You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
doet; als zij altijd maar naar zich toehal<strong>en</strong> waar <strong>en</strong> van wie zij maar kunn<strong>en</strong>; kris, kras,<br />
in mijn zak; e<strong>en</strong> ander moet maar zi<strong>en</strong> dat hij ook wat krijgt! En dan zi<strong>en</strong> zij op<br />
hetge<strong>en</strong> groot <strong>en</strong> van waarde geacht wordt bij de wereld, <strong>en</strong> veracht<strong>en</strong> het geringe <strong>en</strong><br />
wat bij de wereld in minachting is. Ev<strong>en</strong>wel hebb<strong>en</strong> niet alle rijk<strong>en</strong> altijd purper <strong>en</strong><br />
witte zijd<strong>en</strong> gewad<strong>en</strong>. Ook lev<strong>en</strong> zij niet alle dag<strong>en</strong> heerlijk. Daaraan ligt het ook niet.<br />
Maar zij hebb<strong>en</strong> dezelfde wil <strong>en</strong> hetzelfde hart of begeerte als de rijke man heeft, <strong>en</strong><br />
als zij de goeder<strong>en</strong> maar hadd<strong>en</strong> dan zou de wil wel spoedig aan het <strong>werk</strong> kom<strong>en</strong>.<br />
Maar nu ziet God het uiterlijk <strong>werk</strong> niet aan <strong>en</strong> oordeelt niet daarnaar; maar Hij is<br />
k<strong>en</strong>ner <strong>en</strong> onderzoeker van de wil <strong>en</strong> van het hart.<br />
En wederom, alle gelovig<strong>en</strong> <strong>zijn</strong> Lazaruss<strong>en</strong>, want zij hebb<strong>en</strong> dezelfde wil die Lazarus<br />
hier heeft; zij veracht<strong>en</strong> wat er groot <strong>en</strong> hoog door de wereld wordt aangezi<strong>en</strong>; zij<br />
verneder<strong>en</strong> zich, di<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> help<strong>en</strong> iedere<strong>en</strong> zoveel in hun vermog<strong>en</strong> is; nem<strong>en</strong> uit<br />
Gods hand aan, zoals Hij het met h<strong>en</strong> voegt, bevel<strong>en</strong> zichzelf God aan, stell<strong>en</strong> alles in<br />
Zijn hand <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> het geheel aan God toe, om met h<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> naar Zijn<br />
goddelijke wil <strong>en</strong> welbehag<strong>en</strong>. Hoewel niet all<strong>en</strong> armoede, naaktheid, honger <strong>en</strong><br />
zwer<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> als Lazarus, hebb<strong>en</strong> zij toch de wil <strong>en</strong> de gezindheid, die wij hier in<br />
Lazarus ontmoet<strong>en</strong>. Zulk e<strong>en</strong> armoede kan wel temidd<strong>en</strong> van grote goeder<strong>en</strong> bestaan,<br />
wanneer de naaktheid er maar is, <strong>en</strong> het hart aan deze ding<strong>en</strong> niet gehecht is <strong>en</strong> daarop<br />
maar niet <strong>zijn</strong> toevoorzicht grondt. Dit betuig<strong>en</strong> ons immers de heilig<strong>en</strong> door hun<br />
voorbeeld <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>; bijvoorbeeld Job <strong>en</strong> David, want zo sprak David (Ps. 39 vs. 13): ik<br />
b<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vreemdeling <strong>en</strong> pelgrim bij U gelijk al mijn vader<strong>en</strong>! Hoe kon dat? Immers<br />
had David e<strong>en</strong> groot koninkrijk <strong>en</strong> vele kastel<strong>en</strong>; hoe is hij dan e<strong>en</strong> pelgrim geweest?<br />
Dat komt alles daarvandaan, dat hij om deze rijkdom niet veel meer gaf, <strong>en</strong> er <strong>zijn</strong> hart<br />
niet aan hechtte; maar <strong>zijn</strong> vertrouw<strong>en</strong> op God alle<strong>en</strong> stelde, het gindse vaderland<br />
begeerde <strong>en</strong> dit teg<strong>en</strong>woordige niet voor <strong>zijn</strong> ware vaderland hield. Zo ook was het<br />
met Abraham, ofschoon hij zulke armoede, honger <strong>en</strong> zwer<strong>en</strong> niet gehad heeft, als<br />
Lazarus hier; zou hij echter alles, wat Lazarus hier te lijd<strong>en</strong> heeft, gaarne aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong>, als God het hem had toegevoegd. Want de heilig<strong>en</strong> <strong>en</strong> gelovig<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> niet<br />
all<strong>en</strong> één <strong>en</strong> hetzelfde <strong>werk</strong> hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> daarin ook niet all<strong>en</strong> met elkaar<br />
overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong>; het is voldo<strong>en</strong>de, als zij één van wil, hart, gemoed <strong>en</strong> geloof <strong>zijn</strong>.<br />
Daarom erk<strong>en</strong>de Abraham Lazarus ook als de <strong>zijn</strong>e; anders als hij dezelfde wil niet<br />
gehad had, zou hij Lazarus niet erk<strong>en</strong>d, <strong>en</strong> hem, voorwaar, ook niet in <strong>zijn</strong> schoot<br />
g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>; maar had hem lat<strong>en</strong> he<strong>en</strong>var<strong>en</strong> gelijk het de rijke man ging.<br />
Nu, dat is in het algeme<strong>en</strong> de bedoeling van dit Evangelie. Nu rijst hier, bij dit<br />
Evangelie e<strong>en</strong> vraag aangaande de dod<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vroeger gestorv<strong>en</strong><strong>en</strong>; of m<strong>en</strong>,<br />
aangezi<strong>en</strong> in het Evangelie staat, dat de rijke niet ontvang<strong>en</strong> kan, dan ook voor de<br />
dod<strong>en</strong> moet bidd<strong>en</strong>? Want t<strong>en</strong> goede van de dod<strong>en</strong> <strong>zijn</strong> alle vigiliën <strong>en</strong> miss<strong>en</strong>,<br />
kloosters, kerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> kapell<strong>en</strong> gesticht, welke daarvan hun onderhoud hebb<strong>en</strong>.<br />
U dan moet wet<strong>en</strong>, dat u niet zondigt, als u voor de ziel<strong>en</strong> bidt. En ook niet zondigt,<br />
als u het niet doet, want wij <strong>zijn</strong> niet verplicht <strong>en</strong> ook niet schuldig te houd<strong>en</strong> als<br />
alle<strong>en</strong> wat God ons bevol<strong>en</strong> heeft. Nu hebb<strong>en</strong> wij ge<strong>en</strong> gebod, om voor de<br />
afgestorv<strong>en</strong><strong>en</strong> te bidd<strong>en</strong>; wilt u het echter do<strong>en</strong>, dan mag u zegg<strong>en</strong>: Och, mijn God, de<br />
ziel is in Uw hand<strong>en</strong> <strong>en</strong> in Uw macht; doe met haar naar Uw goddelijke wil <strong>en</strong> Uw<br />
welbehag<strong>en</strong>. Dan blijft u vrij van alle zonde. Maar als m<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> mis uit wil mak<strong>en</strong>,<br />
dat is kwaad <strong>en</strong> zonde, gelijk onze her<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Wij wet<strong>en</strong> ook niet, hoe God met h<strong>en</strong><br />
handel<strong>en</strong> zal, daarom moet<strong>en</strong> wij zulks geheel <strong>en</strong> al aan Hem overlat<strong>en</strong>.<br />
Maar de klopgeest<strong>en</strong> <strong>en</strong> dwaalgeest<strong>en</strong>, die hier <strong>en</strong> daar rondgaan in de huiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
lied<strong>en</strong> verschrikk<strong>en</strong>; van h<strong>en</strong> moet u wet<strong>en</strong>, dat het <strong>en</strong>kel duivel<strong>en</strong> <strong>zijn</strong> <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> ziel<strong>en</strong>.<br />
En dat zij slechts de lied<strong>en</strong> bedrieg<strong>en</strong>, want u hebt het in dit Evangelie, dat het op de<br />
83