Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
32. LAZARUS EN DE RIJKE MAN 19<br />
"En er was e<strong>en</strong> zeker rijk man, die kleedde zich met purper <strong>en</strong> kostelijk lijnwaad, <strong>en</strong><br />
hij leefde alle dag<strong>en</strong> heerlijk <strong>en</strong> in vreugde. En er was e<strong>en</strong> zeker arm man, g<strong>en</strong>aamd<br />
Lazarus, die lag voor <strong>zijn</strong> deur, vol zwer<strong>en</strong>, <strong>en</strong> begeerde zich te verzadig<strong>en</strong> van de<br />
kruimels, die van de tafel van de rijke viel<strong>en</strong>. En ook de hond<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> <strong>en</strong> likt<strong>en</strong><br />
<strong>zijn</strong> zwer<strong>en</strong>", <strong>en</strong>zovoort.<br />
Lucas 16 vs. 18 - 31.<br />
Wij hebb<strong>en</strong> tot nu toe in de evangeliën m<strong>en</strong>ig voorbeeld van geloof <strong>en</strong> liefde gehoord,<br />
zodat u nu rijkelijk g<strong>en</strong>oeg kunt wet<strong>en</strong>, dat ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s God welbehagelijk kan <strong>zijn</strong>, als<br />
alle<strong>en</strong> in geloof <strong>en</strong> liefde. Nu houdt de Heere ons in dit Evangelie e<strong>en</strong> voorbeeld voor<br />
van één, die zonder geloof <strong>en</strong> zonder liefde is; e<strong>en</strong> voorbeeld van het goddeloos<br />
wez<strong>en</strong>, hetwelk voor God niet kan bestaan. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt ons hier aangewez<strong>en</strong><br />
zowel het verschrikkelijk als ook het troostrijke oordeel van God; verschrikkelijk voor<br />
all<strong>en</strong> die niet gelov<strong>en</strong>; troostrijk voor alle gelovig<strong>en</strong>; gelijk dan ook de wijze zegt<br />
(Spreuk. 21 vs. 15): het is de rechtvaardige e<strong>en</strong> blijdschap te do<strong>en</strong> hetge<strong>en</strong> recht is,<br />
maar voor kwaaddo<strong>en</strong>ers verschrikking. Het gericht is e<strong>en</strong> vreugde voor de<br />
rechtvaardige, maar e<strong>en</strong> oorzaak van vrees voor all<strong>en</strong>, die ongerechtigheid <strong>werk</strong><strong>en</strong>. De<br />
korte inhoud nu van dit Evangelie is, dat het onmogelijk is, dat iemand, die niet<br />
gelooft, zou liefhebb<strong>en</strong>. En wederom, dat hij, die niet liefheeft, gelov<strong>en</strong> zou; want het<br />
één volgt op het ander, <strong>en</strong> het één br<strong>en</strong>gt het ander mede. U moet zich de rijke man<br />
goed voorstell<strong>en</strong> aan de <strong>en</strong>e zijde, <strong>en</strong> aan de andere Lazarus. En het goddelijk gericht<br />
tuss<strong>en</strong> h<strong>en</strong> beid<strong>en</strong>. Zonder <strong>en</strong>ige twijfel is die rijke e<strong>en</strong> man geweest die in <strong>zijn</strong><br />
uiterlijke verschijning e<strong>en</strong> zeer goede <strong>en</strong> zeer bijzondere indruk maakte, zodat<br />
niemand hem ook maar het één of ander zou hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> t<strong>en</strong> laste legg<strong>en</strong>; hij had<br />
nooit de echt gebrok<strong>en</strong>, niemand bestol<strong>en</strong>! Want indi<strong>en</strong> er iets grofs aan hem geweest<br />
was dan zou het hier wel vermeld <strong>zijn</strong>, daar hij zo nauwkeurig wordt uitgetek<strong>en</strong>d, dat<br />
zelfs het purper<strong>en</strong> gewaad <strong>en</strong> de witte kleder<strong>en</strong> aan hem gestraft word<strong>en</strong>; hoewel dit<br />
toch uiterlijke ding<strong>en</strong> <strong>zijn</strong>, waarnaar de Heere nooit oordeelt. Nu ontbreekt deze brave<br />
m<strong>en</strong>s niets als de Geest, dat is: geloof <strong>en</strong> liefde. Dat kunn<strong>en</strong> wij hieruit afleid<strong>en</strong>; hij<br />
gaat geheel <strong>en</strong> al op in <strong>zijn</strong> liefde; <strong>zijn</strong> lev<strong>en</strong> strekt zich daarhe<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>zijn</strong> do<strong>en</strong> is<br />
daarop gericht, dat de gehele wereld hem di<strong>en</strong>t <strong>en</strong> hij niemand. Dat wordt duidelijk in<br />
<strong>zijn</strong> lev<strong>en</strong>.<br />
Nu volgt, dat hij ge<strong>en</strong> liefde jeg<strong>en</strong>s de naaste heeft gehad. Dat ziet m<strong>en</strong> daaraan, dat<br />
hij de arme Lazarus laat ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> hulp verschaft; terwijl hij hem toch met red<strong>en</strong><br />
te voet gevall<strong>en</strong> zou <strong>zijn</strong>, indi<strong>en</strong> hij Gods gericht erk<strong>en</strong>d had. En gezi<strong>en</strong> had hoe groot<br />
de man die hij hier veracht in Gods og<strong>en</strong> was. Maar al had hij dit dan ook niet<br />
persoonlijk will<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, dan had hij toch wel <strong>zijn</strong> knecht<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bevel<strong>en</strong>, hem<br />
achter in e<strong>en</strong> stal te drag<strong>en</strong> <strong>en</strong> hem aldaar te verzorg<strong>en</strong>; nu laat hij hem hier ligg<strong>en</strong>, vol<br />
zwer<strong>en</strong>, zodat zich de hond<strong>en</strong> over hem ontferm<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>zijn</strong> zwer<strong>en</strong> likk<strong>en</strong>. Hij gunt<br />
Lazarus zelfs niet, dat hij de kruimels opeet, die toch gewoonlijk werd<strong>en</strong><br />
weggeworp<strong>en</strong>. Zulk e<strong>en</strong> verstokt ding is e<strong>en</strong> ongelovig hart.<br />
In zulk e<strong>en</strong> toestand verker<strong>en</strong> alle valse heilig<strong>en</strong> <strong>en</strong> geestelijk<strong>en</strong>, als priesters <strong>en</strong><br />
monnik<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> heeft zeer vele kloosters; daar <strong>zijn</strong> ook vele her<strong>en</strong> <strong>en</strong> vorst<strong>en</strong>, die<br />
g<strong>en</strong>oeg overhoud<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wel iets van het hunne kond<strong>en</strong> mededel<strong>en</strong>, zonder dat zij er<br />
zich om zoud<strong>en</strong> behoev<strong>en</strong> te bekrimp<strong>en</strong> of aan hun have schade zoud<strong>en</strong> lijd<strong>en</strong>. Zij<br />
19 E.L. Meinders. Dl. I. p. 345 vv. Uitgesprok<strong>en</strong> de le zondag na Trinitatis, 22 juni 1522.<br />
80