19.09.2013 Views

kerkpostillen iii, jezus en zijn werk.

kerkpostillen iii, jezus en zijn werk.

kerkpostillen iii, jezus en zijn werk.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

eig<strong>en</strong>lijk het hart opspring<strong>en</strong> van vreugde <strong>en</strong> moest alle treurigheid verdwijn<strong>en</strong>, als wij<br />

zulk e<strong>en</strong> onpeilbare liefde van het goddelijk harte ons voor og<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> van harte<br />

gelov<strong>en</strong>, dat God de hoogste <strong>en</strong> grootste Gever is, <strong>en</strong> dat zodanig gev<strong>en</strong> voortvloeit uit<br />

de hoogste deugd.<br />

Zulk e<strong>en</strong> wijze van gev<strong>en</strong>, namelijk dat het gesch<strong>en</strong>k e<strong>en</strong> gave van de liefde is, maakt<br />

het gesch<strong>en</strong>k nog veel groter <strong>en</strong> kostelijker; gelijk m<strong>en</strong> zegt: het is van e<strong>en</strong> lieve hand,<br />

als m<strong>en</strong> weet, dat m<strong>en</strong> iemand van harte liefheeft. En wederom, acht m<strong>en</strong> het<br />

gesch<strong>en</strong>k niet veel waard, als m<strong>en</strong> aan de oprechtheid van het hart twijfelt. Wanneer<br />

dus, bijvoorbeeld, e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s slechts één oog of één voet had, <strong>en</strong> hij wist zeker, dat<br />

zulks uit goddelijke <strong>en</strong> vaderlijke liefde geschiedde, dan zou zulk e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s dat <strong>en</strong>e<br />

oog of die <strong>en</strong>e voet veel dierbaarder <strong>zijn</strong>, dan anders honderd voet<strong>en</strong> of og<strong>en</strong>. En nu<br />

zegt Christus met duidelijke woord<strong>en</strong>, dat God ons liefheeft; in verband met deze<br />

liefde moest<strong>en</strong> wij nu al Zijn gav<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong>, ze op prijs stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> in hoge waarde<br />

houd<strong>en</strong>; bijzonder datg<strong>en</strong>e wat door Hem is ingesteld tot onze zaligheid <strong>en</strong> versterking<br />

van ons geloof; namelijk de Heilige Doop <strong>en</strong> het hoogwaardig Sacram<strong>en</strong>t van het<br />

lichaam <strong>en</strong> bloed van Christus; dit moest ons, al maakt het voor de wereld weinig<br />

vertoning, als het hemelrijk geld<strong>en</strong> <strong>en</strong> ons vrolijk <strong>en</strong> weltevred<strong>en</strong> do<strong>en</strong> <strong>zijn</strong>, omdat het<br />

tot ons bestwil door Vaderlijke liefde verord<strong>en</strong>d is. Daarom leert Christus ons hier niet<br />

slechts, dat Zijn Vader ons wat sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wil, maar vermeldt er ook bij, op welke<br />

wijze Hij zulks sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wil, namelijk uit Vaderlijke, Goddelijke liefde.<br />

2. Maar gelijk wij tot nu toe gehoord hebb<strong>en</strong>, dat de Gever <strong>en</strong> het hart van de Gever<br />

groot <strong>en</strong> onuitsprekelijk is, zo ook is de Gave of het gesch<strong>en</strong>k ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />

onuitsprekelijk. Want hier hoort u het, dat Hij uit zulk e<strong>en</strong> liefde niet sch<strong>en</strong>kt e<strong>en</strong><br />

guld<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> paard, koe, oog, koninkrijk; niet de hemel met de zon <strong>en</strong> sterr<strong>en</strong>, ook niet<br />

al het geschap<strong>en</strong>e; maar dat God Zijn Zoon geeft, die met Hem gelijk groot is. Zulk<br />

e<strong>en</strong> gesch<strong>en</strong>k nu moest <strong>en</strong>kel vuur <strong>en</strong> licht in ons hart teweegbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, zodat wij niet<br />

kond<strong>en</strong> ophoud<strong>en</strong> met dans<strong>en</strong> <strong>en</strong> spring<strong>en</strong> van vreugde. Want ev<strong>en</strong>als de Gever, God<br />

Zelf, <strong>en</strong> Zijn bedoeling, de liefde, oneindig <strong>en</strong> onuitsprekelijk is, zo is het ook de gave,<br />

dat Hij Zijn Zoon geeft. Want daarin geeft Hij Zichzelf met alles wat Hij heeft, gelijk<br />

Paulus zegt (Rom. 8 vs. 32): omdat God ons Zijn Zoon gegev<strong>en</strong> heeft, heeft Hij ons<br />

met die Zoon ook alles gegev<strong>en</strong>; het moge duivel of dood, hel of hemel, zonde of<br />

gerechtigheid, lev<strong>en</strong> of dood <strong>zijn</strong>; alles, alles moet het onze <strong>zijn</strong>, aangezi<strong>en</strong> de Zoon<br />

als e<strong>en</strong> gesch<strong>en</strong>k de onze is, in Wie alles bij elkander is.<br />

Wanneer wij dus recht gelov<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit edele gesch<strong>en</strong>k door het geloof ontvang<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

aannem<strong>en</strong>, dan moet alle schepsel, het moge goed of kwaad <strong>zijn</strong>, hetzij lev<strong>en</strong> of dood,<br />

hemel of hel ons t<strong>en</strong> beste di<strong>en</strong><strong>en</strong>, gelijk Paulus erg<strong>en</strong>s elders zegt: het is alles het<br />

uwe; hetzij Paulus of Apollos, hetzij Cephas of de wereld, hetzij lev<strong>en</strong> of dood, hetzij<br />

het teg<strong>en</strong>woordige of het toekom<strong>en</strong>de; alles is het uwe. Maar u behoort Christus <strong>en</strong><br />

Christus Gode (1 Cor. 3 vs. 22 <strong>en</strong> 23). Want als wij deze gave goed will<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> in 't oog vatt<strong>en</strong>, dan moet<strong>en</strong> wij belijd<strong>en</strong>, dat het e<strong>en</strong> gesch<strong>en</strong>k is,<br />

hetwelk alles in hemel <strong>en</strong> op aarde overtreft; dat in vergelijking hiermede alle schatt<strong>en</strong><br />

van de gehele wereld <strong>zijn</strong> als één graankorrel bij e<strong>en</strong> berg van goud.<br />

3. Maar daar komt nu het ell<strong>en</strong>dige ongeloof (gelijk Christus later Zelf klaagt) <strong>en</strong> de<br />

grote dikke duisternis; zodat wij van zulk e<strong>en</strong> edel gesch<strong>en</strong>k <strong>en</strong> zulk e<strong>en</strong> grote schat<br />

wel hor<strong>en</strong>, maar er toch ge<strong>en</strong> geloof aan slaan; zodat deze troostvolle woord<strong>en</strong> aan<br />

onze or<strong>en</strong> voorbijgaan <strong>en</strong> het hart ze desondanks niet in zich opneemt.<br />

Wanneer m<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> goedkope wijze aan e<strong>en</strong> kasteel of e<strong>en</strong> ander huis kom<strong>en</strong> kan,<br />

dan heeft m<strong>en</strong> er zoveel geloof voor over, dat het lijkt alsof ons lev<strong>en</strong> geheel <strong>en</strong> al van<br />

31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!