You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
151<br />
lijd<strong>en</strong> moet, is toch het <strong>werk</strong> op zichzelf zo gemakkelijk, als ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel ander gemakkelijk<br />
<strong>werk</strong>. Kunt u dag <strong>en</strong> nacht in het bierhuis zitt<strong>en</strong>, of op andere wijze met uw<br />
kamerad<strong>en</strong> onzin uitkram<strong>en</strong>, zing<strong>en</strong> <strong>en</strong> schreeuw<strong>en</strong> zonder moe te word<strong>en</strong> of te<br />
gevoel<strong>en</strong>, dat u ge<strong>werk</strong>t hebt, dan kunt u ook e<strong>en</strong> uur in de kerk zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> toehor<strong>en</strong>, tot<br />
di<strong>en</strong>st van God <strong>en</strong> tot Zijn welbehag<strong>en</strong>. Wat zou u do<strong>en</strong>, wanneer Hij u beval st<strong>en</strong><strong>en</strong> te<br />
drag<strong>en</strong> of in e<strong>en</strong> zwaar kuras e<strong>en</strong> bedevaart te do<strong>en</strong> of andere moeilijke ding<strong>en</strong>? Gelijk<br />
m<strong>en</strong> ons tot hiertoe heeft opgelegd, zodat wij alles graag gedaan hebb<strong>en</strong>, wat m<strong>en</strong> ons<br />
heeft voorgepraat, terwijl m<strong>en</strong> ons daarbij door <strong>en</strong>kel leug<strong>en</strong>s <strong>en</strong> bedriegerij geld <strong>en</strong><br />
goed <strong>en</strong> lijf heeft do<strong>en</strong> verliez<strong>en</strong>.<br />
Nu is het echter de ell<strong>en</strong>dige duivel, die de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zo verblindt <strong>en</strong> ze zo vadsig <strong>en</strong><br />
oververzadigd doet <strong>zijn</strong>, dat wij er ge<strong>en</strong> acht op slaan, wat wij voor e<strong>en</strong> schat aan het<br />
dierbare Woord hebb<strong>en</strong>. En zo onverschillig daar he<strong>en</strong>gaan <strong>en</strong> als het wild gedierte<br />
word<strong>en</strong>. Laat het ons daarom toch ter harte nem<strong>en</strong>, <strong>en</strong>, zo dikwijls wij predik<strong>en</strong>, Gods<br />
Woord hor<strong>en</strong> of lez<strong>en</strong>, in de kerk of thuis, door vader, moeder, heer of vrouw, het<br />
gaarne aannem<strong>en</strong>, waar wij het kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, dat wij dan in de rechte<br />
verhev<strong>en</strong>, heilige di<strong>en</strong>st van God ons bevind<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st, die Hem uitermate<br />
welbehagelijk is. Daardoor zou u dan ook warm <strong>en</strong> opgewekt word<strong>en</strong> om het steeds<br />
liever te hor<strong>en</strong>. En dan zou God ook gev<strong>en</strong>, dat het vrucht bracht, meer dan iemand<br />
kan zegg<strong>en</strong>. Want de rijke vrucht blijft nooit uit, als m<strong>en</strong> er met ernst naar hoort; zodat<br />
u er niet beter door zou word<strong>en</strong>, ook al ziet u zulks nu niet dadelijk; maar mettertijd<br />
zal die vrucht zich wel verton<strong>en</strong>. Maar het zou te lang dur<strong>en</strong> om daar nu over te<br />
sprek<strong>en</strong>; m<strong>en</strong> kan het trouw<strong>en</strong>s ook niet alles mededel<strong>en</strong>.<br />
Dit moge nu als voorrede geld<strong>en</strong> op de preek van Paulus; om ons op te wekk<strong>en</strong> tot<br />
steeds vlijtiger hor<strong>en</strong> van Gods Woord; gelijk het wel nodig was zulks dagelijks <strong>en</strong> bij<br />
iedere preek in herinnering te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Het past ook zeer goed bij deze tekst van<br />
Paulus. Want hij bestraft daarin juist de onbeschaamde geest<strong>en</strong>, die hun wijsheid<br />
beproev<strong>en</strong> aan het Woord van God. Dan kom<strong>en</strong> zij spoedig in de waan, dat zij het<br />
reeds wet<strong>en</strong>; dat zij nu niet meer behoev<strong>en</strong> te hor<strong>en</strong> of van iemand te ler<strong>en</strong>. En zij<br />
ker<strong>en</strong> zich af naar ijdel gesnap, waar iets nieuws of vreemds is, dat de grote hoop<br />
gaarne hoort; zij will<strong>en</strong> meesters van de Schrift <strong>zijn</strong>, zowel als van iedere<strong>en</strong>, <strong>en</strong> will<strong>en</strong><br />
de gehele wereld ler<strong>en</strong>; terwijl zij toch zelf niet wet<strong>en</strong> wat zij zegg<strong>en</strong> of wat zij stell<strong>en</strong>.<br />
Want dat is juist de plaag welke dan volgt, wanneer m<strong>en</strong> van God Woord niet met<br />
ernst <strong>en</strong> ijver leert <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> lusteloos, de predikers traag word<strong>en</strong>, dan verloopt<br />
de zaak <strong>en</strong> de kerk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> leeg. En dan moet<strong>en</strong> er zulke verkeerde geest<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>,<br />
die wat nieuws voorw<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, het volk weer aan zich trekk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zich beroem<strong>en</strong><br />
meesters van de Schrift te <strong>zijn</strong>; terwijl het allerwege toch slechts zulke lied<strong>en</strong> <strong>zijn</strong>, die<br />
zelf niet wet<strong>en</strong>, veel minder nog ervar<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, wat zij ler<strong>en</strong>. Gelijk dit trouw<strong>en</strong>s<br />
reeds overal zich vertoont <strong>en</strong> van God toorn <strong>en</strong> straf over onze traagheid <strong>en</strong> onze<br />
ondank, zich over ons begint uit te giet<strong>en</strong>.<br />
Daarom begint hij deze brief aan <strong>zijn</strong> leerling Timotheüs met te verman<strong>en</strong>, toe te zi<strong>en</strong>,<br />
dat er ge<strong>en</strong> leraars opkom<strong>en</strong>, die veel prat<strong>en</strong> <strong>en</strong> red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> over de wet, nieuwe<br />
vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe leer opwerp<strong>en</strong>, betreff<strong>en</strong>de hetge<strong>en</strong> m<strong>en</strong> do<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe m<strong>en</strong> vroom<br />
moet <strong>zijn</strong>; terwijl het hun daarbij om niets anders te do<strong>en</strong> is als om gezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> geprez<strong>en</strong><br />
te word<strong>en</strong>, als veel geleerder dan ander<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>wel br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> zij het nooit zover, dat zij<br />
iets zekers <strong>en</strong> degelijks ler<strong>en</strong>, zodat m<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> begin of eind aan kan vind<strong>en</strong>. Zij<br />
wet<strong>en</strong> van niets anders te sprek<strong>en</strong> als daarvan, dat m<strong>en</strong> vroom <strong>zijn</strong>, goede <strong>werk</strong><strong>en</strong><br />
do<strong>en</strong> <strong>en</strong> God di<strong>en</strong><strong>en</strong> moet. Maar zelf begrijp<strong>en</strong> ze niet, wat dit betek<strong>en</strong>t. En als m<strong>en</strong><br />
h<strong>en</strong> dan vraagt, hoe m<strong>en</strong> het aanlegg<strong>en</strong> moet, dan beuzel<strong>en</strong> <strong>en</strong> wauwel<strong>en</strong> zij van hier<br />
e<strong>en</strong> <strong>werk</strong> <strong>en</strong> daar e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>; hier, laat u besnijd<strong>en</strong>; daar, offer zo <strong>en</strong> zoveel op het