19.09.2013 Views

kerkpostillen iii, jezus en zijn werk.

kerkpostillen iii, jezus en zijn werk.

kerkpostillen iii, jezus en zijn werk.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

wereld vol ontrouw <strong>en</strong> godslastering is. Aan deze lieve bruid, aan deze lieftallige<br />

dochter, dat is aan de grootste vijandin van God, sch<strong>en</strong>kt God uit louter liefde Zijn<br />

Zoon.<br />

Dit stuk nu doet de gave ook van zo grote waarde <strong>zijn</strong>, dat de Heere onze God Zich er<br />

niet aan stoort, dat wij zulke boze boev<strong>en</strong> <strong>zijn</strong>; integ<strong>en</strong>deel, Hij ruimt met één stoot uit<br />

de weg alle verkeerdheid, door welke Zijn Naam gesmaad wordt <strong>en</strong> waardoor m<strong>en</strong><br />

leeft in allerlei ongehoorzaamheid teg<strong>en</strong> God. Want omdat de Gever zo groot <strong>en</strong> het<br />

gesch<strong>en</strong>k zo edel is, had de ondeugd van de wereld Hem eig<strong>en</strong>lijk moet<strong>en</strong><br />

weerhoud<strong>en</strong>. Maar God overwint Zichzelf. Hij schuift alle zond<strong>en</strong> van de eerste <strong>en</strong><br />

tweede tafel op de achtergrond, Hij wil er niet van wet<strong>en</strong>; ja, juist omwille van deze<br />

zonde <strong>en</strong> van deze jammer <strong>en</strong> ell<strong>en</strong>de, waaronder wij arme zondar<strong>en</strong> gebukt gaan, <strong>en</strong>,<br />

als God ons niet te hulp kwam, eeuwig moest<strong>en</strong> verlor<strong>en</strong> gaan; juist daarom doet Hij<br />

ons zulk e<strong>en</strong> liefde <strong>en</strong> gave geword<strong>en</strong>.<br />

Ware het nu niet plicht, dat m<strong>en</strong> zulk e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>adige God wederom van harte liefhad <strong>en</strong><br />

alle goeds van Hem verwachtte; van Hem, die de zonde vergeeft <strong>en</strong> deze aan de<br />

wereld met al haar zond<strong>en</strong>, die ontelbaar vel<strong>en</strong> <strong>zijn</strong>, niet thuiszoekt? Want daar reeds<br />

de zond<strong>en</strong> van ieder m<strong>en</strong>s afzonderlijk ontelbaar <strong>zijn</strong>, hoe zou iemand de zond<strong>en</strong> van<br />

de wereld tell<strong>en</strong>? En nochtans staat hier, dat God de wereld alles wil kwijtscheld<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vergev<strong>en</strong>. Want waar de liefde van God heerst, daar moet ook vergeving van zond<strong>en</strong><br />

<strong>zijn</strong>. Wij moest<strong>en</strong> dus onze hart<strong>en</strong> op<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> ons in zulk e<strong>en</strong> liefde ind<strong>en</strong>k<strong>en</strong>; daar<br />

God de wereld, die Zijn natuurlijke vijandin is, zoveel geeft, dat Hij Zichzelf aan haar<br />

geeft, zodat m<strong>en</strong> niets anders als <strong>en</strong>kel g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>delijkheid te verwacht<strong>en</strong> heeft;<br />

het ga hoe het ga in dit tijdelijke lev<strong>en</strong>, goed of slecht; m<strong>en</strong> mag zich zonder <strong>en</strong>ig<br />

voorbehoud aan deze liefde houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle goeds van God verwacht<strong>en</strong> omwille van<br />

Christus. Door zulke gedacht<strong>en</strong> moest toch het hart vrolijk <strong>en</strong> welgemoed word<strong>en</strong>. Ik<br />

<strong>en</strong> alle Christ<strong>en</strong><strong>en</strong> moet<strong>en</strong> het t<strong>en</strong>minste belijd<strong>en</strong>, dat wij onder het pausdom in allerlei<br />

gruwel<strong>en</strong> <strong>en</strong> afgoderij geleefd <strong>en</strong> ons met m<strong>en</strong>igerlei zond<strong>en</strong> bezoedeld hebb<strong>en</strong>. Zulk<br />

e<strong>en</strong> goddeloos lev<strong>en</strong> nu heeft God niet gestraft naar dat wij verdi<strong>en</strong>d hadd<strong>en</strong>, maar<br />

heeft Zijn liefde do<strong>en</strong> stral<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Zoon, die Hij reeds vroeger de wereld geschonk<strong>en</strong><br />

had, weer door het Evangelie geop<strong>en</strong>baard; zodat wij deze heerlijke prediking weer<br />

hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> verstaan kunn<strong>en</strong>, dat God teg<strong>en</strong> de wereld niet toornt, maar <strong>en</strong>kel liefde<br />

betoont, aangezi<strong>en</strong> Hij Zijn Zoon sch<strong>en</strong>kt. Maar God ontferme Zich over ons, dat wij<br />

zo ondankbaar <strong>zijn</strong> <strong>en</strong> zulk e<strong>en</strong> vreugde in 't geheel niet bij ons zelf waarnem<strong>en</strong>. Want<br />

als wij het e<strong>en</strong>s goed overwog<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet zo koel war<strong>en</strong>, dan zoud<strong>en</strong> onze hart<strong>en</strong><br />

dermate van vreugde ontgloei<strong>en</strong>, dat wij niet alle<strong>en</strong> Gode gaarne di<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar om<br />

Zijn<strong>en</strong>twil ook gaarne alles ondergaan, <strong>en</strong> er ev<strong>en</strong>wel vrolijk onder zoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>,<br />

omdat wij zulk e<strong>en</strong> schat van Hem hebb<strong>en</strong>. Maar wij hebb<strong>en</strong> het aan ons ongeloof te<br />

dank<strong>en</strong>, dat zulk e<strong>en</strong> vreugde ons onmogelijk gemaakt wordt <strong>en</strong> wij hak<strong>en</strong> naar andere<br />

vreugde van de wereld, welke toch niets betek<strong>en</strong>t <strong>en</strong> louter verlies is.<br />

Tot nu toe hebb<strong>en</strong> wij kort over deze vier stukk<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong>: wie de Gever is, waarin<br />

het gesch<strong>en</strong>k bestaat, op welke wijze <strong>en</strong> aan wie het geschonk<strong>en</strong> is. Over deze vier<br />

stukk<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>oeg naar waarde sprek<strong>en</strong>. –<br />

5. Nu volgt het slot, wat God met zulk e<strong>en</strong> gesch<strong>en</strong>k beoogt, namelijk, dat Hij het niet<br />

daartoe geeft, opdat wij er van et<strong>en</strong> <strong>en</strong> drink<strong>en</strong>, ons kled<strong>en</strong> <strong>en</strong> voed<strong>en</strong> zull<strong>en</strong>, veel<br />

minder nog dat het ons tot vergif of ongeluk zal strekk<strong>en</strong>. Maar, gelijk wij ook van de<br />

Doop <strong>en</strong> van het Avondmaal ler<strong>en</strong>, dat m<strong>en</strong> het als heilzaam <strong>en</strong> nuttig moet<br />

beschouw<strong>en</strong>; zo ook hier. Het moet daartoe di<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> is ook daartoe geschonk<strong>en</strong>,<br />

opdat all<strong>en</strong> die in Hem gelov<strong>en</strong>, niet verlor<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, maar het eeuwige lev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />

33

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!