Duurzame inzetbaarheid van de oudere werknemer - Handreiking ...
Duurzame inzetbaarheid van de oudere werknemer - Handreiking ...
Duurzame inzetbaarheid van de oudere werknemer - Handreiking ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
In alle drie <strong>de</strong> rapporten wordt gemeld dat een hoog opleidingsniveau <strong>de</strong> kans op doorwerken na het 65 e jaar<br />
vergroot (AWVN, 2011; De Zwart e.a., 2006; Ybema e.a., 2009). Uit het rapport <strong>van</strong> De Zwart en collega’s (2006)<br />
blijkt dat 29% <strong>van</strong> <strong>de</strong> werken<strong>de</strong> 65-plussers een opleiding op hoger niveau heeft genoten versus 13% on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
niet-werken<strong>de</strong>n.<br />
Ten aanzien <strong>van</strong> etniciteit von<strong>de</strong>n De Zwart en collega’s (2006) dat het aan<strong>de</strong>el allochtonen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> werken<strong>de</strong><br />
65-plussers gering is en lager is dan on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> werken<strong>de</strong>n jonger dan 65 jaar.<br />
Vermin<strong>de</strong>r<strong>de</strong> belastbaarheid en gezondheid hangen negatief samen met doorwerken na het 65 e levensjaar (De<br />
Zwart e.a., 2006) en behoud <strong>van</strong> vitaliteit is een factor die positief met <strong>de</strong>ze uitkomstmaat is geassocieerd.<br />
Motieven <strong>van</strong> werken<strong>de</strong> 65-plussers om door te blijven werken zijn veelal niet-financieel <strong>van</strong> aard (De Zwart e.a.,<br />
2006). Re<strong>de</strong>nen die genoemd wor<strong>de</strong>n zijn sociale re<strong>de</strong>nen zoals contact willen hebben met an<strong>de</strong>ren, om een<br />
gevoel <strong>van</strong> eigenwaar<strong>de</strong> in stand te hou<strong>de</strong>n of om <strong>de</strong> vitaliteit te behou<strong>de</strong>n (De Zwart e.a., 2006).<br />
Als familiekenmerken wordt het ontbreken aan steun <strong>van</strong>uit het sociale netwerk en zorgtaken genoemd. Bei<strong>de</strong><br />
hangen negatief samen met door willen werken na het 65 e levensjaar (De Zwart e.a., 2006).<br />
Ten aanzien <strong>van</strong> werkkenmerken wordt gevon<strong>de</strong>n dat wat betreft <strong>de</strong> werkvoorwaar<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> het<br />
dienstverband (zelfstandige) en <strong>de</strong> beperkte arbeidsduur samenhangen met doorwerken na het 65 e levensjaar.<br />
Voor wat betreft het doorwerken na <strong>de</strong> pensioengerechtig<strong>de</strong> leeftijd blijkt dat werkzame 65-plussers min<strong>de</strong>r vaak<br />
een vast dienstverband hebben in vergelijking met <strong>de</strong> werken<strong>de</strong>n jonger dan 65 jaar. Het meren<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> 65-<br />
plussers (59%) is werkzaam als zelfstandige (De Zwart e.a., 2006). Ver<strong>de</strong>r blijkt dat werken<strong>de</strong>n <strong>van</strong> 65 jaar en ou<strong>de</strong>r<br />
gemid<strong>de</strong>ld aanzienlijk min<strong>de</strong>r uren werken dan <strong>de</strong> werken<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> leeftijdsklasse 55-64 jaar en 15-54 jaar:<br />
gemid<strong>de</strong>ld 20 uur per week versus 32 uur per week. Het meren<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> 65-plussers heeft een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />
arbeidsduur <strong>van</strong> min<strong>de</strong>r dan 24 uur per week, terwijl het meren<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong>genen jonger dan 65 jaar fulltime werkt<br />
(minimaal 36 uur per week; De Zwart e.a., 2006). Werknemers met een leidinggeven<strong>de</strong> functie hebben een grotere<br />
kans om door te willen werken na hun pensioen (AWVN, 2011).<br />
Ten aanzien <strong>van</strong> werkverhoudingen wordt gevon<strong>de</strong>n dat een positieve houding <strong>van</strong> <strong>de</strong> leidinggeven<strong>de</strong> (AWVN,<br />
2011) samenhangt met <strong>de</strong> motivatie om door te werken na <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 65 jaar. De Zwart en collega’s (2006)<br />
geven aan dat een goe<strong>de</strong> communicatie tussen <strong>de</strong> werkgever en <strong>de</strong> <strong>werknemer</strong> in <strong>de</strong>ze fase een cruciale rol<br />
spelen. Veelal wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzijdse verwachtingen over doorwerken na 65 jaar niet of te laat met elkaar<br />
besproken, waardoor tot op het laatste moment een ondui<strong>de</strong>lijke situatie bestaat of er kan wor<strong>de</strong>n doorgewerkt.<br />
Ten aanzien <strong>van</strong> werkomstandighe<strong>de</strong>n wordt gevon<strong>de</strong>n dat 65-plussers min<strong>de</strong>r vaak in ploegendiensten en<br />
nachtdiensten werken in vergelijking met <strong>de</strong> groep jonger dan 65 jaar. Bovendien werken ze min<strong>de</strong>r vaak met een<br />
computer (De Zwart e.a., 2006). Fysiek of mentaal zwaar werk hangt negatief samen met willen doorwerken na<br />
het 65 e levensjaar zoals blijkt uit het rapport <strong>van</strong> Ybema en collega’s (2009). Bij werken<strong>de</strong> 65-plussers speelt <strong>de</strong><br />
werkdruk geen rol meer. Bijna driekwart <strong>van</strong> <strong>de</strong> 65-plussers geeft aan geen tijdsdruk te ervaren, tegen 41% <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
15-54 jarigen en 43% <strong>van</strong> <strong>de</strong> 55-64-jarigen (De Zwart e.a., 2006).<br />
Op organisatieniveau wordt gevon<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> motivatie <strong>van</strong> werkgevers om 65-plussers in dienst te nemen<br />
samenhangt met <strong>de</strong> financiële voor<strong>de</strong>len die dit <strong>de</strong> werkgevers biedt. Voor <strong>de</strong>ze groep hoeven namelijk geen<br />
premies voor <strong>de</strong> <strong>werknemer</strong>sverzekeringen meer te wor<strong>de</strong>n betaald, hetgeen resulteert in een gunstiger<br />
bruto/netto-traject (De Zwart e.a., 2006).<br />
In bedrijven die niet investeren in ou<strong>de</strong>re <strong>werknemer</strong>s is <strong>de</strong> kans kleiner dat <strong>werknemer</strong>s na hun<br />
pensioenleeftijd blijven doorwerken (De Zwart e.a., 2006). Vanuit gezondheidsbeleid wordt tevens aangegeven dat<br />
het niet rekening hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> afnemen<strong>de</strong> belastbaarheid <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>re <strong>werknemer</strong>s eveneens negatief met <strong>de</strong>ze<br />
uitkomstmaat samenhangt. Daarnaast wordt HRM/personeelsbeleid, waarbij selectie op leeftijd wordt gedaan,<br />
genoemd als negatief samenhangend met <strong>de</strong> kans dat <strong>werknemer</strong>s na hun 65 e jaar door willen blijven werken (De<br />
Zwart e.a., 2006).<br />
Op macro-economisch niveau wor<strong>de</strong>n stereotype beel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> ‘ou<strong>de</strong>rdom’, onbekendheid rondom merites <strong>van</strong><br />
ou<strong>de</strong>ren en het louter <strong>de</strong>nken in leeftijdscategorieën en leeftijdsfasen negatief geassocieerd met willen<br />
doorwerken na het 65 e levensjaar. Daarnaast wordt gevon<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> vraag en aanbod situatie op <strong>de</strong> arbeidsmarkt<br />
37