predikt, dat alle<strong>en</strong> het geloof zalig maakt, de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> losbrek<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>kel<br />

will<strong>en</strong> gelov<strong>en</strong>, maar om de kracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrucht<strong>en</strong> van het geloof zich niet<br />

bekommer<strong>en</strong>. En ev<strong>en</strong>als Lucas do<strong>en</strong> ook Johannes <strong>en</strong> Jakobus in hun briev<strong>en</strong>, om<br />

daardoor aan te ton<strong>en</strong>, dat het geloof zonder deze ge<strong>en</strong> recht geloof is. Want alzo<br />

spreekt Lucas in <strong>zijn</strong> inleiding: ik weet wel, dat er vel<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, hoe<br />

alle<strong>en</strong> het geloof zalig maakt. Daardoor <strong>zijn</strong> zij oorzaak, dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> alle<strong>en</strong><br />

daarnaar strev<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> goddelijk geloof will<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong>. Daarom moet ik ook over<br />

de <strong>werk</strong><strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>, door welke zij hun geloof bewijz<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>. Zo klinkt het overal<br />

in Lucas' Evangelie; in deze zin komt de gerechtigheid door de <strong>werk</strong><strong>en</strong>, gelijk u<br />

gehoord hebt; vergeeft, zo wordt u vergev<strong>en</strong>, <strong>en</strong>: maakt u vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> uit de onrechtvaardige<br />

mammon. Zo ook hier, alsof deze toll<strong>en</strong>aar door <strong>zijn</strong> gebed <strong>en</strong> het slaan op <strong>zijn</strong><br />

borst <strong>zijn</strong> gerechtigheid verworv<strong>en</strong> had; zodat dit Evangelie de schijn heeft, alsof wij<br />

door de <strong>werk</strong><strong>en</strong> vroom word<strong>en</strong>.<br />

Nu hebt u dikwijls gehoord: vóór alles moet de m<strong>en</strong>s vroom <strong>zijn</strong>, eer dat hij wat goeds<br />

kan do<strong>en</strong>, want zo is het overal <strong>en</strong> altijd: e<strong>en</strong> goede boom kan ge<strong>en</strong> slechte vrucht<strong>en</strong><br />

voortbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kwade boom ge<strong>en</strong> goede. Zo moet dus ook de m<strong>en</strong>s eerst vroom<br />

<strong>zijn</strong> zal hij wat goeds do<strong>en</strong>. Zo ook zegt de Heere eerst: de toll<strong>en</strong>aar heeft op <strong>zijn</strong> borst<br />

geslag<strong>en</strong>, to<strong>en</strong> is het oordeel gekom<strong>en</strong>, hij was vroom.<br />

Dit nu is geschrev<strong>en</strong>, opdat wij de og<strong>en</strong> op<strong>en</strong> do<strong>en</strong> <strong>en</strong> de lied<strong>en</strong> niet naar hun <strong>werk</strong><strong>en</strong><br />

beoordel<strong>en</strong>. Daarom schouwt de Heere hier in het hart <strong>en</strong> leert niet naar de <strong>werk</strong><strong>en</strong>,<br />

maar naar het hart te oordel<strong>en</strong>; als dat vroom is, dan is alles vroom. Want wanneer ik<br />

deze toll<strong>en</strong>aar hier naar <strong>zijn</strong> <strong>werk</strong><strong>en</strong> zou will<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong>, dan zou ik mij spoedig<br />

vergiss<strong>en</strong>; dan wordt niets als zonde aan hem op<strong>en</strong>baar. Ev<strong>en</strong>zo, wanneer ik de<br />

farizeeër ook naar <strong>zijn</strong> uiterlijke wandel <strong>en</strong> <strong>zijn</strong> <strong>werk</strong><strong>en</strong> wilde beoordel<strong>en</strong>, dan is dat<br />

ook mis; want hij staat in de heilige plaats, doet e<strong>en</strong> opperbest gebed, zo goed als er<br />

maar één is; namelijk: hij looft <strong>en</strong> dankt God, is geheel ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door <strong>zijn</strong> verhev<strong>en</strong><br />

<strong>werk</strong><strong>en</strong>, niet minder dan door lichamelijke nederige <strong>werk</strong><strong>en</strong>: hij vast, geeft <strong>zijn</strong><br />

ti<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, geeft e<strong>en</strong> ieder, wat hem toekomt; summa summarum, het is bij hem, uit- <strong>en</strong><br />

32 E .L. Meinders. Dl. I, p. 387 v.v. Uitgesprok<strong>en</strong> de 11e zondag na Trinitatis, 31 augustus 1522.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!