testaments. - Koninklijke Bibliotheek

Opheldering van Hebr. X: 37, 38. 117„ in hem geen behagen'\ mogen den Taaikan*digen d) veel moeite maken, om 'sApoftelsvertaling te vereffenen met den Hsbreeuwfchentext van HABAKUK ze mogen een donker aanzienvoor gemeene Chriftenen hebben i'pns nogtansvalt iet, op de § 6). gelegde gronden,gansch niet moeiiyk dezelve op te helderen.--Hy DIE ZICH ONTTREKT , is een Chrifl-en dieheirnelyk of ook opentlyk de Cbriftelyke be«lydenis verlaat,en niet durft ftandvafiig voorden naam van CHRISTUS uitkomen,door menfchenvrees en ongegrondheid in geloove enliefde, waar door Hy overwonnen wordt vanden Boozen. Vergelyk ons 25ire vs. en vs. 26tot 31, ook het vozende ^afte vers. Matth.13: 20, %\. joann. 6: 66. 12: 42.:Pet.2; 20—-»2 2. (e) Van zulk eenen ontrom{dj De geletterde Leezer. zal het zich geenzins beklagen, over deeze prophetic vau HABAKUK n< te leezende fchoone verhandeling van den in de Ojfterfche talenzoo beroemden GRONINO R Hoog Leeraar N. G,Scn-OEDER in obfervat. fel. ad orig. Hebr. cap. 4. men'vergelyke den' grooten VB»est* tn Mal. p. 190,fe) Myn Leezer moet niet verzuimen op te merken,dat PAULUS hier niet beoogt wa.ire gelovigen, die ineen uur van verzoeking, uit zwakheit, tot eenig-m trapvan onttrekking karnen, onder eenige verlating van GodsGeest want gelvk die met berouw tot hunnen pligtwedtrkeeren, zoo worden zy ook van God niet verworpen.Zie Matth. 26,: 69 -75. Gal. 2: 11-14.2 Tim. 4:16. en vs, 10. met het geen wy in het 4. ft.der Oph. daar over gezegt hebben Neen de Apoftelheeft zulke Joodfche Chriftenen op het oog, die nooitin het geloot en de liefdé opregtelyk gewortelt en gegrondtwaren, en die uit flegte beginzelen ontrouw,en afvallig worden. Vergelyk 2Pet. 2. en den Brief van.JUDAS.H. 3