Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
-1169- <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong> – Vragen en Antwoorden – Nr. 9 – 16 maart 2001<br />
komen welke als verkooppunt voor het publiek<br />
nog worden uitgebaat of tot en met 31 december<br />
1992 werden uitgebaat.<br />
Tankstations die werden uitgebaat tot 1990 komen<br />
derhalve niet in aanmerking voor mogelijke tegemoetkoming<br />
door het later op te richten fonds.<br />
Vraag nr. 65<br />
van 18 januari 2001<br />
van de heer CARL DECALUWE<br />
E17 Rekkem-Menen – Bodemverontreiniging<br />
Bij de aanleg van de E17, medio jaren zestig, werd<br />
38.000 m 3 chroomafval van de firma Kuhlman<br />
(Wattrelos) gebruikt om een gleuf langs de E17 op<br />
te vullen. Na metingen erkende de Openbare Afvalstoffenmaatschappij<br />
voor het <strong>Vlaams</strong> Gewest<br />
(OVAM) de betrokken plaats als "black point".<br />
Medio 1996 werd de toenmalige minister van Leefmilieu<br />
Theo Kelchtermans om uitleg gevraagd inzake<br />
de vervuiling door zware metalen op de berm<br />
van de E17 in Rekkem-Menen. Toen werd gesteld<br />
dat overleg zou worden gepleegd met de administratie<br />
Openbare Werken om tot concrete oplossingen<br />
te komen voor de veiligheid en de uiteindelijke<br />
sanering van deze bodemvervuiling (Handelingen<br />
Plenaire Vergadering van 20 juni 1996, blz. 3084 e.v.<br />
– red.).<br />
Twee jaar geleden werd deze problematiek nog<br />
eens aangekaart bij de heer Eddy Baldewijns, toenmalig<br />
minister van Openbare Werken, om een<br />
overzicht te krijgen van de reeds genomen stappen<br />
voor een oplossing van dit dossier. Toen bleek dat<br />
reeds in november 1996 een oriënterend bodemonderzoek<br />
werd uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt<br />
op één zone een historische chroomverontreiniging.<br />
Voor een tweede zone is de verontreiniging<br />
twijfelachtig en bevindt ze zich wellicht onder de<br />
autosnelweg E17 (Handelingen Plenaire Vergadering<br />
van 14 januari 1998, blz. 32 e.v. – red.).<br />
De minister bevestigde toen tevens dat in overeenkomst<br />
met OVAM een beschrijvend bodemonderzoek<br />
werd aangevraagd. Dit onderzoek zou<br />
door OVAM op kosten van de administratie<br />
Wegen en Verkeer worden uitgevoerd. Een concrete<br />
datum voor de uitvoering van dit onderzoek kon<br />
de minister toen echter niet geven. Met het oog op<br />
de verdere afhandeling van het dossier door<br />
OVAM zou worden bepaald welke maatregelen al<br />
dan niet noodzakelijk waren.<br />
1. In welke mate zijn de resultaten van het bodemonderzoek<br />
reeds bekend, teneinde de omvang<br />
en ernst van de verontreiniging te bepalen <br />
2. Zijn er reeds preventiemaatregelen noodzakelijk<br />
In welke mate zal er overleg zijn (of is er<br />
reeds geweest) met de minister van Leefmilieu <br />
3. Wat is de geraamde kostprijs voor de sanering <br />
Welke timing wordt vooropgesteld Wie zal<br />
deze saneringskosten betalen <br />
N.B. Deze vraag werd eveneens gesteld aan de<br />
heer Steve Stevaert, minister vice-president<br />
van de <strong>Vlaams</strong>e regering, <strong>Vlaams</strong> minister van<br />
Mobiliteit, Openbare Werken en Energie.<br />
Antwoord<br />
Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt<br />
door de heer Steve Stevaert, minister vice-president<br />
van de <strong>Vlaams</strong>e regering, <strong>Vlaams</strong> minister van<br />
Mobiliteit, Openbare werken en Energie.<br />
Vraag nr. 66<br />
van 18 januari 2001<br />
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN<br />
Moties en resoluties – Opvolging<br />
Goedgekeurde resoluties en moties zijn aanbevelingen<br />
van het <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong> aan de regering.<br />
Zoals het Reglement van het parlement bepaalt,<br />
wordt verwacht dat elke minister de opvolging van<br />
haar/zijn resoluties en moties vermeldt naar aanleiding<br />
van de beleidsbrief. Dit is voor het beleid 2001<br />
niet altijd gebeurd.<br />
Uit de lectuur van het verslag van het Rekenhof<br />
over de uitvoering door de <strong>Vlaams</strong>e regering van<br />
de resoluties van het <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong> (Stuk 39<br />
(1999-2000) blijkt dat het Rekenhof heeft nagegaan<br />
welk gevolg de <strong>Vlaams</strong>e regering heeft gegeven<br />
aan twaalf resoluties die door het <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong><br />
werden goedgekeurd in de periode van<br />
1996 tot het einde van de vorige legislatuur in 1999.<br />
Het gaat hierbij uitsluitend om die resoluties welke<br />
rechtstreeks voortvloeien uit de contacten met het<br />
Rekenhof.<br />
De opvolging van de andere resoluties/moties<br />
wordt nergens systematisch bijeengebracht. In de<br />
beleidsbrieven van sommige ministers wordt wel<br />
verwezen naar resoluties/moties van deze legisla-