24.12.2014 Views

Tekst - Vlaams Parlement

Tekst - Vlaams Parlement

Tekst - Vlaams Parlement

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

-1129- <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong> – Vragen en Antwoorden – Nr. 9 – 16 maart 2001<br />

Vraag nr. 45<br />

van 5 januari 2001<br />

van de heer JOS DE MEYER<br />

Cumulatie onderwijs-privé – Bezoldigingsregeling<br />

Personen werkzaam in de privé-sector maken soms<br />

de overstap naar een onderwijsloopbaan. Wanneer<br />

deze overstap volledig en in één keer gebeurt, rijst<br />

er geen probleem. Er is dan immers geen sprake<br />

meer van een cumulatie, en de cumulatiewetgeving<br />

dient dan ook niet meer te worden toegepast.<br />

Er zijn echter ook personen die hun volledige betrekking<br />

in de privé-sector verminderen tot bijvoorbeeld<br />

een halftijdse betrekking en een vervangende<br />

(bv. halftijdse) betrekking opnemen in het<br />

onderwijs. Op dat ogenblik hebben zij dus één<br />

FT-betrekking (fulltime) : deels privé-sector, deels<br />

onderwijs. Het zou dan logisch zijn dat voor de bezoldiging<br />

van hun onderwijsopdracht onmiddellijk<br />

rekening wordt gehouden met de vermindering<br />

van hun opdracht in de privé-sector. Blijkbaar is dit<br />

niet het geval.<br />

Om voor een bepaald schooljaar uit te maken of<br />

een personeelslid dat een betrekking in het onderwijs<br />

cumuleert met een betrekking in de privé-sector,<br />

in hoofdambt moet worden bezoldigd of in bijbetrekking,<br />

wordt gekeken naar de inkomsten<br />

voortspruitend uit de privé-activiteit van het burgerlijk<br />

jaar voorafgaand aan het betrokken schooljaar,<br />

dus naar de inkomsten verbonden aan de<br />

FT-tewerkstelling in de privé-sector, en dit niettegenstaande<br />

deze tewerkstelling gedeeltelijk werd<br />

afgebouwd en deze inkomsten dus niet meer relevant<br />

zijn.<br />

1. Is de werkwijze zoals hierboven beschreven reglementair<br />

verankerd <br />

Zo ja, is het dan niet logischer dat men ook onmiddellijk<br />

rekening houdt met de inmiddels afgebouwde<br />

tewerkstelling in de privé-sector <br />

Zo neen, waarom wordt deze manier van bezoldiging<br />

dan zo toegepast <br />

2. Waarom wordt voor de bezoldiging van de personeelsleden<br />

die deels in het onderwijs werken<br />

en deels in de privé-sector, en dit zonder dat de<br />

FT-betrekking wordt overschreden, rekening<br />

gehouden met de inkomsten uit de privé-sector<br />

om uit te maken of de onderwijsopdracht in<br />

hoofdambt of in bijbetrekking moet worden bezoldigd<br />

<br />

Antwoord<br />

Het besluit van de <strong>Vlaams</strong>e regering van 22 december<br />

1993 tot regeling van de cumulatie van een andere<br />

bezigheid of een pensioen, met uitzondering<br />

van een overlevingspensioen, met een ambt in het<br />

onderwijs (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1994)<br />

is de reglementaire grondslag in deze materie. Het<br />

lijkt inderdaad logisch dat bij personeelsleden die<br />

naast hun opdracht in het onderwijs een opdracht<br />

uitoefenen in de privé-sector, onmiddellijk rekening<br />

zou worden gehouden met de inkomsten in de<br />

privé-sector. Om praktische redenen is dit evenwel<br />

niet haalbaar. Deze inkomsten zijn immers pas volledig<br />

bekend nadat de belastingaangifte door het<br />

Ministerie van Financiën is verwerkt. Aangezien<br />

dit meestal pas halverwege het jaar volgend op het<br />

verwerven van deze inkomsten gebeurt, werd om<br />

pragmatische redenen ervoor geopteerd om de inkomsten<br />

te beschouwen uit het burgerlijk jaar dat<br />

het schooljaar waarin deze inkomsten zijn verworven,<br />

voorafgaat.<br />

Het waarom van deze regelgeving is te vinden in<br />

de arbeidsherverdelende maatregelen die in de<br />

jaren tachtig werden genomen om de hoge werkloosheid<br />

te bestrijden. De regeling hoofdambt of<br />

bijbetrekking stamde toen nog uit 1958 (artikel 5<br />

van het KB van 15 april 1958 houdende de bezoldigingsregeling<br />

van het onderwijzend, wetenschappelijk<br />

en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie<br />

van Openbaar Onderwijs) en was nog zeer<br />

soepel, waardoor leerkrachten bijna onbeperkt een<br />

hoofdambt in het onderwijs konden cumuleren<br />

met een andere betrekking. Met de hoge werkloosheid<br />

van toen was dit niet langer verantwoord en<br />

werden deze regels in 1982 stroever gemaakt, met<br />

het oog op een bredere bezetting van deze arbeidsmarkt.<br />

Het debat of dit in de huidige tijdsgeest nog nodig<br />

is, zal opnieuw moeten worden gevoerd.<br />

Vraag nr. 46<br />

van 9 januari 2001<br />

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN<br />

Franstalige faciliteitenscholen – Nationaliteiten (2)<br />

In haar antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 21<br />

van 20 november 2000 deelt de minister mij gegevens<br />

mee inzake het aantal kinderen van buitenlanders<br />

dat les volgt in het Franstalig faciliteitenonderwijs<br />

in Vlaanderen (Bulletin van Vragen en Antwoorden<br />

nr. 7 van 2 februari 2001, blz. 923 – red.).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!