You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
164<br />
mogelijk behandeld <strong>en</strong> als er iets ontbreekt, dan wil ik het nog gaarne do<strong>en</strong>. Wanneer<br />
u echter voor God wilt verschijn<strong>en</strong>, laat uw roem dan maar thuis <strong>en</strong> wees indachtig,<br />
dat u zich van het recht op de g<strong>en</strong>ade beroept.<br />
Laat iemand daarmede maar e<strong>en</strong>s beginn<strong>en</strong> <strong>en</strong> het beproev<strong>en</strong>, dan zal hij gewaar<br />
word<strong>en</strong> <strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, hoe ontzett<strong>en</strong>d moeilijk <strong>en</strong> zuur het wordt voor e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s, die <strong>zijn</strong><br />
lev<strong>en</strong> lang zich met <strong>werk</strong>heiligheid heeft ingelat<strong>en</strong>, zich daaruit los te wring<strong>en</strong> <strong>en</strong> van<br />
ganser harte zich door het geloof te verheff<strong>en</strong> tot deze énige Middelaar. Ikzelf heb het<br />
nu bijna twintig jar<strong>en</strong> gepredikt <strong>en</strong> er mij in geoef<strong>en</strong>d, met lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>, zodat ik<br />
er nu toch eig<strong>en</strong>lijk uit moest wez<strong>en</strong>; maar nog voel ik steeds de oude, kleverige<br />
vuilnis, dat ik met God graag in overleg zou will<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>,<br />
waarvoor Hij mij dan Zijn g<strong>en</strong>ade moest gev<strong>en</strong>. En het wil er ook bij mij nog niet<br />
geheel in, dat ik mij zo geheel <strong>en</strong> al alle<strong>en</strong> op de g<strong>en</strong>ade moet overgev<strong>en</strong>. Toch kan <strong>en</strong><br />
moet het niet anders <strong>zijn</strong>. De troon van de g<strong>en</strong>ade alle<strong>en</strong> moet geld<strong>en</strong> <strong>en</strong> van kracht<br />
blijv<strong>en</strong>, omdat Hij Zelf hem heeft opgericht; anders kan ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s voor God<br />
verschijn<strong>en</strong>.<br />
Daarom ge<strong>en</strong> wonder, dat het ander<strong>en</strong> zwaar wordt het geloof zo zuiver op te vatt<strong>en</strong>;<br />
vooral, wanneer daar nog bij kom<strong>en</strong> deze predikers van de duivel, van welke Paulus<br />
hier spreekt, die er teg<strong>en</strong> waarschuw<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de wet aandring<strong>en</strong> door spreuk<strong>en</strong> als<br />
deze (Lucas 10 vs. 28): doe dat <strong>en</strong> u zult lev<strong>en</strong>, of (Matth. 19 vs. 17): wilt u t<strong>en</strong> lev<strong>en</strong><br />
ingaan, houd de gebod<strong>en</strong>. Dat is wèl goed <strong>en</strong> waar indi<strong>en</strong> u het ook goed verstaat. Het<br />
rechte begrip daarvan moet u mij zegg<strong>en</strong>; anders: dat wist ik vroeger ook wel, dat ik<br />
vroom moet <strong>zijn</strong> <strong>en</strong> de gebod<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. Maar hoe kom ik daartoe? En wat betek<strong>en</strong>t:<br />
vroom <strong>zijn</strong>? U zegt: het betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> goed gewet<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> rein hart hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> alles<br />
do<strong>en</strong>, wat God gebod<strong>en</strong> heeft. Volkom<strong>en</strong> waar, maar geef mij dat dan, of wijs mij<br />
iemand, die het mij zegg<strong>en</strong> kan. Het hart <strong>en</strong> gewet<strong>en</strong> kunt u mij niet zóver br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>,<br />
dat God niet zou kunn<strong>en</strong> straff<strong>en</strong> of verdoem<strong>en</strong>. Nu eist (gelijk g<strong>en</strong>oeg gezegd is) de<br />
wet e<strong>en</strong> hart, hetwelk voor God e<strong>en</strong> volkom<strong>en</strong> goed gewet<strong>en</strong> heeft. Vanwaar kan m<strong>en</strong><br />
dat krijg<strong>en</strong>. Dat is de vraag <strong>en</strong> het punt, waarover wij het hier hebb<strong>en</strong>. Waarlijk niet<br />
daar vandaan, dat u de rechterstoel predikt; maar daar vandaan, dat m<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
ongeveinsd <strong>en</strong> rein geloof heeft, hetwelk Christus aangrijpt <strong>en</strong> in Hem alles heeft <strong>en</strong><br />
krijgt, wat de wet eist. Daar is dan alles rein <strong>en</strong> dan heeft m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed gewet<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
heet vroom <strong>en</strong> rechtvaardig voor God. Want al ontbreekt er aan mij zeer veel, Hij stelt<br />
Zich voor mij in de bres. En Hij heeft zoveel vroomheid, dat Hij alles kan aanvull<strong>en</strong><br />
wat er aan mij <strong>en</strong> aan alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ontbreekt.<br />
Op deze wijze ton<strong>en</strong> wij aan, hoe m<strong>en</strong> er toe komt, om vroom voor God te <strong>zijn</strong>. Zij<br />
daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> aan, hoe m<strong>en</strong> vroom voor de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> wordt indi<strong>en</strong> zij het<br />
t<strong>en</strong>minste zo goed nog mak<strong>en</strong>; desondanks will<strong>en</strong> zij het hoog opvijzel<strong>en</strong> alsof het<br />
voor God kon geld<strong>en</strong>. Zo werp<strong>en</strong> zij het alles in e<strong>en</strong> pot; als lied<strong>en</strong>, die niets wet<strong>en</strong> of<br />
ervar<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, van hetge<strong>en</strong> zij zegg<strong>en</strong> of stell<strong>en</strong>, want wat betek<strong>en</strong>t het, of u veel<br />
schreeuwt: wie in de hemel wil kom<strong>en</strong>, moet de gebod<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>? Daardoor zult u het<br />
niet tot stand br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Want zie u zelf maar aan <strong>en</strong> zoek in uw boezem, dan zult u<br />
vind<strong>en</strong>, dat u in zond<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong> b<strong>en</strong>t <strong>en</strong> geleefd hebt <strong>en</strong> niet in staat b<strong>en</strong>t te<br />
volbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, wat de wet eist. Waarom doet u dan de or<strong>en</strong> van de lied<strong>en</strong> tuit<strong>en</strong> door<br />
zulke woord<strong>en</strong>: u moet vroom <strong>zijn</strong>, dan wordt u zalig; waaruit toch niets volgt <strong>en</strong><br />
waardoor u niemand aanwijst, hoe hij ertoe kom<strong>en</strong> kan? De woord<strong>en</strong> hoor ik wel,<br />
aangaande hetge<strong>en</strong> de wet eist; maar hoe zal ik het zover br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, dat het zo gaat?<br />
Dan wijst u mij weer op mijzelf <strong>en</strong> zegt: u moet goede <strong>werk</strong><strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Maar hoe zal ik<br />
voor God bestaan wanneer ik lange tijd goede <strong>werk</strong><strong>en</strong> heb gedaan <strong>en</strong> voor de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
vroom b<strong>en</strong>, gelijk u mij leert; hoe word ik verzekerd, dat God mij nu ook voor zo