19.01.2015 Views

Duurzame inzetbaarheid van de oudere werknemer - Handreiking ...

Duurzame inzetbaarheid van de oudere werknemer - Handreiking ...

Duurzame inzetbaarheid van de oudere werknemer - Handreiking ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

leeftijdsgroepen. Aittomaki en collega’s (2005) laten een verband zien tussen fysiek zwaar werk en slecht<br />

functioneren dat sterker is in ou<strong>de</strong>re vrouwen dan in jongere vrouwen, voor mannen geldt het omgekeer<strong>de</strong>. In <strong>de</strong><br />

studie <strong>van</strong> Allen en collega’s (2008) was geslacht niet met presenteïsme geassocieerd.<br />

Met betrekking tot gezondheidskenmerken laat <strong>de</strong> cross-sectionele studie <strong>van</strong> Martimo en collega’s (2009)<br />

verban<strong>de</strong>n zien tussen pijn (en interferentie met werk en slaap) en productiviteitsverlies. In een longitudinale<br />

studie <strong>van</strong> Allen en collega’s (2008) zijn zowel fysieke and mental gezondheid negatief geassocieerd met<br />

presenteïsme, voor ongevallen en verzuim zijn geen verban<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n. Ook roken en overgewicht zijn niet<br />

geassocieerd met presenteïsme. Daarentegen wordt een negatief verband aangetoond voor overwerk en<br />

presenteïsme, maar wordt geen verband gevon<strong>de</strong>n tussen werkjaren in het bedrijf en presenteïsme.<br />

Wat betreft werkomstandighe<strong>de</strong>n, dat wil zeggen fysiek zwaar werk, laat een cross-sectionele studie een<br />

verband zien met slecht werkfunctioneren (Aittomaki e.a., 2005), terwijl een an<strong>de</strong>re cross-sectionele studie geen<br />

associatie met productiviteitsverlies vindt (Martimo e.a., 2009). Allen en collega’s (2008) vin<strong>de</strong>n geen verband<br />

tussen productiewerk en presenteïsme, maar wel een negatief verband tussen geschoold werk en presenteïsme in<br />

een longitudinale studie. De resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> individuele studies zijn gepresenteerd in tabel 3.7.<br />

De studies naar werkprestaties betreffen drie cross-sectionele studies en twee longitudinale studies. De gevon<strong>de</strong>n<br />

cross-sectionele verban<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> <strong>de</strong>terminanten en werkprestaties (Aittomaki e.a., 2005; Martimo e.a., 2009;<br />

Parkhouse & Gall, 2004) dienen met voorzichtigheid geïnterpreteerd te wor<strong>de</strong>n.<br />

3.6.3 Determinanten <strong>van</strong> (vervroeg<strong>de</strong>) pensionering<br />

Twaalf studies zijn gevon<strong>de</strong>n die zich richten op <strong>de</strong>terminanten die samenhangen met pensionering. Van <strong>de</strong>ze<br />

studies zijn vier uitgevoerd in Finland (Elovainio e.a., 2003; Karpansalo e.a., 2002, 2004, 2005), drie studies in <strong>de</strong><br />

Verenig<strong>de</strong> Staten (Doshi e.a., 2007; Kim & DeVaney, 2005; Shultz & Wang, 2007), twee studies in Denemarken<br />

(Friis e.a., 2007; Lund & Villadsen, 2005), één studie in Noorwegen (Blekesaune & Solem, 2005), één in Frankrijk<br />

(Herrbach e.a., 2009) en één in Polen (Szubert & Sobala, 2005). Het betreft tien longitudinale studies en twee<br />

cross-sectionele studies, die <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong>terminanten en (vervroeg<strong>de</strong>) pensionering on<strong>de</strong>rzoeken.<br />

De beschreven effecten zijn bij het meren<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> studies in <strong>de</strong> algemene beroepsbevolking on<strong>de</strong>rzocht,<br />

waarbij <strong>de</strong> studiepopulaties <strong>van</strong> Karpansalo e.a. (2002, 2004, 2005) uitsluitend uit mannen beston<strong>de</strong>n. Drie studies<br />

on<strong>de</strong>rzochten een specifieke populatie, namelijk vrouwelijke verpleegkundigen (Friis e.a., 2007), <strong>werknemer</strong>s in <strong>de</strong><br />

industriesector (Szubert & Sobala, 2005) en managers in <strong>de</strong> private sector (Herrbach e.a., 2009). Alle<br />

studiepopulaties omvatten <strong>werknemer</strong>s <strong>van</strong> 40 jaar of ou<strong>de</strong>r.<br />

Pensionering wordt in <strong>de</strong> studies verschillend geoperationaliseerd (bijvoorbeeld vervroeg<strong>de</strong> pensionering,<br />

vrijwillige vervroeg<strong>de</strong> pensionering, niet aan ziekte gerelateer<strong>de</strong> pensionering, pensionering volgens <strong>de</strong> daarvoor<br />

gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wetgeving). Aangezien <strong>de</strong> uitkomstmaten <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze studies verschillend zijn, kent <strong>de</strong> vergelijking <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksresultaten zijn beperkingen. De resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> individuele studies zijn gepresenteerd in tabel 3.8.<br />

De persoonskenmerken <strong>van</strong> pensionering die in <strong>de</strong> diverse studies zijn on<strong>de</strong>rzocht zijn leeftijd, geslacht, opleiding,<br />

woongebied, inkomen, etniciteit, financiële situatie, gezondheidskenmerken (ervaren gezondheid, fysieke/mentale<br />

klachten en beperkingen), leefstijl, psychologische kenmerken en werkgerelateer<strong>de</strong> persoonskenmerken<br />

(toekomstperspectief, werkattitu<strong>de</strong>/houding, houding ten aanzien <strong>van</strong> pensionering, werkstress).<br />

Familiekenmerken die zijn on<strong>de</strong>rzocht zijn partner status, werk partner, sociaal netwerk, leefsituatie buiten het<br />

werk beschreven. Werkkenmerken zijn werkinhoud (werktempo/werkdruk, inspirerend werk), voorwaar<strong>de</strong>n<br />

(ploegendienst, werktij<strong>de</strong>n, flexibiliteit en veran<strong>de</strong>rbaarheid, autonomie, werkaanpassing, type arbeidscontract),<br />

verhoudingen (sociale druk) en omstandighe<strong>de</strong>n (fysieke en mentale belasting, leerklimaat). Als<br />

organisatiekenmerk is sector on<strong>de</strong>rzocht. In <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n studies zijn geen <strong>de</strong>terminanten op macro-economisch<br />

niveau on<strong>de</strong>rzocht.<br />

Hieron<strong>de</strong>r volgt een beschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n relaties tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> <strong>de</strong>terminanten en <strong>de</strong><br />

uitkomstmaat (vervroeg<strong>de</strong>) pensionering.<br />

Uit meer<strong>de</strong>re prospectieve studies blijkt dat een hogere leeftijd en een laag opleidingsniveau <strong>de</strong>terminanten<br />

zijn <strong>van</strong> vervroeg<strong>de</strong> en/of volledige pensionering. Wat betreft het effect <strong>van</strong> geslacht beschrijft één studie (Kim &<br />

DeVaney, 2005) dat mannen vaker met volledig pensioen gaan, terwijl vrouwen vaker met vervroegd pensioen<br />

43

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!