19.09.2013 Views

kerkpostillen iii, jezus en zijn werk.

kerkpostillen iii, jezus en zijn werk.

kerkpostillen iii, jezus en zijn werk.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

wat ik doe? Aangezi<strong>en</strong> hij tot e<strong>en</strong> groot volk zal word<strong>en</strong> <strong>en</strong> in hem alle volk<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />

gezeg<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. Want ik weet dat hij <strong>zijn</strong> kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>zijn</strong> huis na hem bevel<strong>en</strong> zal,<br />

de weg van de Heere te houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> te do<strong>en</strong> wat recht <strong>en</strong> goed is. Zo leert ook Paulus<br />

(Efez. 6 vs. 4): Gij vaders, verwekt uw kinder<strong>en</strong> niet tot toorn, opdat zij niet schuw<br />

word<strong>en</strong>, maar voedt ze op in de tucht <strong>en</strong> vermaning voor de Heere. Want e<strong>en</strong> vader<br />

kan wel de zaligheid aan de kinder<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>, als hij h<strong>en</strong> goed opvoedt; voedt hij ze<br />

echter slecht op, dan kan hij ook de hel <strong>en</strong> het helse vuur aan <strong>zijn</strong> kinder<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Gelijk de lied<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, die hun kinder<strong>en</strong> van de jeugd af er aan gew<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, om valse<br />

maat, gewicht of waar te gev<strong>en</strong>; zo ook, h<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> vloek<strong>en</strong> <strong>en</strong> zwer<strong>en</strong>, dat het<br />

verschrikkelijk is om aan te hor<strong>en</strong>. Wee deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, zij moet<strong>en</strong> op de jongste dag<br />

daarvoor zeer zware verantwoording aflegg<strong>en</strong> (Matth. 12 vs. 36).<br />

Ziet daar nu het derde stuk; dat de ouders hun kinder<strong>en</strong> in de vreze van God moet<strong>en</strong><br />

grootbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>; gelijk God door Mozes beveelt. Want dat heeft Hij nog niet opgehev<strong>en</strong>,<br />

het vierde gebod, vader <strong>en</strong> moeder te er<strong>en</strong> <strong>en</strong> gehoorzaam te <strong>zijn</strong>. Zo hebb<strong>en</strong> wij nu<br />

gehoord, wat man <strong>en</strong> vrouw in de echtelijke staat moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Nu will<strong>en</strong> wij in het<br />

vierde deel hor<strong>en</strong>, of man <strong>en</strong> vrouw ook weer van elkaar mog<strong>en</strong> scheid<strong>en</strong>.<br />

HET VIERDE DEEL<br />

Nu is de vraag: mog<strong>en</strong> man <strong>en</strong> vrouw ook weer van elkaar scheid<strong>en</strong>?<br />

Antwoord: nee! Want het heet, gelijk Christus spreekt (Matth. 19 vs. 6): wat God<br />

tezam<strong>en</strong> gevoegd heeft, dat kan de m<strong>en</strong>s niet scheid<strong>en</strong>. En verder (vs. 9): wie zich van<br />

<strong>zijn</strong> vrouw afscheidt (anders dan om hoererij) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ander trouwt, pleegt overspel.<br />

En wie de afgescheid<strong>en</strong>e trouwt, pleegt ook overspel. Dat is de droge, klare <strong>en</strong><br />

duidelijke tekst; welke zegt, dat niemand, noch door melaatsheid, noch omwille van<br />

stink<strong>en</strong>de adem, of om andere gebrek<strong>en</strong> <strong>zijn</strong> vrouw mag verlat<strong>en</strong> of de vrouw de man;<br />

alle<strong>en</strong> wèl vanwege hoererij of echtbreuk. Want die stukk<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> scheid<strong>en</strong> man <strong>en</strong><br />

vrouw, Ev<strong>en</strong>wel moet het eerst, gelijk recht <strong>en</strong> billijk is, voldo<strong>en</strong>de bewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>,<br />

dat er echtbreuk of hoererij heeft plaats gevond<strong>en</strong>. Anders zoud<strong>en</strong> vel<strong>en</strong> wel kwaad<br />

van hun echtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>, opdat zij er maar vrij van werd<strong>en</strong>. Maar dan<br />

heet het: bewijs het eerst. En laat dan het recht <strong>zijn</strong> loop.<br />

U zegt misschi<strong>en</strong>: hoe dan, als iemand e<strong>en</strong> zieke echtg<strong>en</strong>oot heeft, welke hem de<br />

huwelijksplicht onmogelijk maakt, mag zo iemand dan niet e<strong>en</strong> ander nem<strong>en</strong>?<br />

In ge<strong>en</strong> geval, maar die God in de zieke echtg<strong>en</strong>oot <strong>en</strong> verpleeg hem <strong>en</strong> bed<strong>en</strong>k, dat<br />

God u in hem heil in huis z<strong>en</strong>dt, opdat u daarmede de hemel mag verwerv<strong>en</strong>. Zalig <strong>en</strong><br />

nog e<strong>en</strong>s zalig b<strong>en</strong>t u, als u zulke gave <strong>en</strong> g<strong>en</strong>ade erk<strong>en</strong>t, <strong>en</strong> zo uw zieke echtg<strong>en</strong>oot<br />

di<strong>en</strong>t om Gods wil.<br />

Zegt u echter: ja, maar het is toch gevaarlijk zo te lev<strong>en</strong>.<br />

Nee, want als u met alle ernst uw zieke echtg<strong>en</strong>oot di<strong>en</strong>t, <strong>en</strong> erk<strong>en</strong>t, dat God het u<br />

heeft toegezond<strong>en</strong>, <strong>en</strong> Hem dankt <strong>en</strong> bidt, dat Hij u mag bewar<strong>en</strong>, laat Hem dan<br />

zorg<strong>en</strong>; Hij zal u zeker de g<strong>en</strong>ade gev<strong>en</strong>, dat u niet meer behoeft te drag<strong>en</strong> dan u kunt.<br />

Daarvoor is Hij veel te getrouw (1 Cor. 10 vs. 13): om u van uw echtg<strong>en</strong>oot door<br />

ziekte te berov<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dan ook niet de begeerlijkheid van het vlees weg te nem<strong>en</strong>; als u<br />

t<strong>en</strong>minste de zieke getrouw di<strong>en</strong>t.<br />

Ziedaar de vier del<strong>en</strong>, in welke wij voor ditmaal over het huwelijkslev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

will<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>. Geve God g<strong>en</strong>ade, dat wij zulk e<strong>en</strong> grote eer van de echtelijke staat,<br />

gelijk wij gehoord hebb<strong>en</strong>, mog<strong>en</strong> ter harte nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> overweg<strong>en</strong>; dat de jonge lied<strong>en</strong><br />

hun echte staat ook in de vreze van God zo beginn<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wij all<strong>en</strong> tezam<strong>en</strong> daarom<br />

goddelijk mog<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>; dat de één de ander in ziekte <strong>en</strong> nood di<strong>en</strong>t. En m<strong>en</strong> zich niet<br />

van elkaar scheidt, totdat God zulks doet door de natuurlijke dood.<br />

Daartoe helpe ons all<strong>en</strong> God de Vader, God de Zoon <strong>en</strong> God de Heilige Geest. Am<strong>en</strong>.<br />

99

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!