19.01.2015 Views

Duurzame inzetbaarheid van de oudere werknemer - Handreiking ...

Duurzame inzetbaarheid van de oudere werknemer - Handreiking ...

Duurzame inzetbaarheid van de oudere werknemer - Handreiking ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Op organisatieniveau geldt dat goe<strong>de</strong> arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n positief samenhangen met het kunnen doorwerken<br />

tot 65 jaar (AWVN, 2011). Een niet onaanzienlijk <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>ren zegt gevoelig te zijn voor een persoonlijk<br />

verzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> leidinggeven<strong>de</strong> om nog een (beperkte) tijd te willen doorgaan (Cuelenaere & Chotkowski, 2008;<br />

Hidding, 2004). Men koppelt dit aan het gevoel gewaar<strong>de</strong>erd te wor<strong>de</strong>n en respect te krijgen. Een min<strong>de</strong>r zware<br />

dan wel min<strong>de</strong>r verantwoor<strong>de</strong>lijke functie die bijvoorbeeld in <strong>de</strong>eltijd is te vervullen biedt meer ruimte voor <strong>de</strong><br />

eigen (levens)wensen (Hidding, 2004).<br />

Op macro-economisch gebied wordt genoemd dat ontziemaatregelen gericht op min<strong>de</strong>r uren werken (Cuelenaere<br />

& Chotkowski, 2008; Ministerie <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2007) samenhangen met een<br />

hogere motivatie om door te werken tot het 65 e levensjaar en een bijdrage kunnen leveren aan het voorkomen<br />

<strong>van</strong> vroegtijdige uitstroom uit arbeid (AWVN, 2011). Afwezigheid <strong>van</strong> een CAO wordt genoemd als een<br />

<strong>de</strong>terminant die positief samenhangt met <strong>de</strong> motivatie om door te werken tot het 65 e levensjaar (Ybema e.a.,<br />

2009). In het rapport wordt als re<strong>de</strong>n voor dit opvallen<strong>de</strong> resultaat genoemd dat wellicht financiële overwegingen<br />

ten grondslag liggen aan <strong>de</strong>ze wens om langer door te willen werken en gel<strong>de</strong>n voor <strong>werknemer</strong>s zon<strong>de</strong>r CAO<br />

min<strong>de</strong>r aantrekkelijke regelingen die eer<strong>de</strong>r stoppen met werken bevor<strong>de</strong>ren dan voor <strong>werknemer</strong>s met een CAO<br />

(Ybema e.a., 2009).<br />

De sector waarin men werkt is ook een <strong>de</strong>terminant voor doorwerken tot 65 jaar. In <strong>de</strong> bouwnijverheid,<br />

industriële beroepen en horeca is <strong>de</strong> kans kleiner dat men kan doorwerken tot 65 jaar, terwijl in <strong>de</strong> financiële en<br />

zakelijke dienstverlening <strong>de</strong>ze kans groter is (AWVN, 2011; Ybema e.a., 2009). Werknemers in een klein bedrijf<br />

willen vaker doorwerken dan <strong>werknemer</strong>s in een (mid<strong>de</strong>l)groot bedrijf (AWVN, 2011). Beroepen in <strong>de</strong><br />

hulpverlening en in het on<strong>de</strong>rwijs hangen negatief samen met kunnen doorwerken tot het 65 e levensjaar (Ybema<br />

e.a., 2009).<br />

Doorwerken na het 65 e levensjaar (kunnen en willen)<br />

Drie rapporten beschrijven <strong>de</strong>terminanten in samenhang met doorwerken na het 65 e levensjaar (AWVN, 2011; De<br />

Zwart e.a., 2006; Ybema e.a., 2009). De Zwart en collega’s (2006) richt zich hierbij zowel op kunnen als willen<br />

doorwerken, AWVN (2011) en Ybema en collega’s (2009) beschrijven <strong>de</strong>terminanten in samenhang met willen<br />

doorwerken na het 65 e levensjaar. De resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie studies zijn gebaseerd op secundaire analyses<br />

uitgevoerd op bestaan<strong>de</strong> databestan<strong>de</strong>n (CBS, NEA, WEA) en literatuurstudies <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse rapporten (on<strong>de</strong>r<br />

an<strong>de</strong>re <strong>van</strong> <strong>de</strong> SER en het CPB).<br />

Ten aanzien <strong>van</strong> persoonskenmerken wor<strong>de</strong>n geslacht, burgerlijke staat, opleidingsniveau, etniciteit en gezondheid<br />

gevon<strong>de</strong>n als <strong>de</strong>terminanten die samenhangen met doorwerken na het 65 e levensjaar. De financiële situatie wordt<br />

niet als re<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n om door te werken na het 65 e levensjaar. Als werkgerelateer<strong>de</strong> persoonskenmerken<br />

wor<strong>de</strong>n ervaringsconcentratie, lage kwalificaties, afname <strong>van</strong> <strong>de</strong> motivatie en slinkend netwerk genoemd als<br />

<strong>de</strong>terminanten die negatief samenhangen met doorwerken na het 65 e levensjaar.<br />

Familiekenmerken die wor<strong>de</strong>n genoemd zijn sociaal netwerk en zorgtaken.<br />

Werkkenmerken zijn <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> het dienstverband, arbeidsduur, soort functie, steun <strong>van</strong> <strong>de</strong> leidinggeven<strong>de</strong>,<br />

ploegendienst en nachtdiensten, en fysiek en mentaal zwaar werk.<br />

Op organisatieniveau betreft het financiële voor<strong>de</strong>len voor werkgevers en het HRM/personeelsbeleid en<br />

gezondheidsbeleid gericht op ou<strong>de</strong>re <strong>werknemer</strong>s.<br />

Op macro-economisch niveau betreft het stereotypering <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re <strong>werknemer</strong>, vraag en aanbod op <strong>de</strong><br />

arbeidsmarkt, afwezigheid <strong>van</strong> CAO’s en verschillen tussen sectoren en beroepen.<br />

Ten opzichte <strong>van</strong> werken<strong>de</strong>n jonger dan 65 jaar zijn werken<strong>de</strong> 65-plussers vaker <strong>van</strong> het mannelijk geslacht<br />

(AWVN, 2011; De Zwart e.a. 2006; Ybema e.a., 2009). Uit het rapport <strong>van</strong> De Zwart en collega’s (2006) blijkt dat<br />

werken<strong>de</strong> 65-plussers vaker getrouwd zijn dan <strong>de</strong> niet-werken<strong>de</strong> 65-plussers (70% versus 59%). Met name door<br />

mannen wordt aangegeven dat voor hen een jongere partner die nog werkt een re<strong>de</strong>n is om ook te blijven werken<br />

en niet alleen thuis te zitten (De Zwart e.a., 2006). Daarnaast wordt door een aantal werken<strong>de</strong> 65-plussers met<br />

een niet-werkzame partner thuis aangegeven dat werk ook wordt gezien als een remedie om niet constant ‘elkaar<br />

in <strong>de</strong> weg te lopen’ (De Zwart e.a., 2006).<br />

36

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!