Duurzame inzetbaarheid van de oudere werknemer - Handreiking ...
Duurzame inzetbaarheid van de oudere werknemer - Handreiking ...
Duurzame inzetbaarheid van de oudere werknemer - Handreiking ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1.2 Achtergrond en maatschappelijke context<br />
Dit on<strong>de</strong>rzoek moet wor<strong>de</strong>n gezien tegen <strong>de</strong> maatschappelijke achtergrond dat <strong>werknemer</strong>s steeds langer zullen<br />
moeten doorwerken. Daarbij moet wor<strong>de</strong>n aangemerkt dat in <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia veel <strong>werknemer</strong>s gebruik<br />
kon<strong>de</strong>n maken <strong>van</strong> regelingen voor vervroegd uittre<strong>de</strong>n. In historisch perspectief is ‘vervroeg<strong>de</strong> uittreding’ een<br />
recent verschijnsel. Tot begin jaren ’70 <strong>van</strong> <strong>de</strong> vorige eeuw was het gebruikelijk dat <strong>werknemer</strong>s (voor het<br />
overgrote <strong>de</strong>el mannen) tot hun 65 e levensjaar doorwerkten en daarna met pensioen gingen (De Lange e.a., 2011).<br />
Vanwege <strong>de</strong> hoge (jeugd)werkloosheid, die het gevolg was <strong>van</strong> <strong>de</strong> toenmalige recessie, wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong>stijds VUTregelingen<br />
(VUT is een afkorting <strong>van</strong> Vervroeg<strong>de</strong> UitTreding) ingesteld die het financieel zeer aantrekkelijk<br />
maakten om ruim voor <strong>de</strong> pensioengerechtig<strong>de</strong> leeftijd te stoppen met werken. De VUT-regelingen ken<strong>de</strong>n een<br />
omslagstelsel, waarbij <strong>de</strong> werken<strong>de</strong>n <strong>de</strong> premies betaal<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> vutters. Bovendien stroom<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> jaren ’70<br />
tot ’90 <strong>van</strong> <strong>de</strong> vorige eeuw veel 55-plussers in <strong>de</strong> WAO (Wet ArbeidsOngeschiktheidsverzekering).<br />
Vanaf het mid<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren ’90 wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> VUT-regelingen omgezet in prepensioenregelingen, waarbij<br />
<strong>werknemer</strong>s zelf voor hun prepensioen spaar<strong>de</strong>n. In het afgelopen <strong>de</strong>cennium zijn <strong>de</strong>ze fiscaal gunstige regelingen<br />
voor vervroeg<strong>de</strong> uittreding steeds ver<strong>de</strong>r versoberd en afgebouwd (De Lange e.a., 2011). Dit mond<strong>de</strong> uit in <strong>de</strong><br />
invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet VUT Prepensioen en Levensloop (VPL) in 2006, die als uitgangspunt had dat <strong>de</strong> <strong>werknemer</strong><br />
pas op 65-jarige leeftijd stopt met werken en waarbij alle fiscale faciliteiten om te stoppen voor <strong>de</strong>ze leeftijd<br />
wer<strong>de</strong>n afgeschaft (Henkens e.a., 2009). De wet- en regelgeving verschoof dus steeds meer <strong>van</strong> het stimuleren <strong>van</strong><br />
vervroegd met pensioen gaan naar langer doorwerken tot <strong>de</strong> pensioengerechtig<strong>de</strong> leeftijd. Dit was echter geen<br />
continu proces. In 2005 introduceer<strong>de</strong> Minister Remkes (BZK) – geheel tegen het officiële beleid <strong>van</strong> langer<br />
doorwerken in – bijvoorbeeld nog <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> Remkes-regeling, die vervroeg<strong>de</strong> uittreding <strong>van</strong><br />
rijksambtenaren vergemakkelijkte om jongere <strong>werknemer</strong>s bij het vergrijzen<strong>de</strong> personeelsbestand <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
overheid te kunnen vasthou<strong>de</strong>n. Deze wettelijke regelingen hebben hun weerslag gehad op <strong>de</strong> wensen en het<br />
gedrag <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>ren ten opzichte <strong>van</strong> pensionering (De Lange e.a., 2011; Schalk, 2005).<br />
De noodzaak tot beleidsaanpassingen is echter aangescherpt door <strong>de</strong> economische gevolgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vergrijzing<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> babyboomgeneratie (cohort geboren tussen 1946-1964) en <strong>de</strong> ontgroening <strong>van</strong> <strong>de</strong> arbeidspopulatie. Om<br />
verlies <strong>van</strong> waar<strong>de</strong>volle kennis en ervaring door <strong>de</strong> uittreding <strong>van</strong> dit cohort ou<strong>de</strong>ren tegen te gaan, en om<br />
productiekracht te behou<strong>de</strong>n, wor<strong>de</strong>n <strong>werknemer</strong>s gestimuleerd om langer door te werken en ontmoedigd om<br />
voortijdig uit te tre<strong>de</strong>n. Recente kabinetsvoorstellen hebben tot doel <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n voor vervroegd pensioen<br />
in te perken, dan wel om <strong>de</strong> pensioengerechtig<strong>de</strong> leeftijd te verhogen. Ook is <strong>de</strong> toegang voor compensatie op<br />
grond <strong>van</strong> arbeidsongeschiktheid on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) beperkter dan<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> WAO.<br />
Deze ontwikkelingen zullen tot gevolg hebben dat ou<strong>de</strong>re <strong>werknemer</strong>s een steeds dominantere plek op <strong>de</strong><br />
arbeidsmarkt gaan innemen en langer gemotiveerd aan het werk moeten blijven (Cuelenaere e.a., 2009; De Lange<br />
e.a., 2010a, 2010b; Groothoff e.a., 2009; Ilmarinen, 2001; Van <strong>de</strong>r Heij<strong>de</strong>n e.a., 2009). Tevens wor<strong>de</strong>n werkgevers<br />
geprikkeld <strong>werknemer</strong>s langer in dienst te hou<strong>de</strong>n en ou<strong>de</strong>ren aan te nemen.<br />
Cijfers met betrekking tot arbeidsparticipatie <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>ren<br />
In Ne<strong>de</strong>rland bestaan diverse statistieken en representatieve on<strong>de</strong>rzoeken die een beeld geven <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
arbeidsparticipatie <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>ren. Deze statistieken geven een dui<strong>de</strong>lijke toename in grijze druk op <strong>de</strong> arbeidsmarkt<br />
weer (het aantal 65-plussers als percentage <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking 15-64 jaar; CBS, 2010). In 2008 is 15% <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs 65 jaar of ou<strong>de</strong>r, terwijl in 2040 dit aantal gestegen zal zijn tot 27% (CBS, 2010). Met betrekking tot<br />
<strong>de</strong> beroepsbevolking geeft het CBS nationale statistieken weer die <strong>de</strong> ontwikkelingen in <strong>de</strong> arbeidsparticipatie <strong>van</strong><br />
ou<strong>de</strong>ren weergeven (CBS, 2010). Meer specifiek is <strong>de</strong> netto-arbeidsparticipatie <strong>van</strong> personen <strong>van</strong> 50 tot 65 jaar<br />
gelei<strong>de</strong>lijk gestegen <strong>van</strong> 40% in 1996 tot 57% in 2009 (Otten e.a., 2010). Daarbij zijn er aanzienlijke verschillen<br />
tussen mannen en vrouwen, waarbij mannen een hogere arbeidsparticipatie hebben dan vrouwen. De<br />
verwachting is echter dat dit verschil in <strong>de</strong> toekomst kleiner wordt en dat <strong>de</strong> stijging in <strong>de</strong> arbeidsparticipatie<br />
vooral bij vrouwen zal doorzetten. Bij vrouwen stijgt <strong>de</strong> arbeidsparticipatie namelijk over <strong>de</strong> jaren in <strong>de</strong><br />
leeftijdscohorten (bijvoorbeeld 50-55 jarige vrouwen in 2010 hebben een hogere arbeidsparticipatiegraad dan 50-<br />
55-jarige vrouwen in 2000). Dit is niet het geval bij mannen (De Lange e.a., 2011).<br />
De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> pensioenleeftijd, dat wil zeggen <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leeftijd waarop <strong>werknemer</strong>s feitelijk met<br />
pensioen gaan, was 62 jaar in 2007 (CBS, 2011); circa 80% <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>werknemer</strong>s die met pensioen gaat doet dit vóór<br />
hun 65 e levensjaar. Deze cijfers vertellen echter niet het volledige verhaal. Van <strong>de</strong> 55-plussers die in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />
3