Duurzame inzetbaarheid van de oudere werknemer - Handreiking ...
Duurzame inzetbaarheid van de oudere werknemer - Handreiking ...
Duurzame inzetbaarheid van de oudere werknemer - Handreiking ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
situatie, sociale contacten en keuzevrijheid/flexibiliteit. Vanuit het werkgeversperspectief wor<strong>de</strong>n kennisverlies,<br />
het beleid en <strong>de</strong> grootte <strong>van</strong> het bedrijf genoemd als <strong>de</strong>terminanten voor duurzame <strong>inzetbaarheid</strong>. Op macroeconomisch<br />
niveau wordt <strong>de</strong> zwakke arbeidsmarkt voor 55-plussers genoemd als een negatieve <strong>de</strong>terminant voor<br />
duurzame <strong>inzetbaarheid</strong> <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>re <strong>werknemer</strong>s.<br />
In <strong>de</strong> grijze literatuur zijn 21 nationale rapporten gevon<strong>de</strong>n die informatie bevatten over <strong>de</strong>terminanten <strong>van</strong><br />
duurzame <strong>inzetbaarheid</strong> bij ou<strong>de</strong>re <strong>werknemer</strong>s. In <strong>de</strong> rapporten zijn verschillen<strong>de</strong> ‘proxies’ voor duurzame<br />
<strong>inzetbaarheid</strong> gehanteerd, in dit rapport inge<strong>de</strong>eld in drie groepen uitkomstmaten:<br />
1. Inzetbaarheid, arbeidsparticipatie, werkvermogen en productiviteit (14 rapporten),<br />
2. Verzuim, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid (8 rapporten) en<br />
3. Pensionering, doorwerken tot en na 65 e levensjaar (11 rapporten).<br />
De verkregen informatie laat een veelheid aan <strong>de</strong>terminanten op alle niveaus zien (persoons-, familie-, werk en<br />
organisatiekenmerken, en macro-economische <strong>de</strong>terminanten; zie tabel 3.1). De grijze rapporten leveren veel<br />
rele<strong>van</strong>te informatie op over <strong>de</strong>terminanten die samenhangen met duurzame <strong>inzetbaarheid</strong> bij ou<strong>de</strong>re<br />
<strong>werknemer</strong>s. Hieruit blijkt dat <strong>de</strong> afgelopen jaren veel aandacht is besteedt aan dit thema, waarbij mid<strong>de</strong>ls<br />
verschillen<strong>de</strong> vormen <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong> nodige kennis is vergaard.<br />
Ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> kwaliteit valt op dat <strong>de</strong> rapporten in <strong>de</strong> grijze literatuur een grote diversiteit vertonen in<br />
het type rapport, <strong>de</strong> gebruikte uitkomstmaten voor duurzame <strong>inzetbaarheid</strong>, in studiepopulaties, in studieopzet en<br />
on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>n. Bij het bestu<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong> rapporten valt op dat <strong>de</strong> operationalisering <strong>van</strong> het begrip<br />
duurzame <strong>inzetbaarheid</strong> en/of ou<strong>de</strong>re <strong>werknemer</strong> sterk varieert. Dit komt tot uiting in <strong>de</strong> diversiteit aan gevon<strong>de</strong>n<br />
uitkomstmaten en het hanteren <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> afkappunten wanneer er wordt gesproken over <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re<br />
<strong>werknemer</strong>. Tevens ontbreekt het in een groot aantal rapporten aan een systematische aanpak dan wel wordt <strong>de</strong><br />
aanpak niet uitvoerig beschreven. Daarnaast geldt dat <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekspopulatie sterk verschilt,<br />
evenals <strong>de</strong> diversiteit in sectoren waarin het on<strong>de</strong>rzoek is uitgevoerd. Hierdoor is het niet mogelijk om resultaten<br />
uit <strong>de</strong> rapporten on<strong>de</strong>rling te vergelijken en har<strong>de</strong> uitspraken te doen over <strong>de</strong> samenhang <strong>van</strong> een <strong>de</strong>terminant<br />
met <strong>de</strong> uitkomstmaat.<br />
In <strong>de</strong> wetenschappelijke literatuur zijn 24 artikelen geïnclu<strong>de</strong>erd en geor<strong>de</strong>nd naar vier uitkomstmaten <strong>van</strong><br />
duurzame <strong>inzetbaarheid</strong>, namelijk werkvermogen, werkprestaties (functioneren in het werk), pensionering en<br />
doorwerken na pensionering (‘bridge employment’). Er is voor gekozen om alleen positieve indicatoren <strong>van</strong><br />
participatie (aan het werk zijn en blijven) mee te nemen en <strong>de</strong> negatieve participatie indicatoren zoals verzuim en<br />
arbeidsongeschiktheid buiten beschouwing te laten. Dit heeft <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> resultaten opgeleverd:<br />
Voor <strong>de</strong> uitkomstmaat werkvermogen zijn twee cross-sectionele studies gevon<strong>de</strong>n die als doel hebben inzicht<br />
te verkrijgen in <strong>de</strong>terminanten die samenhangen met het werkvermogen <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>re <strong>werknemer</strong>s. Er zijn<br />
verschillen<strong>de</strong> persoons-, familie- en werkkenmerken on<strong>de</strong>rzocht. Gezien het beperkt aantal studies en het<br />
ontbreken <strong>van</strong> longitudinale studies kunnen er op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten geen uitspraken wor<strong>de</strong>n gedaan over<br />
<strong>de</strong> <strong>de</strong>terminanten die een causaal verband hebben met werkvermogen;<br />
Voor <strong>de</strong> uitkomstmaat werkprestaties (functioneren in het werk) zijn vijf studies gevon<strong>de</strong>n. Het betreft drie<br />
cross-sectionele en twee longitudinale studies. Werkprestatie wordt in <strong>de</strong>ze studies verschillend<br />
geoperationaliseerd, te weten als beperkingen in het functioneren, productiviteit en taakuitvoering. Hierdoor<br />
kan geen eenduidige uitspraak over <strong>de</strong> rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> <strong>de</strong>terminanten wor<strong>de</strong>n gedaan. De enige twee<br />
<strong>de</strong>terminanten die in meer<strong>de</strong>re studies samenhangen met werkprestatie zijn leeftijd en fysiek zwaar werk;<br />
Voor <strong>de</strong> uitkomstmaat (vervroeg<strong>de</strong>) pensionering zijn twaalf studies gevon<strong>de</strong>n. Het betreft tien longitudinale<br />
studies en twee cross-sectionele studies die <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong>terminanten en (vervroeg<strong>de</strong>) pensionering<br />
on<strong>de</strong>rzoeken. Op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten uit longitudinale studies kan wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat een hogere<br />
leeftijd, een lagere opleiding, een laag inkomen, een ongunstige financiële situatie na pensionering, een<br />
slechtere gezondheid (zowel fysiek als mentaal), een negatieve attitu<strong>de</strong> ten aanzien <strong>van</strong> werk of pensionering,<br />
het hebben <strong>van</strong> een niet-werken<strong>de</strong> partner, zware werkbelasting (werkdruk/tempo, fysiek) en lage autonomie<br />
als <strong>de</strong>terminanten <strong>van</strong> (vervroeg<strong>de</strong>) pensionering beschouwd kunnen wor<strong>de</strong>n;<br />
Voor <strong>de</strong> uitkomstmaat doorwerken na pensionering zijn vijf studies gevon<strong>de</strong>n die zich richten op<br />
<strong>de</strong>terminanten <strong>van</strong> doorwerken na pensionering, waar<strong>van</strong> vier studies een cross-sectionele opzet heeft. Dit<br />
betekent dat er nog onvoldoen<strong>de</strong> bewijs is om uitspraken te doen over <strong>de</strong> causaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte<br />
21