19.09.2013 Views

kerkpostillen iii, jezus en zijn werk.

kerkpostillen iii, jezus en zijn werk.

kerkpostillen iii, jezus en zijn werk.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

116<br />

Maar hoe zull<strong>en</strong> wij nu dit met elkaar overe<strong>en</strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, dat Christus zegt: hij ging<br />

gerechtvaardigd naar <strong>zijn</strong> huis. Immers was hij reeds vóórdat hij op <strong>zijn</strong> borst sloeg<br />

vroom door het geloof; hij moet reeds van te vor<strong>en</strong> rechtvaardig geweest <strong>zijn</strong>. Hoe<br />

spreekt Christus hier dan alzo?<br />

Het is hiermede, gelijk ik reeds meermal<strong>en</strong> gezegd heb: het geloof, indi<strong>en</strong> het oprecht<br />

is, op<strong>en</strong>baart zich <strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt vrucht<strong>en</strong>; is de boom gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed, dan is er niets teg<strong>en</strong><br />

te do<strong>en</strong>, hij slaat uit <strong>en</strong> draagt vrucht<strong>en</strong> <strong>en</strong> blader<strong>en</strong>. De natuur geeft zulks; ik heb daar<br />

niets in te zegg<strong>en</strong>, noch hem te gebied<strong>en</strong>: hoor u, boom, draag appel<strong>en</strong>. Want als de<br />

boom er eerst is, dan volg<strong>en</strong> de vrucht<strong>en</strong> vanzelf zonder <strong>en</strong>ig bevel. Is het geloof<br />

aanwezig, dan moet het <strong>werk</strong> navolg<strong>en</strong>. Ik moet erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, dat ik e<strong>en</strong> zondaar b<strong>en</strong>; dan<br />

moet echter ook volg<strong>en</strong>, dat ik zeg : o God, ik b<strong>en</strong> e<strong>en</strong> deugniet. Deze toll<strong>en</strong>aar breekt<br />

zich het hoofd met niemand, spreekt vrij uit, al wordt hij ook voor alle zondar<strong>en</strong> te<br />

schande, gelijk Psalm 116 vs. 10 zegt: ik geloofde, daarom heb ik Uw Naam beled<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> geroemd. Nu bemerk ik, dat ik te gronde zou moet<strong>en</strong> gaan, want ik b<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

zondaar; het is dus zaak, te gelov<strong>en</strong> <strong>en</strong> mij vast te houd<strong>en</strong> aan Gods barmhartigheid;<br />

de kelk des Heer<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> Gods g<strong>en</strong>ade aan te roep<strong>en</strong>.<br />

Zo nu verootmoedigt zich het geloof, op<strong>en</strong>baart zich, <strong>en</strong> wordt zodo<strong>en</strong>de door de<br />

<strong>werk</strong><strong>en</strong> verzekerd. Als dat plaats heeft, dan wordt het aan mij <strong>en</strong> aan andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

bek<strong>en</strong>d. Als ik zo mij naar buit<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar, mij om ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s of duivel bekommer,<br />

mij neerwerp, van ge<strong>en</strong> hoge ding<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wil, <strong>en</strong> mijzelf voor de armste zondaar die<br />

op aarde leeft, houdt; zie daar wat mijn geloof tot zekerheid br<strong>en</strong>gt. Dat is het dan, als<br />

de Heere zegt: deze ging af gerechtvaardigd.<br />

Zodo<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> aan het geloof de zaligheid toe als aan e<strong>en</strong> overste. En aan de<br />

<strong>werk</strong><strong>en</strong> de getuig<strong>en</strong>is, welke iemand zozeer verzekerd doet <strong>zijn</strong>, dat m<strong>en</strong> het aan de<br />

uiterlijke wandel zi<strong>en</strong> kan, dat het geloof oprecht is. Zulks zi<strong>en</strong> wij ook in Abraham,<br />

als hij <strong>zijn</strong> zoon offert; to<strong>en</strong> zei God: nu weet ik dat u Mij zoekt. Ja, als hij God niet<br />

gevreesd had, dan zou hij <strong>zijn</strong> zoon niet geofferd hebb<strong>en</strong>; maar hieruit blijkt, dat <strong>zijn</strong><br />

godsvrees volkom<strong>en</strong> oprecht was.<br />

Laat ons dit nu goed ter harte nem<strong>en</strong>. Dit is de red<strong>en</strong>, waarom Lukas <strong>en</strong> Petrus zoveel<br />

sprek<strong>en</strong> over de <strong>werk</strong><strong>en</strong>, opdat m<strong>en</strong> niet he<strong>en</strong>gaat <strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt: ja, nu wil ik toch gelov<strong>en</strong>.<br />

En m<strong>en</strong> er dan e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>-gemaakt geloof op nahoudt. Want e<strong>en</strong> geloof, dat alle<strong>en</strong> op<br />

de oppervlakte van het hart zweeft, gelijk het schuim op het bier, is e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>-gemaakt<br />

geloof. Nee, nee! Het geloof is e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>d, wez<strong>en</strong>lijk ding; het maakt de m<strong>en</strong>s geheel<br />

nieuw; giet hem moed in <strong>en</strong> keert hem geheel <strong>en</strong> al om. Het dringt door tot op de<br />

diepste grond <strong>en</strong> is e<strong>en</strong> algehele vernieuwing van de m<strong>en</strong>s; zodat ik, waar ik vroeger<br />

e<strong>en</strong> zondaar zag, nu e<strong>en</strong> andere wandel, e<strong>en</strong> ander wez<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ander lev<strong>en</strong> zie.<br />

Daaraan bemerk ik, dat m<strong>en</strong> gelooft. Zo groot van betek<strong>en</strong>is is e<strong>en</strong> oprecht geloof.<br />

Vandaar, dat ook de Heilige Geest zo met alle nadruk op de <strong>werk</strong><strong>en</strong> heeft do<strong>en</strong><br />

aandring<strong>en</strong>, dat deze e<strong>en</strong> gevolg <strong>en</strong> e<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong>is van het geloof moet<strong>en</strong> <strong>zijn</strong>. Als wij<br />

nu bij dez<strong>en</strong> of g<strong>en</strong><strong>en</strong> de <strong>werk</strong><strong>en</strong> niet zi<strong>en</strong>, dan kunn<strong>en</strong> wij daaruit e<strong>en</strong> besluit trekk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>: zij hebb<strong>en</strong> er van gehoord, maar het is bij h<strong>en</strong> niet tot de grond<br />

doorgedrong<strong>en</strong>. Want, als u in hoogmoed, hebzucht <strong>en</strong> onkuisheid wilt blijv<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> dan veel over het geloof wilt prat<strong>en</strong>, dan zal Paulus tot u kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>: luister,<br />

het rijk van God bestaat niet in woord<strong>en</strong> maar in kracht; het moet zich in het lev<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

in dad<strong>en</strong> op<strong>en</strong>bar<strong>en</strong>; het is niet g<strong>en</strong>oeg, om er alle<strong>en</strong> over te prek<strong>en</strong> <strong>en</strong> te prat<strong>en</strong>.<br />

Zo vervall<strong>en</strong> wij op beide zijd<strong>en</strong> in de uiterst<strong>en</strong>. Als m<strong>en</strong> predikt, dat m<strong>en</strong> alle<strong>en</strong><br />

gelov<strong>en</strong> moet, dan wil m<strong>en</strong> de vrucht<strong>en</strong>, de <strong>werk</strong><strong>en</strong> nalat<strong>en</strong>, <strong>en</strong> predikt m<strong>en</strong> over de<br />

<strong>werk</strong><strong>en</strong>, dan vall<strong>en</strong> wij aan die zijde over het paard <strong>en</strong> troost<strong>en</strong> ons met de <strong>werk</strong><strong>en</strong>.<br />

Daarom moet<strong>en</strong> wij de midd<strong>en</strong>weg houd<strong>en</strong>; het geloof alle<strong>en</strong> moet vroom <strong>en</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!