Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ede van de rijke man aan Lazarus niet wordt toegestaan, om weer te verschijn<strong>en</strong>,<br />
hoewel het inderdaad e<strong>en</strong> goed <strong>werk</strong> was, dat hij de nog lev<strong>en</strong>de broeder<strong>en</strong> de boete<br />
zou predik<strong>en</strong>, opdat zij van hun zondig lev<strong>en</strong> afstand zoud<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Het wordt hem niet<br />
toegestaan, maar Abraham zegt: zij hebb<strong>en</strong> Mozes <strong>en</strong> de profet<strong>en</strong>, dat ze die hor<strong>en</strong>. Ja,<br />
het is ons ook door Mozes van Godswege verbod<strong>en</strong>, dat wij van de dod<strong>en</strong> de waarheid<br />
zoud<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>. Daarom, als zulke geest<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, houdt hun dan deze spreuk<br />
voor de neus, <strong>en</strong> grijpt ze daarmede aan; zegt: ik vraag naar u niet; ik wil ook niet<br />
wet<strong>en</strong>, wat u eig<strong>en</strong>lijk wilt; want God heeft het mij verbod<strong>en</strong> <strong>en</strong> zegt: zij hebb<strong>en</strong><br />
Mozes <strong>en</strong> de profet<strong>en</strong>, dat zij die hor<strong>en</strong>. En zulks moet u met ernst in het geloof do<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> het er voor houd<strong>en</strong> dat God voor Zijn Woord wel wak<strong>en</strong> zal. Schrijft dan zulk e<strong>en</strong><br />
spreuk aan de wand, dan zal die geest wel <strong>zijn</strong> biez<strong>en</strong> pakk<strong>en</strong>. Doet hij dat echter niet,<br />
laat hem dan <strong>zijn</strong> gang <strong>en</strong> d<strong>en</strong>k: God wil u beproev<strong>en</strong> of u sterk in het geloof b<strong>en</strong>t, <strong>en</strong><br />
of u Zijn woord<strong>en</strong> onderhoudt. En laat u niet bedrieg<strong>en</strong>. Want dat is de bedoeling van<br />
de duivel, de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van het geloof afkerig te mak<strong>en</strong>, zodat zij op de <strong>werk</strong><strong>en</strong> bouw<strong>en</strong>.<br />
En dan bevestigt hij de <strong>en</strong>e dwaling met de andere, gelijk Paulus schrijft (2 Thess. 2<br />
vs. 9 vv.). Want de duivel weet wel dat m<strong>en</strong> hem k<strong>en</strong>t. En dat de lied<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> door het<br />
oprecht geloof in Christus zalig word<strong>en</strong>; daarom dacht hij, ik zal in Zijn gestalte<br />
verschijn<strong>en</strong>, gelijk hij dan ook gedaan heeft, zich heeft lat<strong>en</strong> bezwer<strong>en</strong> <strong>en</strong> met<br />
wijwater bespr<strong>en</strong>kel<strong>en</strong>. En zei: ach, als u mij ti<strong>en</strong> of twintig of dertig miss<strong>en</strong> hield, dan<br />
zal ik geholp<strong>en</strong> <strong>zijn</strong>. En daarna versche<strong>en</strong> hij in grote glans, alsof hij nu verlost was <strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong> hemel kon var<strong>en</strong>. Dat alles nu heeft t<strong>en</strong> doel de lied<strong>en</strong> te bedrieg<strong>en</strong>; opdat zij het<br />
geloof zull<strong>en</strong> verliez<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de <strong>werk</strong><strong>en</strong> bouw<strong>en</strong>, gelijk dan ook geschied is. Want<br />
daar vandaan komt het, dat er zoveel zielmiss<strong>en</strong> <strong>en</strong> dergelijk<strong>en</strong> <strong>zijn</strong> gehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
ingesteld.<br />
Derhalve, wees met deze spreuk gewap<strong>en</strong>d, <strong>en</strong> steun <strong>en</strong> sta daarop met geheel uw<br />
vertrouw<strong>en</strong>. Als dan zulk e<strong>en</strong> geest komt, laat dan het bespr<strong>en</strong>kel<strong>en</strong> <strong>en</strong> het wijwater<br />
maar blijv<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zeg: zij hebb<strong>en</strong> Mozes <strong>en</strong> de profet<strong>en</strong>, laat ze die hor<strong>en</strong>. Zulks kan<br />
dan de duivel niet verdrag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hij moet <strong>zijn</strong> biez<strong>en</strong> pakk<strong>en</strong>. Geloof in ge<strong>en</strong> geval, dat<br />
het ziel<strong>en</strong> <strong>zijn</strong>. En al war<strong>en</strong> het ook ziel<strong>en</strong>, dan nog zou u ze niets mog<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>, of<br />
g<strong>en</strong>eigd <strong>zijn</strong> iets van h<strong>en</strong> te ler<strong>en</strong>; want daarmede zou u God e<strong>en</strong> oneer aando<strong>en</strong>; Hem<br />
Die ons alles, wat ons te wet<strong>en</strong> nodig is door de wet <strong>en</strong> de profet<strong>en</strong> heeft lat<strong>en</strong><br />
verkondig<strong>en</strong> <strong>en</strong> zi<strong>en</strong>; t<strong>en</strong> laatste heeft Hij Zijn Zoon van de hemel gezond<strong>en</strong>, ons Deze<br />
tot Leraar gegev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> door de apostel<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> predik<strong>en</strong> alles, wat ons tot zaligheid<br />
van onze ziel<strong>en</strong> nodig is te wet<strong>en</strong>. Daarmede moet<strong>en</strong> wij ons tevred<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet<br />
meer will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>, al zou iemand ons ook nog iets bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> will<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>; want die<br />
geest is niet uit God. Daarom, laat u door deze geest<strong>en</strong> niet beweg<strong>en</strong>, maar veracht<br />
h<strong>en</strong>. En grondt u alle<strong>en</strong> op het Evangelie.<br />
Gelijk wij lez<strong>en</strong> in de Historia tripartita 20 van e<strong>en</strong> bisschop Gregorius van<br />
Cappadocia in de stad Corinthe. Daar was e<strong>en</strong> huis geheel verlat<strong>en</strong>, vanwege de<br />
geest<strong>en</strong>, die in dat huis gruwelijk huishield<strong>en</strong> <strong>en</strong> niemand daarin met rust liet<strong>en</strong>. Nu,<br />
de bisschop kwam daarnaar toe. Daar hij nu ge<strong>en</strong> onderkom<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> kon, vraagt hij,<br />
wie in dat huis woont, of hij daarin ge<strong>en</strong> onderkom<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>? Hij trekt in<br />
dat huis. To<strong>en</strong> werd hem geantwoord dat niemand vanwege de geest<strong>en</strong>, in dat huis kon<br />
blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderkom<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> liet hij zich het huis op<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> trok er in. En<br />
alle duivel<strong>en</strong> verwijderd<strong>en</strong> zich; alles was rein, to<strong>en</strong> deze man vol van het geloof, daar<br />
<strong>zijn</strong> intrek nam.<br />
20 Zo luidt de titel van het eerste deel van e<strong>en</strong> kerkgeschiedkundig <strong>werk</strong> van Theodorus Lector, aldus<br />
g<strong>en</strong>oemd naar het voorlezersambt, dat hij te Konstantinopel bekleedde. Hij leefde in de helft van de 6e<br />
eeuw. Zie B. ter Haar, De Historiographie van de Kerkgeschied<strong>en</strong>is, 1e Stuk, p. 21.<br />
84