You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
wereld vol ontrouw <strong>en</strong> godslastering is. Aan deze lieve bruid, aan deze lieftallige<br />
dochter, dat is aan de grootste vijandin van God, sch<strong>en</strong>kt God uit louter liefde Zijn<br />
Zoon.<br />
Dit stuk nu doet de gave ook van zo grote waarde <strong>zijn</strong>, dat de Heere onze God Zich er<br />
niet aan stoort, dat wij zulke boze boev<strong>en</strong> <strong>zijn</strong>; integ<strong>en</strong>deel, Hij ruimt met één stoot uit<br />
de weg alle verkeerdheid, door welke Zijn Naam gesmaad wordt <strong>en</strong> waardoor m<strong>en</strong><br />
leeft in allerlei ongehoorzaamheid teg<strong>en</strong> God. Want omdat de Gever zo groot <strong>en</strong> het<br />
gesch<strong>en</strong>k zo edel is, had de ondeugd van de wereld Hem eig<strong>en</strong>lijk moet<strong>en</strong><br />
weerhoud<strong>en</strong>. Maar God overwint Zichzelf. Hij schuift alle zond<strong>en</strong> van de eerste <strong>en</strong><br />
tweede tafel op de achtergrond, Hij wil er niet van wet<strong>en</strong>; ja, juist omwille van deze<br />
zonde <strong>en</strong> van deze jammer <strong>en</strong> ell<strong>en</strong>de, waaronder wij arme zondar<strong>en</strong> gebukt gaan, <strong>en</strong>,<br />
als God ons niet te hulp kwam, eeuwig moest<strong>en</strong> verlor<strong>en</strong> gaan; juist daarom doet Hij<br />
ons zulk e<strong>en</strong> liefde <strong>en</strong> gave geword<strong>en</strong>.<br />
Ware het nu niet plicht, dat m<strong>en</strong> zulk e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>adige God wederom van harte liefhad <strong>en</strong><br />
alle goeds van Hem verwachtte; van Hem, die de zonde vergeeft <strong>en</strong> deze aan de<br />
wereld met al haar zond<strong>en</strong>, die ontelbaar vel<strong>en</strong> <strong>zijn</strong>, niet thuiszoekt? Want daar reeds<br />
de zond<strong>en</strong> van ieder m<strong>en</strong>s afzonderlijk ontelbaar <strong>zijn</strong>, hoe zou iemand de zond<strong>en</strong> van<br />
de wereld tell<strong>en</strong>? En nochtans staat hier, dat God de wereld alles wil kwijtscheld<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
vergev<strong>en</strong>. Want waar de liefde van God heerst, daar moet ook vergeving van zond<strong>en</strong><br />
<strong>zijn</strong>. Wij moest<strong>en</strong> dus onze hart<strong>en</strong> op<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> ons in zulk e<strong>en</strong> liefde ind<strong>en</strong>k<strong>en</strong>; daar<br />
God de wereld, die Zijn natuurlijke vijandin is, zoveel geeft, dat Hij Zichzelf aan haar<br />
geeft, zodat m<strong>en</strong> niets anders als <strong>en</strong>kel g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>delijkheid te verwacht<strong>en</strong> heeft;<br />
het ga hoe het ga in dit tijdelijke lev<strong>en</strong>, goed of slecht; m<strong>en</strong> mag zich zonder <strong>en</strong>ig<br />
voorbehoud aan deze liefde houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle goeds van God verwacht<strong>en</strong> omwille van<br />
Christus. Door zulke gedacht<strong>en</strong> moest toch het hart vrolijk <strong>en</strong> welgemoed word<strong>en</strong>. Ik<br />
<strong>en</strong> alle Christ<strong>en</strong><strong>en</strong> moet<strong>en</strong> het t<strong>en</strong>minste belijd<strong>en</strong>, dat wij onder het pausdom in allerlei<br />
gruwel<strong>en</strong> <strong>en</strong> afgoderij geleefd <strong>en</strong> ons met m<strong>en</strong>igerlei zond<strong>en</strong> bezoedeld hebb<strong>en</strong>. Zulk<br />
e<strong>en</strong> goddeloos lev<strong>en</strong> nu heeft God niet gestraft naar dat wij verdi<strong>en</strong>d hadd<strong>en</strong>, maar<br />
heeft Zijn liefde do<strong>en</strong> stral<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Zoon, die Hij reeds vroeger de wereld geschonk<strong>en</strong><br />
had, weer door het Evangelie geop<strong>en</strong>baard; zodat wij deze heerlijke prediking weer<br />
hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> verstaan kunn<strong>en</strong>, dat God teg<strong>en</strong> de wereld niet toornt, maar <strong>en</strong>kel liefde<br />
betoont, aangezi<strong>en</strong> Hij Zijn Zoon sch<strong>en</strong>kt. Maar God ontferme Zich over ons, dat wij<br />
zo ondankbaar <strong>zijn</strong> <strong>en</strong> zulk e<strong>en</strong> vreugde in 't geheel niet bij ons zelf waarnem<strong>en</strong>. Want<br />
als wij het e<strong>en</strong>s goed overwog<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet zo koel war<strong>en</strong>, dan zoud<strong>en</strong> onze hart<strong>en</strong><br />
dermate van vreugde ontgloei<strong>en</strong>, dat wij niet alle<strong>en</strong> Gode gaarne di<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar om<br />
Zijn<strong>en</strong>twil ook gaarne alles ondergaan, <strong>en</strong> er ev<strong>en</strong>wel vrolijk onder zoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>,<br />
omdat wij zulk e<strong>en</strong> schat van Hem hebb<strong>en</strong>. Maar wij hebb<strong>en</strong> het aan ons ongeloof te<br />
dank<strong>en</strong>, dat zulk e<strong>en</strong> vreugde ons onmogelijk gemaakt wordt <strong>en</strong> wij hak<strong>en</strong> naar andere<br />
vreugde van de wereld, welke toch niets betek<strong>en</strong>t <strong>en</strong> louter verlies is.<br />
Tot nu toe hebb<strong>en</strong> wij kort over deze vier stukk<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong>: wie de Gever is, waarin<br />
het gesch<strong>en</strong>k bestaat, op welke wijze <strong>en</strong> aan wie het geschonk<strong>en</strong> is. Over deze vier<br />
stukk<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>oeg naar waarde sprek<strong>en</strong>. –<br />
5. Nu volgt het slot, wat God met zulk e<strong>en</strong> gesch<strong>en</strong>k beoogt, namelijk, dat Hij het niet<br />
daartoe geeft, opdat wij er van et<strong>en</strong> <strong>en</strong> drink<strong>en</strong>, ons kled<strong>en</strong> <strong>en</strong> voed<strong>en</strong> zull<strong>en</strong>, veel<br />
minder nog dat het ons tot vergif of ongeluk zal strekk<strong>en</strong>. Maar, gelijk wij ook van de<br />
Doop <strong>en</strong> van het Avondmaal ler<strong>en</strong>, dat m<strong>en</strong> het als heilzaam <strong>en</strong> nuttig moet<br />
beschouw<strong>en</strong>; zo ook hier. Het moet daartoe di<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> is ook daartoe geschonk<strong>en</strong>,<br />
opdat all<strong>en</strong> die in Hem gelov<strong>en</strong>, niet verlor<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, maar het eeuwige lev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />
33