Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong> – Vragen en Antwoorden – Nr. 9 – 16 maart 2001 -1184-<br />
ruggezet in hun oude graad, zijnde de graad van<br />
vóór de aanvang van de bevorderingsprocedure.<br />
2. Deze vernietigingsprocedure bij de Raad van<br />
State staat volledig los van de keuze die de personeelsleden<br />
krachtens het instellingsspecifiek<br />
besluit van Export Vlaanderen van 22 september<br />
2000 (ISB/EV) dienden te maken.<br />
Krachtens de bepaling in het ISB/EV, artikel<br />
XV.9 en volgende dient een keuze te worden<br />
gemaakt tussen een statutaire functie, dan wel<br />
een contractuele uitdovende functie. Artikel<br />
XV.9, § 5 stelt dat de rechtspositie van de contractuele<br />
uitdovende wordt beheerst door dezelfde<br />
regels die gelden voor de ambtenaren.<br />
Dit met uitzondering in verband met deze gebieden<br />
:<br />
a) ziekteverlof ;<br />
b) krachtens artikel XV.9, § 3 verliezen de contractuelen<br />
in het uitdovende kader het recht<br />
op bevordering en kunnen zij geen aanspraak<br />
maken op hogere functies. Evenmin<br />
komen zij in aanmerking voor een aanstelling<br />
als opdrachthouder, of voor een mandaat<br />
als afdelingshoofd ;<br />
c) aan dwingende bepalingen van de wet van 3<br />
juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten<br />
mag de regelgeving geen afbreuk doen.<br />
3. Ik ben van oordeel dat de voorgestelde wijziging<br />
van het personeelsstatuut geen ongelijke<br />
behandeling van personeelsleden impliceert. Zij<br />
wil precies tegemoetkomen aan een erg specifieke<br />
situatie waarin betrokken personeelsleden<br />
zich bevinden.<br />
Ingeval daarover toch betwisting zou ontstaan,<br />
komt het de rechterlijke macht toe om hierover<br />
een vonnis te vellen.<br />
Vraag nr. 73<br />
van 11 januari 2001<br />
van de heer MARINO KEULEN<br />
Lokale mandatarissen – Presentiegeld gepensioneerden<br />
De opwaardering van de politieke mandaten op lokaal<br />
vlak vertaalt zich onder andere in een hogere<br />
vergoeding voor de mandatarissen. Als gevolg hiervan<br />
zouden die mandatarissen meer beschikbaar<br />
moeten zijn voor de politiek.<br />
Deze maatregel dreigt maar een gedeeltelijk effect<br />
te sorteren of bijna zonder voorwerp te worden<br />
voor gepensioneerde gemeente- en OCMW-raadsleden.<br />
Volgens hun statuut mogen zij immers jaarlijks<br />
maar tot 295.000 frank bruto bijverdienen.<br />
1. Worden er maatregelen genomen om deze anomalie<br />
te verhelpen <br />
2. Worden er met name maatregelen genomen om<br />
te voorkomen dat de betrokken mandatarissen<br />
problemen krijgen met hun pensioen Krijgen<br />
ze advies Wat houdt dat in <br />
Antwoord<br />
1. De pensioenwetgeving, die onder de bevoegdheid<br />
ressorteert van de federale minister van<br />
Sociale Zaken en Pensioenen, houdt inderdaad<br />
in dat gepensioneerden die het door de <strong>Vlaams</strong>e<br />
volksvertegenwoordiger vermelde bedrag aan<br />
toegelaten bijverdiensten overschrijden, hun<br />
pensioen hetzij verminderd, hetzij volledig geschorst<br />
zullen zien.<br />
Dit geldt ook wanneer deze bijverdiensten afkomstig<br />
zijn uit een politiek mandaat.<br />
Vanuit de gedachte dat moest worden verhinderd<br />
dat het opnemen van een gemeentelijk<br />
mandaat financieel zou worden gestraft, heeft<br />
de – eveneens federale – gemeentewetgever,<br />
met de wet van 4 mei 1999, een §1bis ingevoegd<br />
in artikel 12 van de Nieuwe Gemeentewet,<br />
waardoor aan de gemeenten de mogelijkheid<br />
wordt gegeven het presentiegeld van hun gepensioneerde<br />
raadsleden die erom zouden vragen,<br />
aan te vullen met een bedrag ter compensatie<br />
van het verlies aan pensioen dat ze lijden ten<br />
gevolge van de bovenvermelde cumulatieregels.<br />
Het presentiegeld aangevuld met het compenserend<br />
bedrag kan weliswaar niet hoger zijn dan<br />
een schepenwedde van een gemeente met<br />
50.000 inwoners.<br />
Deze regelgeving en het koninklijk besluit van<br />
29 maart 2000 houdende nadere regels aangaande<br />
de verhoging van het presentiegeld van gemeenteraadsleden<br />
en van de wedde van burgemeesters<br />
en schepenen (Belgisch Staatsblad 13<br />
april 2000) kregen reeds uitwerking sinds 1 augustus<br />
1999.<br />
Met het decreet van 18 mei 1999 heeft de decreetgever<br />
in artikel 38 van de OCMW-wet ten