Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong> – Vragen en Antwoorden – Nr. 9 – 16 maart 2001 -1204-<br />
ook niet elkeen die in theorie in aanmerking<br />
komt voor een sociale woning wegens een te<br />
laag inkomen, zich ook daadwerkelijk op de socialewoningmarkt<br />
aan.<br />
In de gemeentelijke woningbehoeftestudies<br />
wordt daarom meestal vertrokken van globale<br />
studies voor Vlaanderen, waarbij een inschatting<br />
wordt gegeven van de nood aan sociale<br />
huisvesting. Gemeentelijke aandelen in de bestaande<br />
woningvoorraad worden dan wel eens<br />
vergeleken met een <strong>Vlaams</strong> gemiddelde. Afhankelijk<br />
van het aandeel worden dan voorstellen<br />
tot projecten opgenomen om het gemeentelijk<br />
aandeel op te trekken naar het <strong>Vlaams</strong> gemiddelde.<br />
Het aantal ingeschrevenen op de lijsten<br />
van de socialehuisvestingsmaatschappijen die<br />
actief zijn in de gemeente, geeft ook zicht op de<br />
behoefte. Meestal worden cijfers van 10 tot<br />
soms 20 % sociale huisvesting vooropgesteld in<br />
de studies.<br />
Tot slot speelt ook de rol van de huisvestingsmaatschappijen<br />
mee. Sommige maatschappijen<br />
geven blijk van een veel actiever beleid dan andere.<br />
Niet elke maatschappij richt zich op dezelfde<br />
doelgroep (huurwoningen, koopwoningen,<br />
kavels). Daarnaast zijn ook de inspanningen<br />
van de gemeenten en intercommunales<br />
doorslaggevend in het al dan niet realiseren van<br />
sociale huisvesting. Voor de eerder genoemde<br />
26.500 sociale woningen voor Vlaanderen is<br />
hiermee trouwens geen rekening gehouden.<br />
3. In vrijwel alle gemeentelijke woningbehoeftestudies<br />
die totnogtoe aan mijn administratie<br />
werden voorgelegd, komt het aspect sociale<br />
huisvesting aan bod. Tot een aantal jaar geleden<br />
werd de woningbehoeftestudie bijna uitsluitend<br />
voorgelegd om sociale projecten in het woninguitbreidingsgebied<br />
te verantwoorden.<br />
Aangezien de meeste gemeenten ondertussen<br />
reeds gestart zijn met een gemeentelijk ruimtelijk<br />
structuurplan, verschuift de aandacht meer<br />
naar globale benadering van de woonproblematiek<br />
in de gemeenten, maar blijft sociale<br />
huisvesting nog steeds een belangrijk aandachtspunt.<br />
Dit naast de aandacht die ook gaat<br />
naar andere doelgroepen. Bovendien is met de<br />
omzendbrief uit 1997 al aangegeven welke aspecten<br />
in een gemeentelijk woningbehoeftestudie<br />
aan bod moeten komen. De geplande projecten<br />
in de sociale sector zijn daar één van.<br />
Toch dien ik erop te wijzen dat binnen het domein<br />
van de ruimtelijke ordening niet alleen de<br />
aantallen of de aard van de huisvestingsprojecten<br />
van belang zijn, maar zeker ook de locatie.<br />
Vanuit ruimtelijk oogpunt gaat daarom vooral<br />
de aandacht naar inbreidingsgerichte en kernversterkende<br />
projecten.<br />
Het is niet de taak van de ruimtelijke ordening<br />
om aandelen vast te leggen die mogelijk het lokale<br />
woonoverleg kunnen hypothekeren. Vanuit<br />
het sociaal woonbeleid wordt het daarom ook<br />
niet wenselijk geacht bijvoorbeeld aandelen sociale<br />
huisvesting bindend vast te leggen in gemeentelijke<br />
ruimtelijke structuurplannen of gemeentelijke<br />
woningbehoeftestudies.<br />
Vraag nr. 60<br />
van 18 januari 2001<br />
van de heer JOS DE MEYER<br />
Doel – Werkgroep Strategisch Plan<br />
In mei vorig jaar nam de <strong>Vlaams</strong>e regering een<br />
aantal beslissingen betreffende de evolutie van de<br />
leefbaarheid van de woonkern Doel in de gefaseerde<br />
ontwikkeling van het havengebied in het Linkerscheldeoevergebied.<br />
Bij punt twee: "Strategische Planning en Gewestplanwijzigingen,<br />
ruimtelijke uitvoeringsplannen",<br />
heb ik volgende vragen.<br />
1. Kan de minister de huidige samenstelling van<br />
de werkgroep Strategisch Plan meedelen (zowel<br />
namen als functies) <br />
2. Naar verluidt is die werkgroep opgesplitst in<br />
twee groepen : één voor de linker- en één voor<br />
de rechteroever van de Schelde. Kan de minister<br />
de samenstelling van deze twee werkgroepen<br />
meedelen <br />
3. Kan hij de data van de vergaderingen van de<br />
plenaire werkgroep, alsmede de data van vergaderingen<br />
van de afzonderlijke werkgroepen<br />
meedelen <br />
Graag ontving ik ook de verslagen van die<br />
werkgroepen.<br />
4. In het laatste lid van 2B wordt gezegd : "De<br />
werkgroep kan door de minister vice-president,<br />
<strong>Vlaams</strong> minister van Mobiliteit, Openbare Werken<br />
en Energie, aangevuld worden met deskundigen".